Toutes les actualités du Ministre, les actualités politiques liées directement ou indirectement aux compétences sur lesquelles le cabinet travaille.

Steeds meer gemeentelijke sportinfrastructuur

Actualiteit
Steeds meer gemeentelijke sportinfrastructuur

Afgelopen maart lanceerde Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de gemeentelijke sportinfrastructuur, een projectoproep voor de gemeenten. Het doel? Het aanbod van sportinfrastructuur in het Brussels Gewest vergroten. Omnisportzaal, voetbalveld, sportcentrum,... In totaal zullen 17 gemeentelijke projecten gefinancierd worden voor een bedrag van 21 miljoen euro.

Sportclubs met volle bezetting

Brussel telt 1.220.000 inwoners. Iedereen de kans geven om aan sport te doen, is steeds ingewikkelder geworden. De reden hiervoor? Er zijn te weinig sportfaciliteiten, en deze situatie heeft een directe impact op sportclubs, die vaak volzet zijn voor het begin van het seizoen. Sportbeoefening moet echter een recht voor iedereen worden.

“Sport leidt tot sociaal contact, brengt mensen bijeen, is vormend en zorgt voor persoonlijke ontwikkeling. Ook draagt ze bij tot een goede algemene gezondheid, stimuleert ze het zelfvertrouwen en brengt ze waarden bij die essentieel zijn voor het samenleven”, aldus Bernard Clerfayt.

Aanbod in minder goed bedeelde wijken versterken

Daarom lanceerde de minister afgelopen maart een nieuwe projectoproep voor de Brusselse gemeenten om het aanbod van sportinfrastructuur te vergroten, met één belangrijk selectiecriterium: de investering moet plaatsvinden in een van de wijken die minder goed bedeeld zijn op het gebied van sportinfrastructuur.

17 projecten voor gemeentelijke sportinfrastructuur geselecteerd

Bouwen, renoveren, uitbreiden, verbouwen of grond aankopen; de gemeenten dienden 18 projecten in, waarvan er 17 werden geselecteerd. Het gaat onder meer om de bouw van een gloednieuw sportcentrum in Peterbos, de aanleg van een nieuwe sportzone op de Onthaalsquare in Evere, de aankoop van grond voor de bouw van een omnisporthal in Schaarbeek en de bouw van een gymnastiekzaal in Neder-Over-Heembeek.

Het Brussels Gewest heeft een totaalbudget van 21.302.375 euro vrijgemaakt om de projecten te subsidiëren tot een maximum van 70%.

Burgerparticipatie wordt versterkt op lokaal niveau

Actualiteit
Burgerparticipatie wordt versterkt op lokaal niveau

Om de burgerparticipatie op lokaal niveau te vergroten, wijdt Bernard Clerfayt in de Nieuwe Gemeentewet een hoofdstuk specifiek aan het spreekrecht voor burgers.

De Brusselse Regering heeft net in derde lezing ingestemd met een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet. Zij voorziet nieuwe bepalingen op het vlak van burgerparticipatie binnen de plaatselijke besturen.

De nieuwigheden op het vlak van lokale participatie

Petitie

Een eerste vorm van spreekrecht betreft de mogelijkheid voor een burger om een petitie in te dienen. De bedoeling bestaat erin de burgers een bijkomend instrument te geven om hun stem te laten horen.

Interpellatie

Een tweede vorm van dit spreekrecht is het interpellatierecht waarmee de burger zich tot de gemeentelijke overheden kan richten over een aangelegenheid die verband houdt met het gemeentelijke belang.

Bemiddeling

Ten slotte kunnen de gemeentelijke overheden, wanneer ze geïnterpelleerd worden, beslissen om een derde vorm van spreekrecht te organiseren, namelijk bemiddeling. Zij kan eveneens het initiatief zijn van de burgers, wanneer ze het nodig achten en overleg over het onderwerp willen plegen met de gemeente. Het doel is duidelijk om verder te gaan dan enkel vragen te stellen aan de gemeente en discussies te organiseren om tot een overlegde oplossing te komen.

Publicatie

Laatste nieuwigheid: de gemeente zal op haar website de ontwerpen van beraadslaging, alsook een samenvatting van de gemeentelijke beslissingen, voor iedere gemeenteraad moeten publiceren. 

De Brusselaars betrokken bij hun gemeente

“Het vertrouwen tussen de politici en de burgers herstellen verloopt via voorbeeldgedrag van de gemeentebesturen, maar ook via een grotere betrokkenheid van de burgers bij het beheer van de publieke zaak. De participatieve budgetten zijn er een voorbeeld van, burgerparticipatie een ander. Door de Nieuwe Gemeentewet te wijzigen, gaan we mee met de tijd waarin de Brusselaars eveneens actoren binnen hun gemeente willen zijn. Ik hoop dan ook dat de volksraadplegingen opnieuw populair zullen worden!”, besluit Bernard Clerfayt.

“Digitaal Brussel”: inclusieve en 24/7 toegankelijke dienstverlening

Actualiteit
« Bruxelles Numérique » : des services inclusifs et accessibles 24/7

Vandaag, 6 december, bespreken de Brusselse parlementsleden de ontwerpordonnantie “Digitaal Brussel”. Deze ontwerpordonnantie heeft tot doel om alle administratieve procedures online beschikbaar te maken en tegelijk de ondersteuning en het behoud van de fysieke loketten, de telefooncentrales en de dienstverlening per post te garanderen. Waarom? Omdat digitale technologie veel voordelen biedt, maar nog niet iedereen in staat is om er voordeel uit te halen.

Digitale technologie is een realiteit, maar we moeten de ontwikkeling ervan beheren

Het internetgebruik bleef stijgen in 2023. Volgens Statbel maakt 95% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar gebruik van het internet, tegenover 89% in 2018. De voordelen zijn talrijk: tijdwinst, snelle verwerking, veiligheid, minder verplaatsingen,… En vooral: 24/7 toegang tot de overheidsdiensten.

“Digitaal Brussel is de eerste Belgische tekst die een kader biedt voor de ontwikkeling van digitale technologieën en de burgers meer inclusieve en toegankelijke overheidsdiensten garandeert. De essentie van Digitaal Brussel is niet om de burgers een nieuwe keuze op te leggen, maar wel om een extra mogelijkheid te bieden”, besluit Bernard Clerfayt.

De ordonnantie “Digitaal Brussel” is de oplossing voor meer garanties 

Om aan hun eisen tegemoet te komen, stelt Bernard Clerfayt de ordonnantie Digitaal Brussel voor met belangrijke richtlijnen voor de Brusselaars die niet digitaal geletterd zijn.

  • De fysieke loketten, de telefooncentrales en de dienstverlening per post blijven bestaan voor iedereen die niet voor digitale technologie kiest.
  • Alle procedures zullen online beschikbaar zijn. Een overheidsdienst mag niet kiezen welke procedures ze op zijn website zet. Dit noemen we universele toegang tot administratieve procedures.
  • Voor wie hulp nodig heeft, moeten overheidsdiensten ondersteuning bieden om hun procedures online af te ronden. Bijvoorbeeld: een digitale begeleider om de burgers te helpen.
  • Voor mensen met een handicap komen er toegankelijke procedures die aangepast zijn aan hun handicap.
  • Tot slot kunnen de burgers die online stappen hebben ondernomen, op elk moment van gedachten veranderen en terugkeren naar de traditionele kanalen.

20-tal nieuwe voorzieningen voor buurtsport

Actualiteit
Binnenkort een twintigtal nieuwe voorzieningen voor buurtsport in het Brussels Gewest

Van de 19 projecten voor lokale sportinfrastructuur die door 15 gemeenten werden ingediend, zijn er 18 geselecteerd en zij zullen voor 75% gesubsidieerd worden door het Gewest dat voor dit initiatief een budget van 1,5 miljoen euro vrijmaakt.

Enkele voorbeelden van infrastructuur

Splinternieuwe skateparken onder het viaduct van Hermann-Debroux en nabij het station Kalevoet, een nieuwe speeltuin in Ganshoren, een volledig vernieuwd basketbalveld in Molenbeek en de aanleg van een park voor “street workout” in Anderlecht. Dit zijn enkele projecten die binnenkort gerealiseerd zullen worden en de Brusselaars de kans zullen geven om aan sport te doen in hun eigen buurt.

“Sport voor iedereen”

In mei jongstleden heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, een projectoproep gelanceerd voor de 19 Brusselse gemeenten om het aantal infrastructuren voor buurtsport te verhogen.

“Ik verheug me over het aantal interessante voorstellen die de gemeenten hebben ingediend om het uitoefenen van buurtsport te bevorderen. In dergelijke projecten investeren ligt in de lijn van ons beleid van ‘sport voor iedereen’ en maakt het voor de Brusselaars gemakkelijker om deel te nemen aan sportactiviteiten. De aanleg en renovatie van infrastructuur zullen het vrij sporten mogelijk maken en tegelijk ontspanning, plezier en sociale verbondenheid stimuleren”, verklaart Bernard Clerfayt.

Opleidingen op de werkplek voor buschauffeurs aanmoedigen

Actualiteit
Opleidingen op de werkplek voor buschauffeurs aanmoedigen

Er zijn verschillende manieren om een opleiding tot buschauffeur te volgen: rijscholen, opleidingscentra of... rechtstreeks op de werkplek.

Een noodzakelijke versoepeling

De Brusselse Regering heeft het koninklijk besluit van 1998 betreffende het rijbewijs gewijzigd. Voortaan geldt de voorwaarde van slechts één stagiair per begeleider per jaar niet meer als de kandidaat-bestuurder een werkzoekende is die ingeschreven is voor een individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (FPIE).

Het heeft geen zin om het aantal opgeleide werkzoekenden te beperken, temeer omdat het gaat om een sector die een schrijnend tekort aan arbeidskrachten heeft. Dit duwtje in de rug is een manier om opleidingen binnen de onderneming aan te moedigen, wat de snelste weg naar tewerkstelling is”, besluit de DéFI-minister.

Een opleiding on the job voor buschauffeurs leidt snel tot tewerkstelling

Vandaag de dag hebben werkzoekenden verschillende opties om buschauffeur te worden: rijscholen, opleidingscentra, scholen voor sociale promotie en een minder bekende optie, de individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (FPIE). Deze laatste optie is bijzonder aantrekkelijk, omdat je dan on the job kunt leren en aan het einde van je opleiding een arbeidscontract krijgt dat minstens gelijk is aan de duur van je opleiding.

“Dit type opleiding, op de werkvloer, is een win-winsituatie! De werkzoekende vindt snel werk en krijgt een uitkering tijdens zijn opleidingsperiode. De werkgever van zijn kant kan zijn toekomstige werknemer opleiden volgens zijn behoeften en zo zijn personeelstekort wegwerken. Het is een zeer goede manier om tekorten tegen te gaan”, legt Bernard Clerfayt, uit.

Een voorwaarde die het aantal stagiairs beperkte 

Het enige obstakel voor de implementatie van deze opleiding is de wetgeving met betrekking tot rijbewijzen. Om een rijbewijs D te behalen, wat de sleutel is om buschauffeur te worden, moet de vrije begeleiding worden gesuperviseerd door een begeleider. De begeleider kan echter maar één kandidaat per jaar begeleiden. In de context van het FPIE beperkt deze voorwaarde het aantal stagiairs dat de opleiding kan genieten, aanzienlijk.

Het tekort aan chauffeurs heeft gevolgen voor bedrijven

In het hele land is er een tekort van meer dan 1.500 buschauffeurs. Het beroep staat ook op de lijst met knelpuntberoepen van elk gewest. Dit tekort heeft grote gevolgen voor openbaarvervoerbedrijven, die reeds te maken hebben met een vergrijzend personeelsbestand.

Financiële steun voor gemeente Vorst

Actualiteit
Financiële steun voor gemeente Vorst

 

De gemeente Vorst is er niet in geslaagd een begroting in evenwicht voor 2022 te bereiken. Om het tekort op te vangen, zal ze een beroep kunnen doen op het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit gewestelijke mechanisme maakt het toekennen van leningen mogelijk in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen, alsook het gebruikmaken van begeleiding bij het beheer van hun financiën. Hieronder volgt meer uitleg.

Van alle bestuursniveaus zijn enkel de gemeenten verplicht een jaarlijkse begroting in evenwicht voor te leggen, waarbij de inkomsten minstens gelijk zijn aan de uitgaven. “Dat is niet altijd vanzelfsprekend! Zeker wanneer het aantal opdrachten toeneemt, wanneer ze in de eerste linie staan om crisissen te beheren of wanneer ze het hoofd moeten bieden aan sterk stijgende prijzen als gevolg van de inflatie”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Een financieel plan voor de gemeente

De gemeente die het meest recent moeilijkheden ondervindt om een begroting in evenwicht voor te leggen, is Vorst. Gelukkig kan zij rekenen op de steun van het Brussels Gewest dankzij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, het BGHGT. Dit mechanisme zorgt ervoor dat niet-terugvorderbare leningen worden toegekend in het kader van het financieel gezond maken van de plaatselijke besturen. De gemeente van haar kant verbindt zich ertoe om een plan uit te voeren dat een terugkeer naar een budgettair evenwicht mogelijk maakt. Daartoe stelt het Gewest een gewestelijk inspecteur aan die de gemeente begeleidt bij de opstelling van een financieel plan en de opvolging ervan. We zeggen dan dat de gemeente aan een financieel plan onderworpen is.

“Het BGHGT is een mechanisme dat ondersteuning biedt, maar geen controle uitvoert. De gewestelijke inspecteurs werken samen met de gemeenten om te bepalen welke maatregelen moeten worden ingevoerd om de gemeentelijke financiën te verbeteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om besparingsmaatregelen, zoals het stroomlijnen van de diensten, het verminderen van het gebruik van leningen of het verbeteren van de inkomsten”, preciseert de DéFI-minister.

20 jaar financiële opvolging voor de gemeenten die onderworpen zijn aan een financieel plan

Opgelet! Hoewel alle Brusselse gemeenten onderworpen zijn aan toezicht, zijn ze niet allemaal aan een financieel plan onderworpen. Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Molenbeek, Sint-Gillis, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, en nu ook Vorst, hebben steun gekregen van het Herfinancieringsfonds. De gemeenten die een lening van het Fonds hebben gekregen, worden de volledige duur van de leningen, namelijk 20 jaar, zelfs als de situatie verbeterd is, opgevolgd door een inspecteur. Er zijn ook gemeenten als Watermaal-Bosvoorde of Etterbeek die nog steeds opgevolgd worden, zelfs indien ze een lening kregen in 2005 of 2007.

Sinds de oprichting van het BGHGT in 1993 werd in totaal bijna 223,6 miljoen euro aan kaskredieten aan de gemeenten toegekend.

--
Foto van het gemeentehuis van Vorst: licentie Wikimedia

Metro 3: de structurele oplossing voor mobiliteit

Actualiteit
Metro 3: de structurele oplossing voor mobiliteit

Hoewel het nu zeker is dat het project Metro 3 op de rails staat, is er geen zekerheid over wanneer het precies zal worden voltooid. Op woensdagochtend beantwoordde Bernard Clerfayt de vragen van Fabrice Grosfilley over dit onderwerp op BX1 (link naar de video aan het einde van het artikel).

Technische en financiële obstakels, de noodzaak om het project te reorganiseren om zowel de stedelijke als de budgettaire impact ervan te beperken: het traject Noord-Bordet zal niet in gebruik worden genomen binnen de oorspronkelijk vastgestelde termijn.

De moeilijkheid om bovengrondse alternatieven te vinden

“We zien dat het wegennet erg smal is en geen oplossingen aan de oppervlakte toelaat. Daarom hebben we tot nu toe nog geen alternatieven gevonden. Dit rechtvaardigt zeker dat de metro een absoluut noodzakelijke oplossing blijft”, legt de Brusselse minister Bernard Clerfayt uit.

Het lot van de gebruikers verbeteren in afwachting van de metro

Intussen zijn het vooral de gebruikers van tram 55 die onder deze situatie lijden. Daarom gaat de Regering de door de MIVB voorgestelde oplossingen onderzoeken.

“Ik wil eerst overleggen met de betrokken gemeenten om na te gaan of de opties die op tafel liggen, haalbaar zijn. Het lijdt evenwel geen twijfel dat we snel vooruitgang moeten boeken en eventueel strategische locaties moeten ontwikkelen.”

De metro blijft het doel!

Voor Bernard Clerfayt moet de doelstelling voor mobiliteit, vooral in Oost-Brussel, de metro blijven. Er zijn geen andere oplossingen, zelfs niet op middellange termijn, die de Brusselaars dit niveau van vervoerscapaciteit en comfort kunnen bieden.

“Nu moeten de kosten ervan beheerst worden door het project aan te passen aan de verzoeken van de gemeenten, maar we moeten de kosten ook kunnen delen met de federale overheid”, besluit de minister.

Volgende stap in het dossier: de uitkomst van het openbaar onderzoek op basis van de aanvraag van Beliris voor een bouwvergunning.