Budget voor dierenwelzijn 2023 bijna verdubbeld sinds 2019

Met de aan de gemeenten toegekende bedragen kunnen zij infrastructuur ontwikkelen voor het welzijn van de dieren in de stad.

De Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, heeft op 30 november de begroting voor dierenwelzijn voorgesteld. Steun voor gemeenten, dierenasielen, verenigingen, onderzoekers,... Op alle niveaus worden aanzienlijke middelen vrijgemaakt om de levenskwaliteit van dieren in het Brussels Gewest te waarborgen en te verbeteren.

Streven naar meer middelen: + 1 miljoen euro!

In 2019 bedroeg het budget 1,5 miljoen euro; in 2023 stijgt het tot 2,5 miljoen. “Sinds mijn aantreden heb ik hard gewerkt om de middelen voor dierenwelzijn aanzienlijk te verhogen. Het resultaat: tussen 2019 en 2023 zal het budget stijgen met een miljoen euro tot 2,5 miljoen. Deze bedragen zijn essentieel om de levenskwaliteit van onze dieren te verbeteren”, verklaart de DéFI-minister.

Verenigingen en gemeenten, onze partners

Dit werk wordt echter niet alleen gedaan. Het Gewest kan met name rekenen op de gemeenten en de vrijwilligerssector. Daarom werden de aan de gemeenten toegekende bedragen verdubbeld sinds 2019 tot 225.000 in 2023. Het budget voor de verenigingen werd met 4 vermenigvuldigd, van 70.000 euro in 2019 tot 285.000 euro in 2023.

“We hebben besloten om meer middelen vrij te maken voor onze partners, omdat dierenwelzijn ieders zaak is. Het is door samen te werken dat we vooruitgang kunnen blijven boeken”, besluit Bernard Clerfayt.

Steeds minder dierproeven in Brussels Gewest

De alternatieven voor dierproeven promoten

Uit het verslag van het departement dierenwelzijn van het gewestelijke bestuur Leefmilieu Brussel blijkt een daling met 45% van het aantal dieren dat gebruikt wordt bij dierproeven sinds 2015.

“De wetenschap is geëvolueerd en heeft alternatieven doen ontstaan waaraan geen laboratoriumdieren te pas komen, gebaseerd op bijvoorbeeld menselijke cellen die relevantere resultaten opleveren voor de mens”, merkt minister Bernard Clerfayt op. Deze opnieuw bevestigde daling van het aantal dieren sterkt hem in zijn voornemen om de verspreiding van alternatieve onderzoeksmethodes te blijven ondersteunen.

Enkele cijfers van deze evolutie

In totaal betrof het 55.473 dieren in het Brussels Gewest. Zoals de vorige jaren werd waargenomen, wordt de zeer grote meerderheid (68%) van deze proeven uitgevoerd in het kader van fundamenteel onderzoek. Het gaat om experimenten die verband houden met het onderzoek naar de oncologie, het immuunsysteem en het zenuwstelsel.

Een ander onveranderlijk gegeven is dat de knaagdieren het meest ingezet worden (98,42%). De vogels vertegenwoordigen 1,25% en de landbouwdieren zijn weinig talrijk in de proeven (0,30%). We moeten noteren dat de voorbije jaren geen enkel gebruik van een primaat, hond, kat, paard, ezel of kruising genoteerd werd in het Gewest.

Tot slot waren in 2021 de meeste dieren die gebruikt werden in onderzoeksinstellingen, dieren die genetisch niet gemodificeerd waren. Dat is een belangrijke precisering, aangezien de wijziging van het genetische statuut in bepaalde gevallen kan leiden tot een intensere pijnbeleving door de dieren.

IRISnet3: netwerk van Brusselse besturen wordt verder uitgebouwd

IRISnet3 voor de connectiviteit van de diensten van het Gewest

Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, heeft de Regering de verdere uitbouw van het Brusselse telecommunicatienetwerk toegekend aan de firma Orange Belgium. Deze toewijzing is het resultaat van de Europese openbare aanbesteding uitgeschreven in juni 2021.

Meer dan honderd Brusselse of gemeentelijke besturen en instellingen maken vandaag gebruik van het openbare telecomnetwerk “IRISnet” en van diensten voor connectiviteit, telefonie, etc.

De bedoeling van deze nieuwe opdracht “IRISnet3” is alle openbare besturen de mogelijkheid te bieden om het netwerk en zijn dienstencatalogus te gebruiken tegen concurrentiële prijzen en het Gewest voor te bereiden op de grootste uitdagingen van de digitale technologie:

  • de toenemende gegevensuitwisseling van de Brusselse instellingen;
  • de grootschalige connectiviteit van de burgers en
  • de diensten voor de beveiliging van en het toezicht op het openbaar domein.

De opdracht van 1,8 miljard euro loopt over een periode van 10 jaar en zal, na een beslissing van de Regering, voor maximaal 5 jaar verlengd kunnen worden.

Weldra ook kraamgeld voor mannelijke homokoppels

Weldra ook kraamgeld voor mannelijke homokoppels

Het voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor de Gezinsbijslagen, om kraamgeld toe te kennen aan mannelijke homokoppels voor hun kind, is goedgekeurd in de commissie van het Brussels Parlement. Deze beslissing maakt een einde aan een jarenlange discriminatie en zorgt ervoor dat gay koppels erkend worden als gezinsvorm.

Momenteel voorziet de wettekst van de ordonnantie van 25 april 2019 dat het kraamgeld en het startbedrag enkel aan de moeder worden uitbetaald. Dat leidt tot een situatie waarin het onmogelijk is om kraamgeld aan te vragen als het kind geen moeder heeft.

“Dat is discriminatie. Het is het ontkennen van het feit dat twee papa’s ook een gezin kunnen stichten. En dus was dat een situatie die dringend veranderd moest worden”, benadrukt Bernard Clerfayt. “Er zijn alternatieven voor de premie, zoals het aanvragen van een adoptiepremie. Bij een homoseksueel paar zijn ze echter allebei de vaders van het kind, en symbolisch willen ze een kraampremie aanvragen en niet een toelage als adoptant”, vervolgt de DéFI-minister.

Tot nog toe werden deze vaders door de tekst van de ordonnantie verplicht tot juridisch bochtenwerk om hun premie te ontvangen. Dankzij de wijziging van de ordonnantie zal dat niet langer het geval zijn. De vaders zullen ook een aanvraag tot kraampremie kunnen indienen. “Ik denk dat we de evolutie van onze maatschappij moeten volgen en wetteksten moeten opstellen die voor iedereen openstaan”, besluit Bernard Clerfayt.

62% van dieren in Brusselse asielen zijn katten: “Meer sterilisatie nodig

62% van dieren in Brusselse asielen zijn katten: “Meer sterilisatie nodig

In 2021 passeerden 5.876 dieren in de Brusselse dierenasielen. Dat blijkt uit het jaarverslag van Leefmilieu Brussel, waarin de statistieken van de asielen in het Brussels Gewest zijn opgenomen. Ook blijkt dat katten nog steeds het meest vertegenwoordigd zijn (62%). In het licht van deze vaststelling is de Brusselse minister van Dierenwelzijn voornemens zijn beleid ter bestrijding van de sterke toename van katten te versterken.

Meer sterilisatie nodig

In 2021 passeerden 5.876 dieren in de Brusselse asielen, waarvan 62% katachtigen. Dit aantal is nog steeds te hoog, hoewel het reeds meerdere jaren afneemt. Net als de voorgaande jaren wordt tijdens de zomer een piek in het aantal opgevangen dieren waargenomen. We stellen vast dat de meeste van hen een thuis vinden en geadopteerd worden (61%). Er is ook een toename van het percentage katten dat al gesteriliseerd/gecastreerd is op het moment dat ze worden opgevangen.

Hoewel er een verbetering is opgetreden, met 18% van de katten die gecastreerd/gesteriliseerd toekomen in het asiel, tegenover 11% in 2018, blijft het aantal katten dat wordt opgevangen veel te hoog. Om duizenden katten een leven vol ellende te besparen, is er maar één oplossing: sterilisatie. In 2023 zal een nieuwe bewustmakingscampagne worden gevoerd en zullen de middelen waarover asielen en gemeenten beschikken, worden versterkt om op lange termijn een aanzienlijke vermindering van de kattenpopulatie te bewerkstelligen”, aldus de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Minder euthanasie

Een andere vaststelling: het aantal euthanasiegevallen, alle soorten inbegrepen, blijft dalen. De asielen verklaren dat in 99% van de gevallen euthanasie wordt toegepast vanwege de gezondheidstoestand van het dier.

 

 

 

 

Toezicht op gemeentelijke vzw’s versterkt en geoptimaliseerd

Toezicht op gemeentelijke vzw’s versterkt en geoptimaliseerd

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de regering ingestemd met een voorontwerp van ordonnantie ertoe strekkende het toezicht op de gemeentelijke vzw’s te versterken en te verbeteren.

Gemeente als eerste toezichtniveau

Het eerste toezichtniveau van een gemeentelijke vzw is de gemeente zelf. Ze ziet erop toe dat de opgerichte vzw de geldende wetgeving en de beginselen van goed bestuur eerbiedigt. Voor sommige vzw’s gaat het belang van toezicht verder dan het gemeentelijke niveau, vanwege de aard van de gecontroleerde akte, de auteur ervan of zelfs de bedragen die ermee gemoeid zijn.

Verplichtingen van micro-vzw’s gelden ook als basisvoorwaarden voor alle vzw’s

Alle vzw’s zullen aan de regering hun fundamentele en oprichtingsakten moeten voorleggen, die welke een grote financiële impact hebben: de statuten en hun wijzigingen, het beheerscontract en de wijzigingen ervan en de jaarrekeningen. Brussel Plaatselijke Besturen zal jaarlijks een bijgewerkte lijst van gemeentelijke vzw’s publiceren.

Aanvullende verplichtingen voor kleine en grote vzw’

  1. Naast de basisvereisten zullen kleine vzw’s alle documenten met betrekking tot overheidsopdrachten van meer dan 175.000 euro moeten overmaken, alsook een lijst van de door hun bestuursorganen vastgestelde besluiten.
  2. Naast de basisverplichtingen en de verplichtingen voor kleine vzw’s moeten grote vzw’s de volgende documenten overmaken: akten tot intrekking of rechtvaardiging van een opgeschorte akte; akten van de algemene vergadering; overeenkomsten; het aangaan van leningen; de verwerving of vervreemding van eigendomsrechten of zakelijke rechten op onroerende goederen.

Hoe maak je onderscheid tussen de 3 soorten vzw’s?

Het onderscheid tussen micro-, kleine en andere vzw’s is rechtstreeks overgenomen uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen:

Worden beschouwd als micro-vzw’s, de vzw’s die op de balansdatum van het laatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 10;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 700 000 euro;
  • balanstotaal: 350 000 euro.

Een kleine vzw is een vzw die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 9 000 000 euro;
  • balanstotaal: 4 500 000 euro.

Vzw’s die niet aan de voorwaarden van de eerste twee categorieën voldoen, worden als grote vzw’s beschouwd.

Uitzonderlijke steun voor de gemeenten

Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, verhoogt de indexering van de Algemene Dotatie aan de Gemeenten (ADG) tijdelijk van 2 tot 5,5% in 2022. Er werd een bedrag van 14 miljoen euro vrijgemaakt. Daarbij komt nog een enveloppe van 15 miljoen euro in 2023, wat het resultaat is van de begrotingsmaatregelen van de Brusselse Regering.

Begrotingskredieten van 24 miljoen euro

We moeten erop wijzen dat deze uitzonderlijke steun uitsluitend werd vrijgemaakt in het kader van de steun aan de gemeenten om de crisis het hoofd te bieden. Zo hebben zij bijvoorbeeld in hun begroting voor 2022 kredieten ten belope van 24 miljoen euro voorzien, en dit enkel voor hun energiegerelateerde uitgaven. Gezien de marktprijzen wordt verwacht dat dit bedrag ten minste zal verdubbelen voor het jaar 2023.

Sinds de stijging van de prijzen en de energiecrisis staan de gemeentelijke financiën zwaar onder druk. De plaatselijke besturen moeten de gevolgen van de crisis bestrijden en tegelijkertijd hun beleid blijven uitvoeren met bijna lege gemeentekassen.

Bedragen toegekend voor de boekjaren 2022 en 2023

“Wij zullen de gemeenten vanaf nu informeren over de bedragen die hun voor de twee boekjaren 2022 en 2023 zullen worden toegekend. Het is de bedoeling dat zij hun begrotingsramingen kunnen opstellen en zo zich zo goed mogelijk kunnen aanpassen aan de gevolgen van de crisis”, stelt Bernard Clerfayt.

Deze extra enveloppen zullen worden verdeeld onder de gemeenten op basis van hun aandeel in de Algemene Dotatie aan de Gemeenten.

“De Toekomsten van Brussel”, het Gewest door de Brusselaars

Logo De Toekomsten van Brussels

De werking van onze Brusselse instellingen wordt verre van unaniem aanvaard door de bevolking. Hoe kan dit verholpen worden? Door een beroep te doen op de eerste betrokkenen: de Brusselaars zelf! Dit is de oplossing die de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, voor deze opdracht heeft voorgesteld. Onder de titel “De Toekomsten van Brussel” zal dit proces van burgerdemocratie een gelegenheid voor vrije meningsuiting bieden waar de stem van de burgers gehoord en gerespecteerd zal worden.

“De organisatie en de werking van ons Gewest mag niet alleen gebaseerd zijn op beleid. Hier is het de bedoeling dat de Brusselaars de toekomst van hun Gewest opnieuw bekijken, en dus de werking ervan en de interactie met de 19 gemeenten herzien”, aldus Bernard Clerfayt.

Concreet: openbare netheid, verkiezingen, veiligheid, …  

De organisatie van onze instellingen, de werking van het overheidsbeleid, de gemeenten, enz. De burgers zullen worden uitgenodigd hun mening te geven over een reeks thema's, zoals de verkiezingen, het vertrouwen van de burgers in hun vertegenwoordigers, openbare netheid, veiligheid en de territoriale indeling van de gemeenten.

“Van Brussel een geslaagde stad maken, met de hulp van de Brusselaars”

De “Toekomsten van Brussel” wordt in drie fasen verdeeld en zal net voor de zomer van 2023 voltooid zijn. De eerste fase begint op 7 november met de raadpleging van 1.000 Brusselaars die alle burgers vertegenwoordigen via een online-enquête. De tweede fase wordt gewijd aan de organisatie van debatten tussen institutionele actoren. In de laatste fase zullen ontmoetingen plaatsvinden tussen burgers en institutionele vertegenwoordigers. Ten slotte wordt het eindverslag in september 2023 verwacht.

“Deze gelegenheid maakt het mogelijk de aanbevelingen van de burgers ernstig te nemen. En ik blijf erbij, ik wil geen schijndemocratie! De resultaten zullen worden geanalyseerd en zullen ons in staat moeten stellen ons enige doel te bereiken: van Brussel een geslaagde stad maken met de hulp van de Brusselaars”, besluit de minister.

Brusselaar op eerste plaats voor gebruik administratieve diensten online

Brusselaar op eerste plaats

Het is in het Brussels Gewest dat het gebruik van de administratieve diensten online het meest toegenomen is. Deze vaststelling van de Koning Boudewijnstichting verheugt de Brusselse minister van Digitalisering, die de versnelde digitalisering van de administratieve procedures bemoedigend vindt.

De voordelen van administratieve diensten online

Een betaling uitvoeren, een treinticket kopen, je geboorteakte opvragen, … Zoveel dagelijkse handelingen die we eenvoudig en snel kunnen doen dankzij digitale technologie. De voordelen van de nieuwe technologieën zijn immers talrijk: besturen die 24/7 open zijn, kortere verwerkingstijden en volledige transparantie van de procedure.

Dat hebben de burgers goed begrepen, en de Brusselaars nog meer. Volgens de resultaten van de nieuwe barometer digitale inclusie van de Koning Boudewijnstichting heeft het Brussels Gewest de grootste vooruitgang geboekt wat het gebruik van de overheidsdiensten online betreft. In Brussel werden in 2021 aldus 81% gebruikers geteld, tegenover 65% in 2019. In Vlaanderen zijn deze percentages respectievelijk 78% en 65%, tegenover 75% en 63% in Wallonië.

“Digitaal Brussel”, een stap verder

Uit deze resultaten blijkt duidelijk dat de burger steeds meer de digitale weg opgaat. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, die zich bewust is van deze realiteit, zal de komende weken overigens een ontwerp van ordonnantie, “Digitaal Brussel”, voorstellen dat alle administratieve procedures online toegankelijk moet maken.

“8 op de 10 Brusselaars maken gebruik van e-government, een cijfer dat aanzienlijk gestegen is als gevolg van de coronacrisis en de sluiting van talrijke overheidsdiensten. En als de Brusselaars steeds meer vragende partij zijn om hun administratieve handelingen van thuis uit te kunnen uitvoeren, wil ik dit fenomeen graag versnellen door van de besturen te eisen dat ze hun diensten digitaliseren, maar ook door ondersteuning te bieden aan diegenen die het verst van de digitale technologie afstaan", stelt Bernard Clerfayt.

Werelddierendag: samen met Union Saint-Gilloise

Vandaag is het Werelddierendag en de minister wil iedereen bewust maken van de verbintenis die men aangaat bij het adopteren van een dier.

De strijd tegen het achterlaten van dieren is het doel van de laatste campagne die minister Bernard Clerfayt samen met voetbalclub Union Saint-Gilloise voert. Vandaag is het Werelddierendag en de minister wil iedereen bewust maken van de verbintenis die men aangaat bij het adopteren van een dier.

“Dieren verdienen het dat er voor hen gezorgd wordt. Beslissen om een hond of een kat te adopteren, is een verbintenis aangaan. Laten we dus op 4 oktober al onze metgezellen vieren die nooit hun enige taak verzaken: ons gelukkig maken”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Dieren zijn geen producten

Terwijl de gezinnen hard worden getroffen door de stijgende kosten voor het levensonderhoud, zijn ook dieren het slachtoffer van deze crisis. Voor sommigen bestaat de oplossing erin hun metgezel in de steek te laten en de verbintenis die ze bij hun adoptie zijn aangegaan, te verbreken.

Om dit fenomeen te bestrijden, heeft de Brusselse minister van Dierenwelzijn onlangs samen met voetbalclub Union Saint-Gilloise een campagne opgezet tegen het achterlaten van dieren. Waarom precies? Om mensen eraan te herinneren dat dieren geen producten zijn die ze kunnen weggooien wanneer ze maar willen.

Ook de actoren in het veld maken deel uit van het project: de KMDB Veeweyde, Help Animals en het Blauwe Kruis nemen actief deel aan de campagne. Recent bezochten de spelers de verschillende opvangcentra om de dieren te ontmoeten en hen te helpen een gezin te vinden.

Onlangs werden de honden ook uitgenodigd voor een fotoshoot met hun favoriete speler. Deze momenten van samenzijn werden vereeuwigd op Panini-kaarten met alle nuttige informatie om de adoptie te vergemakkelijken. Deze kaarten zijn te vinden in de deelnemende opvangcentra en bij Union Saint-Gilloise.