Brusselse werkloosheid op historisch laag niveau

Brusselse werkloosheid op historisch laag niveau

In februari 2022 telt het Brussels gewest 85.700 werkzoekenden, een daling van 5,2% vergeleken met februari vorig jaar. De werkloosheidsgraad bedraagt daarmee 14,9%. De jongerenwerkloosheid daalt dan weer met 5,8%. Actiris ontving afgelopen maand 6.720 werkaanbiedingen, ofwel 117,1% meer dan in februari 2021. Dat bemoedigende cijfer is te danken aan het herstel van de economische activiteit de voorbije maanden en aan de verbeterde registratie van vacatures door Actiris.

Daling van de werkloosheid, met name bij de Brusselse jongeren

Eind februari telt het Brussels Gewest 85.700 werkzoekenden en heeft het een werkloosheidsgraad van 14,9%. Dit komt neer op een daling op jaarbasis (-4.713 personen, -5,2%). Op maandbasis noteren we een daling van 976 personen (-1,1%). De jongerenwerkloosheidsgraad bedraagt op zijn beurt 22,8%. Brussel telt 8.810 jonge werkzoekenden in februari 2022, oftewel 543 personen minder dan een jaar geleden (-5,8%).

Aantal Brusselse werkzoeken in februari

Aantal jonge Brusselse werkzoekenden in februari

Dat de instroom in de klassieke werkloosheid voorlopig niet sterk stijgt wordt verklaard door het feit dat het effect van de Covid-19-crisis momenteel voornamelijk wordt geregistreerd in termen van tijdelijke werkloosheid en overbruggingsrechten. Vele werkgevers doen een beroep op tijdelijke werkloosheid, omdat hun activiteiten stilgevallen zijn na de dringende maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Op het hoogtepunt van de gezondheidscrisis, oftewel in april 2020, waren er ongeveer 1.135.000 tijdelijk werklozen in Belgi , waaronder ongeveer 92.000 Brusselaars (ongeveer 27% van de Brusselse werknemers). Wat het overbruggingsrecht betreft, hebben in april ook ongeveer 388.000 zelfstandigen een overbruggingsrecht ontvangen, waaronder 49.000 Brusselaars (oftewel 57% van de zelfstandigen in Brussel).

In 2021 bleven veel werknemers en zelfstandigen gebruik maken van de tijdelijke werkloosheid en van het overbruggingsrecht. In de eerste zes maanden van 2021 hebben ongeveer 37.500 werknemers en 13.500 zelfstandigen in Brussel van deze maatregelen gebruik gemaakt. Hoewel hun aantal in 2021 geleidelijk is gedaald, werden tijdens de laatste 6 maanden van 2021 nog tussen de 15.000 en 22.000 Brusselse werknemers als tijdelijk werkloze geteld en maakten tussen de 1.500 en 5.000 Brusselse zelfstandigen gebruik van het overbruggingsrecht.

Dit heeft als gevolg dat de klassieke werkloosheidscijfers voorlopig minder sterk vari ren. Door middel van tijdelijke werkloosheid kunnen ondernemingen immers massale ontslagen vermijden. Om recht te hebben op een tijdelijke werkloosheidsuitkering hoeven werkzoekenden niet ingeschreven te zijn bij de openbare tewerkstellingsdiensten.

De werkloosheidsgraad

Eind februari 2022 bedraagt de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest 14,9% (14,3% voor de mannen en 15,6% voor de vrouwen). In februari 2021 bedroeg de werkloosheidsgraad 15,9%.

De werkloosheidsgraad is gemeten op basis van de meest recente beschikbare gegevens van de beroepsbevolking. Deze wordt berekend aan de hand van de gegevens van de Nationale Bank en van de Enqu te naar de arbeidskrachten van de FOD Economie. Op basis van een kruising van deze gegevens stellen we een stijging vast van de werkende beroepsbevolking in 2020 van 0,9% ten opzichte van het jaar daarvoor.

Kenmerken en evolutie van de niet-werkende werkzoekenden

Eind februari 2022 telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 85.700 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dit komt neer op een daling op jaarbasis (-4.713 personen, -5,2%).
De instroom in de werkloosheid bedraagt voor de maand februari 8.537 personen (6.744 herinschrijvingen en 1.793 nieuwe inschrijvingen). Daartegenover staat een uitstroom van 9.513 personen. Op maandbasis komt dit neer op een daling van het aantal NWWZ met 976 personen (-1,1%).

Kenmerken en evolutie van de niet-werkende werkzoekenden

Belangrijkste kenmerken en evoluties van de werkloosheid - februari 2022

Het Brussels Gewest telt 53.395 werkzoekenden die een uitkering hebben aangevraagd (WZUA), 5.344 jongeren in beroepsinschakelingstijd en 26.961 andere NWWZ die verplicht of vrij zijn ingeschreven.

In deze laatste categorie (“andere NWWZ”) vinden we personen terug die nog geen inschakelingsuitkering hebben ontvangen (die een aanvraag hebben ingediend bij de RVA), personen die uitgesloten werden van werkloosheidsuitkeringen en die zich opnieuw zijn komen inschrijven bij Actiris, personen met een leefloon en personen zonder vervangingsinkomen. We vermelden dat een belangrijk deel van deze werkzoekenden afhankelijk zijn van de OCMW’s of nog geen enkel vervangingsinkomen hebben.

Actiris kan, via een rechtstreekse gegevensstroom afkomstig van de POD Maatschappelijke Integratie, de werkzoekenden identificeren die op dit moment of in een recent verleden recht hebben op een leefloon of equivalent. Van de 85.700 ingeschreven NWWZ in februari 2022 waren er 12.037 werkzoekenden gebruikers van het OCMW (hetzij 14,0% van het totaal van de NWWZ). Dit aandeel is hoger bij de jongeren: onder de 8.810 jonge NWWZ, zijn er 2.191 gebruikers van het OCMW, hetzij 24,9%.

We stellen een daling vast op jaarbasis van de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (WZUA) met 9,9%. We stellen ook een daling vast van het aantal jongeren in beroepsinschakelingstijd op jaarbasis (-730 personen, -12,0%). Het aantal andere NWWZ steeg op jaarbasis met 7,6%.

Stijging van het aantal rechtstreeks ontvangen werkaanbiedingen

Actiris ontving in februari 2022, 6.720 werkaanbiedingen (WA) rechtstreeks. Dit is een stijging is van 117,1% vergeleken met februari 2021 en van 110,1% ten opzichte van februari 2020. Ook zonder rekening te houden met de werkaanbiedingen van het type “Interim” blijft het duidelijk een hoger aantal dan in februari 2021 (+72,9%) en in vergelijking met februari 2020 (+50,6%).

Hoewel de gezondheidscrisis het aantal ontvangen werkaanbiedingen aanzienlijk heeft doen dalen, met name in bepaalde sectoren zoals de horeca en de handel, wordt sinds enige tijd opnieuw een aanzienlijke toename van het aantal werkaanbiedingen geconstateerd.

Sinds meerdere maanden is het volume van rechtstreeks door Actiris ontvangen werkaanbiedingen immers aanzienlijk gestegen. De belangrijkste verklaring hiervoor heeft te maken met een verbeterde registratie van het aantal interim-werkaanbiedingen. In februari registreerde Actiris 2.255 ontvangen interim-werkaanbiedingen, terwijl dit er vorig jaar nog 512 waren en 234 in februari 2020.

De toename van het aantal ontvangen werkaanbiedingen kan echter ook worden verklaard door een geleidelijk en steeds duidelijker herstel van de economische activiteit, bijvoorbeeld in de sectoren horeca, handel, transport en bouw.
Sterke stijging van het aantal onrechtstreeks ontvangen werkaanbiedingen wegens veranderde criteria voor automatische ontvangst voor werkaanbiedingen komende van de VDAB

Sinds september 2021 trekt Actiris werkaanbiedingen van VDAB binnen volgens bredere criteria dan daarvoor het geval was: geen beperking meer tot knelpuntberoepen, tot werkaanbiedingen langer geopend dan 40 dagen, of tot werkplaats in het Brussels Gewest of de Rand. Dit heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal werkaanbiedingen dat via de VDAB werd ontvangen. In februari ging het om 70.487 werkaanbiedingen, acht keer het aantal van februari 2021.

Hierdoor is dus ook het totale aantal werkaanbiedingen (inclusief de via de VDAB en Forem en partnersites ontvangen werkaanbiedingen) sterk gestegen.

Aantal ontvangen werkaanbiedingen per kanaal - februari 2022

 

--

1. WZUA: werkzoekenden die een uitkering hebben aangevraagd. Dit zijn de werkzoekenden waarvan de RVA aan Actiris heeft laten weten dat ze werkloosheidsuitkeringen ontvangen.
2. Dit niveau omvat ten hoogste de studies secundair onderwijs 2e graad alsook de studies gerealiseerd in het buitenland zonder gelijkwaardigheid in België

Kinderboerderijen reguleren

Foto genomen tijdens het bezoek aan de boerderij Maximiliaan door minister Bernard Clerfayt

Tijdens zijn bezoek aan de kinderboerderij Maximiliaan heeft minister Bernard Clerfayt de levensomstandigheden van de dieren kunnen bekijken. Met de verantwoordelijken werd gepraat over de projecten van de boerderij. De aandachtspunten voor het welzijn van de dieren in het kader van een erkenning werden besproken.

Het Brussels Gewest telt 6 kinderboerderijen: La Ferme Nos Pilifs, de Hoeve van Ukkel, de Boerderij van het Maximiliaanpark, de Kinderboerderij van Jette, Happy Farm en ten slotte Paard en Bos.

De levensomstandigheden van de dieren in de kinderboerderijen optimaliseren en waarborgen

Het nut van kinderboerderijen, ongeacht of het school- of vrijetijdsactiviteiten betreft, betekent helemaal niet dat de dieren die er worden gehouden, er de instrumenten voor mogen zijn. Daar moeten, zoals elders, hun behoeften als levende wezens prioritair worden gerespecteerd.

Het toekomstige Brusselse wetboek voor dierenwelzijn zou de erkenning van kinderboerderijen verplicht stellen. Deze erkenning, op basis van de aanbevelingen van de Brusselse Raad voor dierenwelzijn, zou onder meer de minimumvoorwaarden voor het houden van dieren en een educatief programma in verband met dierenwelzijn beogen.

De voorwaarden voor het houden van dieren zouden betrekking hebben op de structuren, maar ook op het aantal dieren en de soorten die in dit type infrastructuur gehouden mogen worden. Er zal eveneens een referentieveearts moeten worden aangesteld die de boerderij ten minste tweemaal per jaar bezoekt.

Binnenplaats van de kinderboerderij Maximiliaan

Een erkenning op voorwaarde dat de regelgeving wordt nageleefd

“Momenteel zijn deze boerderijen aan geen enkele specifieke regelgeving inzake dierenwelzijn onderworpen. Het uitwerken van het Brusselse wetboek voor dierenwelzijn is de gelegenheid om het beginsel van een erkenning voor deze educatieve dierenparken op te nemen. Daarin zouden de voorwaarden voor de erkenning, maar ook de nadere regels voor de opschorting en de intrekking van deze erkenning worden vastgesteld in geval van de niet-naleving van de regelgeving”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

Het belang om tijdens bezoeken aandacht te besteden aan het welzijn van dieren

Er zal ook bijzondere aandacht moeten worden besteed aan het contact tussen de dieren en het publiek. Zo zouden de verblijven een van de bezoekers afgeschermde zone moeten hebben waar de dieren zich te allen tijde kunnen terugtrekken. De boerderij zou eveneens maatregelen moeten nemen in verband met het voederen door het publiek om ongeschikt voedsel of onaangepaste hoeveelheden te vermijden: informatieborden, permanent toezicht of de plaatsing van automaten.

Tot slot zullen de educatieve programma’s van de boerderijen moeten evolueren om specifiek de dimensie van het dierenwelzijn te omvatten. “Kinderboerderijen spelen een sleutelrol bij het in contact brengen van burgers met dieren en de natuur. En dat is des te meer het geval in Brussel. Vandaag zijn de educatieve programma's van deze boerderijen voornamelijk gericht op het milieu. Dat is belangrijk, maar het dierenwelzijn moet erin worden geïntegreerd. Van jongs af aan mensen bewust maken van het respect voor dieren, hun gevoeligheid en hun eigenheid draagt bij tot de ontwikkeling van het respect voor zichzelf, de anderen en het milieu”, besluit de Brusselse minister.

Paardenbox in de kinderboerderij Maximiliaan

Renolution: banen en vereenvoudiging

Foto: Fresco, een creatie van Suarez Murals. Dit fresco kan u tot 6 april 2022 terugvinden in de Nicolas Doyenstraat 14 in 1080 Sint-Jans-Molenbeek (Weststation).

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal tegen 2024 350 miljoen euro investeren in de renovatiestrategie “Renolution”. De nieuwe gewestelijke steun voor Brusselaars, die toegankelijker en beter aangepast is, zal de huisvesting verbeteren en de energierekening verlagen.

Renolution: nieuwe stap werd gezet

Sinds 2008 hanteert het Brussels Gewest strikte normen voor alle ruwbouw, bouwwerken of grote renovaties. En in 2015 werd de passiefnorm verplicht voor alle nieuwbouw. In deze context heeft de bouwsector internationaal erkende knowhow ontwikkeld. Met Renolution zetten we een nieuwe stap om ons energieverbruik terug te dringen en meer Brusselaars een gezond leefomgeving te waarborgen.

8000 nieuwe banen in het vooruitzicht

De 350 miljoen die het Gewest investeert, moet de creatie van 8.000 nieuwe lokale banen bevorderen. Dat zijn allemaal nieuwe kansen op werk voor de Brusselaars.

Voor Renolution zijn meer en beter opgeleide vakmensen nodig. En hiervoor “hebben we de instrumenten, structuren, opleidingen en stimulansen om iedereen die het wil een opleiding in de bouwsector en in duurzame bouwtechnieken aan te bieden", merkt de minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, op.

Pool Opleiding Werk Construcity

Construcity richt zich tot de bouwsector en vormt de schakel tussen enerzijds de overheidsdiensten voor tewerkstelling en opleiding en anderzijds de bouwsector. De bedoeling is om niet alleen werkzoekenden en jongeren die alternerend onderwijs volgen, maar eveneens professionals, op te leiden op het vlak van de nieuwste technieken, en met name die van duurzaam bouwen.

Sector en werkzoekenden mobiliseren

In het kader van een plan van aanpak voor de knelpuntvacatures, zal minister Bernard Clerfayt een rondetafelgesprek organiseren met de bouwsector. Het doel is om concrete pistes uit te werken om beroepen zoals metselaar, timmerman, verwarmingstechnicus, elektricien en alle andere beroepen uit de bouwsector van de lijst met knelpuntberoepen te schrappen.

Voor werkzoekenden die een opleiding volgen in een knelpuntberoep, waaronder vrijwel alle jobs uit de bouwsector vallen, wordt een extra opleidingsvergoeding verhoogd naar 3 euro per uur.

Renolution: oog voor administratieve vereenvoudiging

Voorbij zijn de dagen van twee afzonderlijke premies voor "energie" en "renovatie”. Voortaan is er slechts een enkele premie: de Renolution-premie. Een enkel Renolution-platform maakt online verwerking mogelijk met een duidelijke weergave van toegankelijke oplossingen, afhankelijk van het type werkzaamheden. De beschikbare premies worden weergegeven volgens de status van de aanvrager (eigenaar, huurder, overheid, bedrijf, enz.). Bovendien worden de toegangsvoorwaarden voor begunstigden verduidelijkt en vereenvoudigd. De eenvormige procedure voor het verkrijgen van alle in aanmerking komende premies is ook een enorme tijdbesparing.

De Renolution-premies kunnen na de werkzaamheden worden aangevraagd, op vertoon van de factuur. De regels met betrekking tot stedenbouwkundige vergunningen blijven van toepassing en het is essentieel om alle technische voorwaarden te respecteren. Praat erover met uw aannemer voordat u met uw project begint om ervoor te zorgen dat deze voorwaarden worden nageleefd. Hier vindt u de belangrijkste stappen van een renovatie om uw werkzaamheden sereen aan te vatten.

Links en andere nieuwsberichten:

Eerste Cosearching Center in België

Foto: werkzoekenden wisselen ervaringen uit, Actiris lanceert Cosearching

Op dinsdag 22 februari hebben Actiris en zijn partners het eerste Cosearching Center in België ingehuldigd binnen BeCentral, in het centrum van de stad.

Jaarlijks kunnen 500 tot 700 werkzoekenden gebruikmaken van een collectieve dynamiek op basis van advies, onderlinge hulp en netwerking. “Je kunt snel je zelfvertrouwen verliezen bij het zoeken naar een baan.”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Opleiding, vast.  

Cosearching: gedeelde ervaringen en verwerving van vaardigheden

Concreet worden groepen van tien werkzoekenden gevormd die regelmatig bijeenkomen. Werkzoekenden die dezelfde moeilijkheden ondervinden, delen hun ervaringen, steunen elkaar en vinden samen oplossingen. De formule helpt om zelfvertrouwen op te bouwen en het isolement te doorbreken. Daarnaast ontwikkelen werkzoekenden tijdens deze begeleiding essentiële vaardigheden voor de arbeidsmarkt: creativiteit, teamwork, netwerken.

Tools om de werking van elke Cosearching groep te optimaliseren

De werkzoekenden worden de eerste vijf weken begeleid door een facilitator. Het doel van deze begeleiding is om hen de sleutels te geven waarmee een groep kan leven: besluitvorming, rolverdeling, actief luisteren, het vermogen om te brainstormen en ideeën naar voren te brengen, enz. Na afloop van deze begeleiding, wanneer alle tools in handen zijn, komen de groepen onafhankelijk bij elkaar, idealiter een keer per week.

"Het is makkelijker met andere mensen die zich in soortgelijke situaties bevinden"

Vincent Gadé, 37 jaar, heeft altijd in de horeca en de handel gewerkt voordat hij, met name dankzij de Cosearching workshops, in webdevelopment terechtkwam. Hij heeft net een opleiding en een stage afgerond bij BeCode. "Ik ontdekte het bestaan ​​van Cosearching in een nieuwsbrief van Actiris en schreef me meteen in. Soms voel je je alleen wanneer je op zoek bent naar een job. De wekelijkse vergaderingen, zelfs via videoconferentie, hebben me enorm gemotiveerd en gestimuleerd. Ik was in staat om te communiceren met veel mensen van verschillende leeftijden, afkomst, achtergronden die ik zonder de Cosearching workshops nooit zou hebben ontmoet. We motiveerden elkaar tijdens de gecoachte sessies, maar ook in het digitale platform Backstage.Network waar we zelf projecten begonnen te lanceren:  schrijf- en computerworkshops, conversatietafels. Ik heb lang getwijfeld om de stap te zetten naar IT, maar de klik kwam uiteindelijk tijdens een van de workshops. Vandaag heb ik mijn opleiding en stage achter de rug en wil ik mij blijven bijscholen.”

Andrea Cuadrado, 38 jaar, nam deel aan workshops van Cosearching. Ze zegt dat ze haar midden in de COVID-periode hebben geholpen om verschillende loopbaanmogelijkheden te verkennen en haar te begeleiden bij haar zoektocht naar werk. "Ik heb in de zomer van 2020 een tiental sessies gevolgd in een groep van 8 personen. Ik realiseerde me dat het soms makkelijker is om over je dromen, je professionele behoeften of je waarden te praten met andere mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden dan met de mensen om mij heen. De workshops van Cosearching waren ook een goede netwerktool. Uiteindelijk slaagde ik erin om, na vrijwilligerswerk, een ​​job in human resources te vinden bij NewB. Dankzij de groep durfde ik deze nieuwe uitdaging aan te gaan, een job die trouwens heel goed bij me past."

Cosearching op de testbank sinds 2019

Op initiatief van Actiris wordt het Cosearching.brussels-project sinds 2019 getest in het kader van een proefproject dat werd uitgevoerd in samenwerking met Activ'action, Cocorico and Co, Divers Gens en de Jobhuizen van Vorst, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde en Ukkel. Onderweg sloten zich nog twee andere partners aan bij het project. Eerst Backstage.Network, dat een digitaal platform heeft opgezet voor de gemeenschap van wederzijdse hulp: cosearching.brussels. Vervolgens Tracé Brussel, die de tweetaligheid van dit project verzekerde.

Waardevolle hulp voor langdurig werkzoekenden

Na de uitvoering van het proefproject werd een enquête gehouden. 84% van de respondenten erkent dat Cosearching hen in staat heeft gesteld vaardigheden te verwerven. Ook voor langdurig werklozen kan Cosearching een nieuwe oplossing bieden. Sterker nog, in 2020 was meer dan 70% van de cosearchers langer dan een jaar werkloos. Na de positieve resultaten die tijdens deze testfase werden behaald, heeft het Beheerscomité van Actiris eind 2021 beslist om de uitvoering van het project, dat zich nu richt tot iedereen die bij Actiris is ingeschreven en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont, te verlengen.

Wat u ook zou kunnen interesseren:

Bijna 100.000 mensen schreven zich al in op Brulingua

Een taal leren was nooit zo eenvoudig dankzij Brulingua.

Een taal leren was nooit zo eenvoudig dankzij Brulingua. In 2021 hebben 21.650 Brusselaars zich ingeschreven op Brulingua. In 2020 waren er reeds 17.318 personen die een account creëerden op het platform.

Vandaag tellen we 97.334 personen die ingeschreven zijn op het platform om één van de 24 beschikbare talen te leren. Het betreft 63% vrouwen en 73% is jonger dan 40 jaar. We stellen eveneens vast dat het gebruik van Brulingua lijkt te stijgen met het studieniveau, aangezien 34% minstens een diploma middelbaar onderwijs heeft.

11.024 personen schreven zich in voor Nederlands

“Het verwerven van nieuwe competenties, met name op taalvlak, moet een verplichte stap zijn voor werkzoekenden, zodat zij hun aantrekkelijkheid voor de werkgevers kunnen vergroten”, verklaart Bernard Clerfayt. In 2021 waren er 11.024 personen die hun kennis van het Nederlands wilden verbeteren, 6.188 van het Engels, 5.861 van het Frans en 1.203 van het Duits. Net daarna volgden Spaans (412), Bulgaars (285) en Italiaans (201), die sinds oktober 2021 op Brulingua beschikbaar zijn.

Eerst kennis van de landstalen

Om een baan te vinden in het Brussels Gewest of in de buitenwijken, vormt de kennis van verschillende talen een belangrijke toegevoegde waarde op de arbeidsmarkt. Naast de talrijke multinationals hebben tal van Belgische bedrijven hun hoofdkantoor in Brussel. Bovendien wordt in één op de twee jobaanbiedingen die Actiris beheert, expliciet om talenkennis gevraagd. En in meer dan 55% van de vacatures zijn vaardigheden in het Frans en het Nederlands vereist.

Test maakt aanpassen van niveau oefeningen mogelijk

Bij de inschrijving op Brulingua wordt een eerste test uitgevoerd om de kennis van de taal te beoordelen en de oefeningen in functie daarvan aan te passen. 4.781 Brusselaars hebben een test Nederlands afgelegd. 3.667 personen voerden een test Frans uit.

“Het gebrek aan taalvaardigheden bij de werkzoekenden is een grote uitdaging om meer Brusselaars aan het werk te krijgen. Des te meer omdat meer dan 14.000 werkzoekenden slechts een basiskennis Frans of Nederlands bezitten. Hoe kan je werk vinden als je niet een van beide landstalen beheerst?”, vraagt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, zich af.

30 werkgevers krijgen diversiteitslabel

Afbeelding: werknemers van diverse afkomst werken binnen een onderneming; diversiteit is een troef en kan deel uitmaken van een echte bedrijfsstrategie.

Actiris heeft voor de 13de keer de diversiteitslabels uitgereikt. Deze labels worden toegekend aan ondernemingen die, na uitvoering van een diversiteitsplan, positief beoordeeld werden door Actiris. Dit plan omvat concrete acties om diversiteit te bevorderen en discriminatie te bestrijden. 30 van hen kregen dit jaar een label.

Sinds 2010 heeft Actiris in totaal al 273 werkgevers geholpen bij het opzetten van een diversiteitsplan en dit betreft meer dan 100.000 werknemers in het Brussels Gewest.

Het diversiteitlabel, een procedure in drie stappen

De eerste stap is een stand van zaken. Actiris analyseert de bestaande situatie in de onderneming op het vlak van diversiteit.

Na deze beoordeling stelt Actiris samen met de werkgever een actieplan op. Deze acties hebben tot doel de diversiteit in het bedrijf te verbeteren. Het wordt bepaald op basis van één of meerdere begunstigde groepen van het Brussels diversiteitsbeleid (afkomst, leeftijd, handicap, opleiding en geslacht) en de interventiedomeinen (werving en selectie, personeelsbeheer, interne communicatie en externe positionering).

Ten slotte wordt de onderneming, nadat het diversiteitsplan twee jaar is uitgevoerd, onderworpen aan een evaluatie. Is deze positief, dan kan de onderneming een label aanvragen bij het Gewest. Het label wordt door de Minister van Werk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegekend aan werkgevers die verschillen in de beroepsomgeving erkennen, respecteren en valoriseren. Het label is twee jaar geldig en de onderneming mag het vrij gebruiken in al haar communicatie. Bij een nieuwe positieve evaluatie kan het verlengd worden, waardoor de onderneming aan nieuwe thema's kan werken.

Een bedrijfsstrategie

“Alle Brusselaars, ongeacht hun leeftijd, geslacht, woonplaats of afkomst, toegang geven tot werk: dat is de echte uitdaging in Brussel. Diversiteit is een potentiële rijkdom voor werkgevers. Vandaag blokkeren er echter nog altijd veel obstakels de weg naar een echte bedrijfsstrategie rond diversiteit. Daarom ontwikkelen we met de overheidsdiensten aangepaste tools als de diversiteitsplannen en -labels voor de Brusselse ondernemingen, om van diversiteit een onbetwistbare rijkdom te maken”, aldus Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

De gelabelde ondernemingen

De lijst met winnaars voor dit jaar 2021 is als volgt: Dokters van de Wereld, Info-Sourds, Faceo, Cegelec, Kinderdagverblijf van Actiris, Hoppa, Chapelle de Bourgogne, Turbel, InBrussel, COIB-BOIC, Bruxeo, SAP-Belgium&Lux, Europe Clinics, VUB, NMBS, Randstad, Espace Social Télé Service, Audi, Ranges, Multijobs, GAMS, Sophia Group, CP Group, BePax, Justice & Peace, Amnesty International (BF), L'Oreal, Eko Services, Pfizer en Eurobussing (Keolis).

Brussel garandeert welzijn van dieren tijdens transport

Foto van een paard klaar voor transport over de weg

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft de Regering in laatste lezing een besluit goedgekeurd waarin de voorwaarden voor het niet-commerciële vervoer van landbouwhuisdieren worden vastgelegd

 “Er waren geen precieze regels voor het niet-commerciële vervoer van landbouwhuisdieren en we hebben ‘wild’ vervoer van landbouwdieren kunnen waarnemen. Dit besluit stelt duidelijke regels vast die volkomen ongeschikt transport zullen ontmoedigen en de controles door de agenten zullen vergemakkelijken”, legt Bernard Clerfayt uit.

Alle landbouwhuisdieren

Koeien, paarden, varkens, maar ook kippen en konijnen. Elk jaar circuleren er duizenden dieren in het Brussels Gewest. En dat gebeurt niet altijd in de beste omstandigheden. In 2017 keurde de Brusselse Regering een besluit goed dat de regels voor het vervoer vastlegde. Alleen leverde het verschillende problemen op waardoor het niet kon worden toegepast en was het alleen gericht op bepaalde soorten landbouwhuisdieren.

De vorige wetgeving was namelijk niet gericht op konijnen, pluimvee of alle paardachtigen, waardoor sommigen aan het vastgestelde kader konden ontsnappen. Iedereen die zich met een landbouwhuisdier wil verplaatsen moet de in het besluit vastgelegde minimumnormen respecteren en in het bezit zijn van het naar behoren ingevulde "verplaatsingsdocument voor dierenwelzijn”. Een standaarddocument kan worden gedownload op de website van Leefmilieu Brussel.

De verplaatsingsdocumenten vereist door het FAVV kunnen het verplaatsingsdocument voor dierenwelzijn vervangen, op voorwaarde dat alle informatie die vereist is in het document van Leefmilieu Brussel op deze documenten staat. Dit betekent dus dat de particulier die bijvoorbeeld zijn paard vervoert, in het bezit moet zijn van het naar behoren ingevulde verplaatsingsdocument.

Voorwaarden voor vervoer

Om het welzijn van dieren tijdens hun transport te garanderen, heeft de Brusselse Regering daarom nieuwe voorwaarden aangenomen. Voortaan moet de vervoerder met name het ingevulde verplaatsingsdocument dierenwelzijn bij zich hebben en is vervoer verboden onder de 5°C en boven de 30°C. Tot slot moet het vervoermiddel:

  • de veiligheid van de dieren garanderen,
  • beschikken over passend strooisel, weerstaan aan schokken,
  • geventileerd worden,
  • een natuurlijke lichtinval toestaan.

Daarnaast mogen dieren niet aan horens, gewei, neusringen of met samengebonden poten worden vastgemaakt.

Bijzondere maatregelen voor bepaalde soorten

Voor sommige soorten werden specifieke voorwaarden gedefinieerd. Konijnen mogen aldus niet in een kartonnen doos worden vervoerd. En pluimvee moet worden vervoerd in een transportkist waarin het dier rechtop kan staan.

Deze nieuwe vervoersmodaliteiten gaan eind februari in.

Werk: knelpuntberoepen 2020 in Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Generiek beeld ter illustratie van de interacties bij het zoeken naar werk en de aanwezigheid van digitale technologieën op de achtergrond

In het rapport “Analyse van de knelpuntberoepen 2020 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, uitgegeven door View.brussels in december 2021, is sprake van 111 knelpuntberoepen. Meer dan de helft ervan, 68 beroepen, kan als structureel worden omschreven. Het betreft met name verschillende beroepen uit de non-profitsector, waaronder hoofdzakelijk het onderwijzend en verplegend personeel, commerciële beroepen zoals verkopers en vertegenwoordigers, beroepen binnen de ambachten, technische beroepen, beroepen in de bouw, informatici, ingenieurs en diverse administratieve functies.

Het bestuderen van de knelpuntberoepen brengt ons naar de kern van de relatie tussen opleiding en tewerkstelling. Deze informatie is bijzonder nuttig om het opleidingsaanbod aan te passen en te ontwikkelen, tekortkomingen weg te werken en zo de toegang tot de arbeidsmarkt voor de Brusselaars te bevorderen.

Criteria, soorten en bepalende factoren die knelpuntberoepen definiëren

Drie cumulatieve criteria:

  • een minimumaantal van 20 werkaanbiedingen ontvangen voor dit beroep in de loop van het jaar;
  • een invullingsgraad van de werkaanbiedingen voor dit beroep die lager ligt dan de berekende invullingsgraad voor alle beroepen samen;
  • een benodigde mediane duur om de werkaanbiedingen voor dit beroep af te sluiten die langer is dan de mediaan van de invullingstijd voor alle werkaanbiedingen.

Structureel knelpuntberoep

Een knelpuntberoep wordt structureel als het beroep in het referentiejaar (hier 2020) voor de derde keer op rij een knelpuntberoep is, of als het ten minste drie keer in de vijf voorgaande jaren een knelpuntberoep is.

De bepalende factoren

Er worden drie soorten factoren vastgesteld als bepalend voor het ontstaan en het voortbestaan van de knelpuntberoepen.

  1. de kwantitatieve factoren: het tekort aan kandidaten voor een bepaald beroep;
  2. de kwalitatieve factoren: de kandidaten voldoen niet aan de vereisten (opleiding, ervaring, talenkennis, IT-kennis, softskills);
  3. de factoren die verband houden met de subjectieve perceptie van het beroep, de sector, etc.

Concrete en gedetailleerde informatie

Het rapport, dat een honderdtal bladzijden telt, bevat een tabel met de knelpuntberoepen en voor elk beroep worden de criteria opgelijst die de keuze voor het beroep hebben bepaald (zie boven), de mate van herhaling en de huidige stand van zaken van het opleidingsaanbod. (Raadpleeg de tabel met knelpuntberoepen, uittreksel uit het rapport van View.brussels)

Het rapport van View.brussels bevat eveneens een gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste oorzaken die aan de basis liggen van de rekruteringsmoeilijkheden, en dat per beroep. Deze informatie werd gebundeld dankzij de adviezen van sectordeskundigen, zowel intern als extern bij Actiris. De knelpuntberoepen worden er per beroepsgroep voorgesteld.

Analyse van de knelpuntberoepen en opleidingsaanbod

De uitwerking van “de analyse van de knelpuntberoepen 2020 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” sluit aan op de versterkte samenwerking tussen View.brussels, het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleiding en Bruxelles Formation. In het rapport wordt aangetoond hoe rekening gehouden wordt met de knelpuntberoepen in het aanbod van Bruxelles Formation.

Dit rapport is des te belangrijker in een context van economisch herstel waarin de veranderingen op de arbeidsmarkt van nabij gevolgd moeten worden. De rekruteringsmoeilijkheden van de werkgevers waarover de media berichten, kunnen aldus geobjectiveerd worden dankzij een lijst met de knelpuntberoepen en een gedetailleerde analyse van elk beroep.

Meer dan 88% van het aanbod van Bruxelles Formation dekt de knelpuntberoepen

“In 2020 werden 78 van de 88 knelpuntberoepen die onder het toepassingsgebied van Bruxelles Formation en zijn partners vallen (88,6%) gedekt door één of meer opleidingsproducten (dit aandeel bedroeg 85,4% in 2018 en 87,6% in 2019). Bovendien zijn 49 van de gedekte knelpuntberoepen (62,8%, of evenveel als in 2019) rechtstreeks verbonden met minstens één opleiding die door een van de centra of een partner wordt gegeven.”

De knelpuntberoepen en de arbeidsmarkt

Uit het rapport blijkt dat de diversiteit van de oorzaken van de rekruteringsmoeilijkheden de invoering van oplossingen eist die zich zowel tot de werkzoekenden, de werknemers, de bedrijven, de actoren inzake tewerkstelling en opleiding, als tot de sociale partners richten in een poging om ze te verhelpen.

Ook wordt gewezen op de invoering van het telewerk, waardoor de organisatie van het werk en de integratie van nieuwe digitale technologieën in het innovatieproces van producten en/of diensten ter discussie worden gesteld. Kortom, de verandering van de beroepen leidt eveneens tot spanningen op de arbeidsmarkt. Opleiding in digitale tools moet dus een plaats krijgen in de meeste beroepsopleidingen.

Bovendien telt het Brussels Gewest een groot aantal banen met hoge taalvereisten. Het leren van talen moet een centrale plaats blijven innemen in de maatregelen ter ondersteuning van de werkzoekenden en in de beroepsopleidingsprogramma's, en dat door het opnemen van beroepsgerichte modules.

Onzekerheid over de echte gevolgen van de crisis

De gezondheidscrisis heeft vooral geleid tot het gebruik van tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht. Het is dan ook normaal dat het effect op de traditionele werkloosheid beperkter is geweest. Door gebruik te maken van tijdelijke werkloosheid konden bedrijven massale ontslagen vermijden.

84% wil dierenwelzijn verbeteren

Foto met verschillende gezelschapsdieren: hond, kat, hamster, leguaan, vogel en konijn

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, wil de wetten die het welzijn van dieren verzekeren, moderniseren. De doelstelling: een 35 jaar oude wetgeving laten evolueren.

De eerste stap werd gezet, namelijk de Brusselaars raadplegen over hun verwachtingen en hun relatie tot dieren. 84% van de respondenten van de raadpleging op vrijwillige basis die vorige zomer gelanceerd werd, meent dat dieren nog beter beschermd kunnen worden. 2.135 personen hebben de enquête ingevuld, hetzij online, hetzij door een papieren formulier in een van de 18 partnergemeenten binnen te brengen.

Positieve lijsten en sterilisatie

83% van de respondenten is het eens met het bestaan van positieve lijsten die het aantal en de soorten die mogen worden gehouden, beperken. Op deze lijsten staan ook de voorwaarden voor het houden van dieren. Er bestaat al een lijst voor zoogdieren en reptielen; de lijsten voor vogels, vissen en amfibieën worden momenteel opgesteld.

Hoewel de huidige wetgeving enkel het steriliseren van katten verplicht, is 47% van de respondenten een voorstander van de uitbreiding van de sterilisatieverplichting voor andere diersoorten, met name voor honden, konijnen en duiven.

Impulsaankopen van dieren beperken

Nog steeds met het oog op het beperken van impulsaankopen, wil 70% van de ondervraagden bovendien dat de verkoop van dieren in dierenwinkels wordt verboden. En 80% is tegen reclame op sociale netwerken.

Slachtvoorwaarden

71% van de respondenten steunt het opleggen van bedwelming vóór het slachten. En 85% wil nog verder gaan door deze praktijk uit te breiden tot kreeften, krabben en rivierkreeften.

Vergunning voor het houden van dieren en betere bescherming tegen mishandeling

80% van de respondenten is van mening dat de sancties ontoereikend zijn. Niet alleen willen zij het houden van dieren door eigenaars die zich schuldig hebben gemaakt aan dierenmishandeling, verbieden, maar sommigen stellen zelfs voor “dierenwelzijnswerk” op te leggen.

“Bijna 100 respondenten hebben spontaan de invoering van een vergunning voor het houden van dieren, na een opleiding of een examen, voorgesteld. Er is dus geen sprake van om een vergunning zoals in Wallonië in te voeren die automatisch aan iedereen zou worden toegekend. Omwille van de logica overweeg ik echter om deze vergunning te beperken tot bepaalde diersoorten die specifieke behoeften hebben, zoals de nieuwe gezelschapsdieren die steeds populairder worden bij de Brusselaars", verklaart Bernard Clerfayt.

Meer vrije ruimtes voor honden

Het laatste deel van de vragenlijst bestond uit een “ideeënbus”. Tot de voorstellen die het vaakst werden gedaan, behoorden het creëren van vrije ruimtes voor honden, een verbod op het gebruik van elektrische halsbanden en een verbod op de verkoop van levende dieren op de markt. Het voorzien van beschutting voor dieren die buiten worden gehouden, en de invoering van een vergunning voor het houden van dieren behoren ook tot de voorstellen.

Grootste hervorming inzake dierenwelzijn ooit

De uitwerking van het Brusselse wetboek is dus goed en wel opgestart. Het is de bedoeling om dit nieuwe wetboek tegen het einde van het jaar in eerste lezing goed te keuren.

“Deze raadpleging van de Brusselaars op vrijwillige basis, maar ook van de sectoren met betrekking tot het dierenwelzijn, zal leiden tot een evenwichtig Brussels wetboek van dierenwelzijn, vooral omdat dit wetboek de belangrijkste hervorming ooit op het gebied van dierenwelzijn zal zijn”, besluit Bernard Clerfayt.

Naar alternatieven voor de beheersing van duivenpopulaties in de stad

Duiven op een openbaar plein in de stad

De Brusselse volksvertegenwoordigers spreken zich vandaag uit over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan het vangen en doden van duiven. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, steunt het voorstel en wil dat er een einde komt aan deze wrede en weinig efficiënte praktijk. Het doel is om alternatieven aan te moedigen om de overbevolking van duiven in de stad aan te pakken

Overlast door overpopulatie

Geluidsoverlast, uitwerpselen waarvan de zuurgraad materialen aantast, beschadigd materiaal, veren die dakgoten verstoppen, ziektes, enz. De overbevolking van duiven in stedelijke gebieden kan veel schade aanrichten.

Vangen is niet de oplossing

 “In 2019 schreef Natagora een rapport over de duivenproblematiek in de stad. In het bijzonder lezen we dat het vangen van duiven een weinig efficiënte en onethische kortetermijnoplossing is. De jongen zullen immers de oude dieren die werden gevangengenomen vervangen”, merkt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, op.

Sommige bedrijven voeren bijgevolg – zoals de wetgeving dat tot dusver toestaat – duivenbestrijdingsacties uit. De vogels worden aldus gevangen in kooien en vervolgens gedood, meestal door vergassing. Deze praktijk werpt evenwel enkele problemen op. Het personeel controleert de kooien niet altijd op regelmatige tijdstippen waardoor de dieren sterven van honger en dorst (naast de stress van de gevangenschap). Deze vangmethode is niet-selectief en kan leiden tot de dood van beschermde soorten zoals de houtduif.

Voor efficiëntere en minder wrede methoden

De Brusselse volksvertegenwoordigers zouden dus vandaag, vrijdag 4 februari, moeten stemmen over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan deze praktijk. Des te meer omdat er andere efficiëntere en minder wrede methoden bestaan, zoals die uitgedragen door Natagora.

Een eerste methode is het stoppen met het voederen van duiven door zaden of brood te geven op de openbare weg. Dat versnelt de verspreiding van duiven, maar trekt ook ander ongedierte zoals ratten aan. Een andere methode is het voorzien van contraceptieve duiventillen waarin de geproduceerde eieren worden weggenomen en vervangen door namaakeieren, of zelfs het verspreiden van anticonceptiezaden.

Beheersing van duivenpopulaties in de stad

“Hoewel het interessant is om meer te weten te komen over de praktijken die elke gemeente ontwikkelt om de proliferatie van duiven tegen te gaan, is het essentieel om de acties van de gemeenten te coördineren en te harmoniseren. Een duif kent geen gemeentegrenzen en het probleem doorschuiven naar naburige gemeenten heeft geen enkele zin. Het lopende AWI-BRU-onderzoek zal ons toelaten om een actieplan op te stellen voor een respectvol en efficiënt beheer van de duivenpopulatie”, besluit de Brusselse minister.