127 klachten voor dierenmishandeling in 2022

Actualiteit
-	Stijgend aantal klachten wegens dierenmishandeling. Hetzelfde geldt voor de inbeslagnames die met 43% toegenomen zijn.

Vorig jaar werden 127 klachten voor dierenmishandeling ingediend. Dat is een stijging van 53% in vergelijking met 2021.

Het melden van dierenmishandeling zorgt ervoor dat in problematische gevallen kan worden ingegrepen en, indien nodig, kan worden overgegaan tot inbeslagnames. Deze kunnen om verschillende redenen plaatsvinden: een gebrek aan hygiëne, verwaarlozing, ondervoeding, onbehandelde ziekten, etc.

Ook meer inbeslagnames, namelijk 43%

In 2022 is het aantal inbeslagnames op één jaar tijd met 43% gestegen, met in totaal 40 inbeslagnames waarbij 83 dieren betrokken waren. Het betrof 48 honden, 28 katten, 3 vogels, 2 konijnen, 1 python en 1 schaap. Meestal zijn deze inbeslagnames het gevolg van klachten die werden ingediend door burgers bij de dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel.

Na de inbeslagname worden deze dieren over het algemeen tijdelijk toevertrouwd aan een asiel, in afwachting van de beslissing waar het dier zal terechtkomen. Deze beslissing wordt genomen door Leefmilieu Brussel en moet binnen de twee maanden na de inbeslagname plaatsvinden.

Tot 100.000 euro boete

“Dierenmishandeling mag niet lichtzinnig worden opgenomen. Daarom steken de inspecteurs van Leefmilieu Brussel een tandje bij door gebruik te maken van waarschuwingen, van processen-verbaal en, in sommige gevallen, van inbeslagnames. Ik werk er overigens aan om, in het Brussels wetboek voor dierenwelzijn, instrumenten te ontwikkelen teneinde inbreuken op het dierenwelzijn nog efficiënter te voorkomen en te bestraffen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

De boetes in geval van dierenmishandeling kunnen oplopen tot 100.000 euro en de rechter kan zelfs een gevangenisstraf opleggen, alsook een verbod om dieren te houden.

127 klachten voor dierenmishandeling in 2022 in Brussels Gewest

Persbericht

In 2022 heeft Leefmilieu Brussel 127 klachten voor dierenmishandeling geregistreerd. Het aantal in het Brussels Gewest uitgevoerde inbeslagnames is overigens gestegen met 43%, met in totaal 40 inbeslagnames waarbij 83 dieren betrokken waren.

Het melden van dierenmishandeling zorgt ervoor dat in problematische gevallen kan worden ingegrepen en, indien nodig, kan worden overgegaan tot inbeslagnames. Deze kunnen om verschillende redenen plaatsvinden: een gebrek aan hygiëne, verwaarlozing, ondervoeding, onbehandelde ziekten, etc. In 2022 is het aantal inbeslagnames op één jaar tijd met 43% gestegen, met in totaal 40 inbeslagnames waarbij 83 dieren betrokken waren. Het betrof 48 honden, 28 katten, 3 vogels, 2 konijnen, 1 python en 1 schaap.

Meestal zijn deze inbeslagnames het gevolg van klachten die werden ingediend door burgers bij de dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel. Vorig jaar werden 127 klachten ingediend, wat een stijging betekent met 53% in vergelijking met 2021.

Na de inbeslagname worden deze dieren over het algemeen tijdelijk toevertrouwd aan een asiel, in afwachting van de beslissing waar het dier zal terechtkomen. Deze beslissing wordt genomen door Leefmilieu Brussel en moet binnen de twee maanden na de inbeslagname plaatsvinden.

“Dierenmishandeling mag niet lichtzinnig worden opgenomen. Daarom steken de inspecteurs van Leefmilieu Brussel een tandje bij door gebruik te maken van waarschuwingen, van processen-verbaal en, in sommige gevallen, van inbeslagnames. Ik werk er overigens aan om, in het Brussels wetboek voor dierenwelzijn, instrumenten te ontwikkelen teneinde inbreuken op het dierenwelzijn nog efficiënter te voorkomen en te bestraffen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.

De boetes in geval van dierenmishandeling kunnen oplopen tot 100.000 euro en de rechter kan zelfs een gevangenisstraf opleggen, alsook een verbod om dieren te houden.

 

Meer info?

Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Strijd tegen dierproeven: Gewest steunt twee onderzoeksprojecten

Actualiteit
Onderzoekslaboratorium

De Regering heeft ingestemd met de toekenning van subsidies aan de VUB voor haar project "RE-Place" en aan de ULB voor haar project “Alternatieven voor dierproeven”. Deze projecten hebben twee doelstellingen: het gebruik van proefdieren verminderen en alternatieve methoden bevorderen.

“aantal experimenten met dieren drastisch verminderen”

“De wetenschap is geëvolueerd en heeft voor alternatieven gezorgd waaraan geen laboratoriumdieren te pas komen, gebaseerd op menselijke cellen en die relevantere resultaten voor de mens opleveren. Het is daarom van cruciaal belang om niet alleen de ontwikkeling van deze methoden mogelijk te maken, maar ook de identificatie en bewustmaking ervan, teneinde mijn doelstelling om het aantal dierproeven drastisch te verminderen, te handhaven", besluit Bernard Clerfayt.

Onderzoek ondersteunen en alternatieve methoden verspreiden

In het kader van het ULB-project zal de subsidie de onderzoekers helpen bij de verdere ontwikkeling van het gebruik van organoïde modellen, een methode die het mogelijk maakt talrijke menselijke weefsels te modelleren en aldus het gebruik van dieren in wetenschappelijke experimenten te vermijden.

De subsidie voor RE-Place zal helpen om de databank van alternatieve methoden voor dierproeven bij te werken, het instrument te verbeteren en het gebruik van deze methoden aan te moedigen.

Daling met 45%, mooi resultaat dat nog beter kan

Het aantal dieren dat voor experimenten wordt gebruikt, is ten opzichte van 2015 met 45% gedaald. Het is evenwel nog steeds te hoog, ook al zijn er alternatieven voor dierproeven.

Om deze onderzoeken tot een goede einde te brengen, stelt het Brussels Gewest een totaalbudget van 109.000 euro ter beschikking. Het doel is om op termijn het aantal in laboratoria gebruikte dieren te verminderen en tegelijkertijd het gebruik van alternatieve methoden aan te moedigen.

Strijd tegen dierproeven: Gewest steunt twee onderzoeksprojecten

Persbericht

Op voorstel van de Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, heeft de Regering ingestemd met de toekenning van subsidies aan de VUB voor haar project "RE-PLACE" en aan de ULB voor haar project “Alternatieven voor dierproeven”. Deze projecten hebben twee doelstellingen: het gebruik van proefdieren verminderen en alternatieve methoden bevorderen.

Het aantal dieren dat voor experimenten wordt gebruikt, is ten opzichte van 2015 met 45% gedaald. Het is evenwel nog steeds te hoog, ook al zijn er alternatieven voor dierproeven.

Daarom steunt de Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, het project “Alternatieven voor dierproeven” van de ULB en het project “RE-PLACE” van de VUB. Voor dit onderzoek stelt het Brussels Gewest een totaalbudget van 109.000 euro ter beschikking. Het doel is om op termijn het aantal in laboratoria gebruikte dieren te verminderen en tegelijkertijd het gebruik van alternatieve methoden aan te moedigen.

In het kader van het ULB-project zal de subsidie de onderzoekers helpen bij de verdere ontwikkeling van het gebruik van organoïde modellen, een methode die het mogelijk maakt talrijke menselijke weefsels te modelleren en aldus het gebruik van dieren in wetenschappelijke experimenten te vermijden.

De subsidie voor RE-PLACE zal helpen om de databank van alternatieve methoden voor dierproeven bij te werken, het instrument te verbeteren en het gebruik van deze methoden aan te moedigen.

“De wetenschap is geëvolueerd en heeft voor alternatieven gezorgd waaraan geen laboratoriumdieren te pas komen, gebaseerd op menselijke cellen en die relevantere resultaten voor de mens opleveren. Het is daarom van cruciaal belang om niet alleen de ontwikkeling van deze methoden mogelijk te maken, maar ook de identificatie en bewustmaking ervan, teneinde mijn doelstelling om het aantal dierproeven drastisch te verminderen, te handhaven", besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?

Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Budget voor dierenwelzijn 2023 bijna verdubbeld sinds 2019

Actualiteit
Met de aan de gemeenten toegekende bedragen kunnen zij infrastructuur ontwikkelen voor het welzijn van de dieren in de stad.

De Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, heeft op 30 november de begroting voor dierenwelzijn voorgesteld. Steun voor gemeenten, dierenasielen, verenigingen, onderzoekers,... Op alle niveaus worden aanzienlijke middelen vrijgemaakt om de levenskwaliteit van dieren in het Brussels Gewest te waarborgen en te verbeteren.

Streven naar meer middelen: + 1 miljoen euro!

In 2019 bedroeg het budget 1,5 miljoen euro; in 2023 stijgt het tot 2,5 miljoen. “Sinds mijn aantreden heb ik hard gewerkt om de middelen voor dierenwelzijn aanzienlijk te verhogen. Het resultaat: tussen 2019 en 2023 zal het budget stijgen met een miljoen euro tot 2,5 miljoen. Deze bedragen zijn essentieel om de levenskwaliteit van onze dieren te verbeteren”, verklaart de DéFI-minister.

Verenigingen en gemeenten, onze partners

Dit werk wordt echter niet alleen gedaan. Het Gewest kan met name rekenen op de gemeenten en de vrijwilligerssector. Daarom werden de aan de gemeenten toegekende bedragen verdubbeld sinds 2019 tot 225.000 in 2023. Het budget voor de verenigingen werd met 4 vermenigvuldigd, van 70.000 euro in 2019 tot 285.000 euro in 2023.

“We hebben besloten om meer middelen vrij te maken voor onze partners, omdat dierenwelzijn ieders zaak is. Het is door samen te werken dat we vooruitgang kunnen blijven boeken”, besluit Bernard Clerfayt.

Steun voor project “Paddock Paradise” van Ferme Nos Pilifs

Actualiteit
Ferme Nos Pilifs, les ânes

Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft het Brussels Gewest beslist om het project “Paddock Paradise” van de “Ferme Nos Pilifs” te ondersteunen met een bedrag van 38.500 euro. De bedoeling daarvan is een nieuwe ruimte te bieden aan de paarden, pony’s, ezels en schapen die zo dicht mogelijk aanleunt tegen hun natuurlijke habitat, waardoor hun gezondheid en welzijn worden verbeterd.

“Paddock Paradise” vindt plaats in een kader dat gunstig is voor het dierenwelzijn en voor de harmonieuze relatie tussen mens, dier en natuur

De Ferme Nos Pilifs is een redelijk unieke plaats. Ze bevindt zich sinds 1984 op het Brusselse grondgebied en haar activiteiten zijn georganiseerd rond drie pijlers: de groene beroepen, duurzame voeding en een derde pijler die bestaat uit opleiding en milieu-educatie.

Het onderdeel van de boerderij dat zich bezighoudt met animatie, richt zich tot een jonger publiek en maakt het ontvankelijk voor de wereld van de boerderij met een reeks activiteiten. Naast de behandeling van de dieren willen de organisatoren ook de aandacht van de kinderen vestigen op de rol van de moestuin, het belang van diversiteit voor de culturen, verantwoorde consumptie, tolerantie, … door de bezoekers en de werknemers echt met mekaar in dialoog te laten treden.

“De dieren zullen kunnen genieten van een omgeving die gunstig is voor hun welzijn en hun gezondheid. Zij zullen immers vrij kunnen bewegen en gebruikmaken van een buitenruimte zoals het geval is in hun natuurlijke omgeving. We kunnen overigens een heel positief verschijnsel waarnemen in verband met de mentale gezondheid van de paardachtigen wanneer zij hun levensruimte met andere soorten delen”, verklaart Bernard Clerfayt.

Therapeutische relatie tussen mens en paard

De boerderij zou overigens ook een programma hippotherapie kunnen aanbieden. Deze steeds meer ingeburgerde aanpak is een techniek waarbij paarden worden ingezet als therapeutisch middel om de psychische, psychomotorische of relationele vaardigheden van personen te verbeteren.

Dierenwelzijn: Gewest steunt project “Paddock Paradise”

Persbericht

Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft het Brussels Gewest beslist om het project “Paddock Paradise” van de “Ferme Nos Pilifs” te ondersteunen met een bedrag van 38.500 euro. De bedoeling daarvan is een nieuwe ruimte te bieden aan de paarden, pony’s, ezels en schapen die zo dicht mogelijk aanleunt tegen hun natuurlijke habitat, waardoor hun gezondheid en welzijn worden verbeterd.

De Ferme Nos Pilifs is een redelijk unieke plaats. Ze bevindt zich sinds 1984 op het Brusselse grondgebied en haar activiteiten zijn georganiseerd rond vier pijlers: tuinieren, duurzame voeding, opleiding en educatie.

Het onderdeel van de boerderij dat zich bezighoudt met animatie, richt zich tot een jonger publiek en maakt het ontvankelijk voor de wereld van de boerderij met een reeks activiteiten. Naast de behandeling van de dieren willen de organisatoren ook de aandacht van de kinderen vestigen op de rol van de moestuin, het belang van diversiteit voor de culturen, verantwoorde consumptie, tolerantie, … door de bezoekers en de begeleiders echt met mekaar in dialoog te laten treden.

In het kader van deze activiteiten wil de boerderij een “paddock paradise” bouwen om de paarden, ezels en schapen te verenigen in een nieuwe levensruimte die sterk lijkt op hun natuurlijke habitat. Op voorstel van de Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, heeft het Brussels Gewest beslist om deze aanleg voor een bedrag ter waarde van 38.500 euro te ondersteunen.

“De dieren zullen kunnen genieten van een omgeving die gunstig is voor hun welzijn en hun gezondheid. Zij zullen immers vrij kunnen bewegen en gebruikmaken van een buitenruimte zoals het geval is in hun natuurlijke omgeving. We kunnen overigens een heel positief verschijnsel waarnemen in verband met de mentale gezondheid van de paardachtigen wanneer zij hun levensruimte met andere soorten delen”, verklaart Bernard Clerfayt.

De boerderij zou overigens ook een programma hippotherapie kunnen aanbieden. Deze steeds meer ingeburgerde aanpak is een techniek waarbij paarden worden ingezet als therapeutisch middel om de psychische, psychomotorische of relationele vaardigheden van personen te verbeteren.


Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45