750.000 euro steun voor projecten ter bestrijding van discriminatie bij aanwerving

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, heeft de Regering beslist om 750.000 euro uit te trekken voor de financiering van 15 projecten ter bestrijding van discriminatie bij aanwerving. Het initiatief is bedoeld om alle Brusselse talenten toegang te geven tot de arbeidsmarkt.

In haar laatste rapport "Unleashing talent in Brussels" onthult de OESO dat er in Brussel nog veel obstakels zijn die mensen met een migrantenachtergrond weghouden van de arbeidsmarkt. En het is een feit: niet alle Brusselse talenten hebben dezelfde kansen om een job te vinden.

Sinds het begin van deze legislatuur hebben we onze inspanningen opgevoerd om discriminatie bij aanwervingen tegen te gaan en hebben we van Brussel het meest proactieve gewest op dit vlak gemaakt. De diversiteit van de tewerkstelling moet immers de diversiteit van de burgers vertegenwoordigen”, benadrukt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Om discriminatie bij aanwerving tegen te gaan, lanceerde het Brussels Gewest afgelopen maart een nieuwe projectoproep. Voor deze editie werd prioriteit gegeven aan projecten die discriminatie in verband met een handicap bestrijden of die vrouwelijke slachtoffers van geweld ondersteunen.

In totaal werden 25 projecten ingediend, waarvan er 15 werden geselecteerd door een onafhankelijk panel van deskundigen.

Een daarvan is "Henrijob, les jobs autrement". Het project bestaat uit het creëren van een onlineplatform met vacatures die aangepast zijn voor mensen met een handicap. In de werkaanbiedingen zullen de mogelijke aanpassingen voor de tewerkstelling worden aangeven.

Een ander project is "Refoodgees", dat de sociale en professionele integratie van vluchtelingen wil vergemakkelijken door hen op te leiden of hun initiële opleiding in de horecasector aan te vullen.

Tot slot zijn sommige projecten specifiek gericht op werkgevers. "Empowering Abilities" zal 5 Brusselse socialprofitondernemingen en 15 van hun medewerkers opleiden en ondersteunen bij de ontwikkeling en implementatie van een niet-discriminerend aanwervingsbeleid, met de nadruk op handicaps.

"We kunnen onszelf een deel van de Brusselse talenten niet ontzeggen. Dat zou sociale verspilling zijn. Jobkansen moeten alle Brusselaars ten goede komen, ongeacht hun persoonlijke kenmerken", besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

"Het Brussels Gewest telt 25.739 vacatures"

Persartikel
Pers, Metro : "Ruim 100 functies schreeuwen om ingevuld te worden"

Uittreksel uit het artikel verschenen in Metro

Actiris, het regionale kantoor voor werkgelegenheid in Brussel, heeft de officiële lijst van 108 beroepen waarvoor een tekort is in onze hoofdstad gepubliceerd. Daaronder vallen ook knelpuntberoepen. 

[…] «Het Brussels Gewest telt 25.739 vacatures. Om werkgevers de kans te geven mensen aan te werven, moeten werkzoekenden beter opgeleid en begeleid worden. Daarom wordt sinds september voor alle werkzoekenden een balans van professionele, taalkundige en digitale competenties opgemaakt. En op basis daarvan zal een actie- en opleidingsplan worden opgesteld. Dat zal ervoor zorgen dat ze beter hun weg vinden op de arbeidsmarkt, en met name naar de beroepen die een gigantische nood aan arbeidskrachten hebben», zegt Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt (DéFI). […]

OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

Actualiteit
OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

De OESO heeft haar nieuwste publicatie over lokale jobcreatie en economische ontwikkeling gewijd aan het Brussels Gewest. Onder de titel "Unleashing talent in Brussels" doet de studie aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen. Deze doelstelling sluit aan bij die van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

De werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest blijft stijgen. Hij heeft zijn hoogste niveau bereikt sinds de oprichting van het Brussels Gewest: 65,2%. In vergelijking met de cijfers van voor de gezondheidscrisis betekent dit een stijging van 3,5%.

En de economische vooruitzichten zijn vrij goed. Volgens het BISA zal de werkgelegenheidsgraad in Brussel sneller stijgen dan in Vlaanderen of Wallonië, tot 68,9% in 2028.

De OESO is een referentie voor economische studies. “Door deze studie te laten uitvoeren, wilde ik een externe kritische blik op de sterke en zwakke punten van ons werkgelegenheids- en opleidingsbeleid met vervolgens aanbevelingen om de werkgelegenheidsgraad in Brussel verder te verbeteren”, legt Bernard Clerfayt uit.

Focus op vier aanbevelingen:

1. Het beheer van het beleid inzake werkgelegenheid en beroepsopleiding vereenvoudigen

We hebben een uniek model onder de OESO-landen waar werkgelegenheid en opleiding in handen zijn van verschillende administraties met verschillende bevoegdheidsniveaus. Deze scheiding leidt tot complexiteit voor werkzoekenden, die geen centraal aanspreekpunt hebben. Dit “bemoeilijkt de zoektocht naar werk en belemmert de toegang tot openbare diensten”, aldus de OESO. 

2. Langdurige werkloosheid voorkomen

60% van de werkzoekenden is langer dan een jaar ingeschreven bij Actiris. Om te voorkomen dat werkzoekenden verstrikt raken in langdurige werkloosheid, beveelt de OESO aan om werkzoekenden beter te activeren en sneller na te gaan of ze beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. “Het Gewest kan de verwachtingen die het stelt aan werkzoekenden op een krappe arbeidsmarkt verhogen”, schrijft de OESO. 

Een betere activering van de werkzoekenden is het doel van de competentiebalans en het verplichte opleidingstraject. “Werkzoekenden dwingen om een knelpuntberoep uit te oefenen is zinloos. Wel is het zinvol om hen te vertellen dat als ze een baan willen, ze een opleiding moeten volgen! Om hun vaardigheden te verbeteren. Om hun kansen op een baan te verhogen. We hebben een verplichting tot opleiding nodig in plaats van een verplichting om een baan te vinden”, benadrukt Bernard Clerfayt.

De OESO stelt ook voor om onze tewerkstellingssteun te hervormen. Dit is een ander project dat gepland is voor deze legislatuur om ervoor te zorgen dat het overheidsgeld ten goede komt aan de Brusselse werkzoekenden die de meeste moeilijkheden ondervinden en dat het een reële impact heeft op hun duurzame tewerkstelling.

3. De integratie van migranten ondersteunen

Allochtonen aan het werk helpen blijft een uitdaging. Brussel is een multiculturele stad en is rijk aan diversiteit! Brussel is zelfs het meest proactieve Gewest in de strijd tegen discriminatie bij aanwerving.

De eerste vaststelling is dat het proces voor de erkenning van diploma's te lang duurt en niet erg doeltreffend is. 43% van de werkzoekenden heeft namelijk geen gelijkwaardigheid van diploma. De OESO wil dat werkgevers worden aangemoedigd om kwalificaties te erkennen in plaats van diploma's. Dit betekent dat ze het D-model (Diploma) moeten loslaten en moeten overstappen op het BKV-model (Bekwaamheid, Kennis en Vaardigheden).

Taalvaardigheden vormen ook een grote belemmering voor de tewerkstelling van migranten. De OESO stelt voor om taalopleidingen te ontwikkelen in combinatie met beroepsopleidingen.

4. Het aantal werkzoekenden in opleiding verdubbelen

Een eerste stap om de impact van opleidingen te versterken, zou zijn dat het Gewest een jaarlijkse enquête organiseert over het profiel van de werkgevers”, aldus het OESO-rapport. Meer in het algemeen moedigt het rapport het Gewest aan om nauw samen te werken met de werkgevers om hun behoeften op het vlak van vaardigheden en dus opleiding te identificeren.

Sommige projecten worden al uitgevoerd en overheidsdiensten zijn al bezig met het opzetten van trajecten opleiding-werk in samenwerking met bepaalde bedrijven. “Dit is evenwel duidelijk het type formule dat verder moet worden ontwikkeld”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

Om meer Brusselaars de kans te geven een opleiding te volgen en af te ronden, moeten we onze modules herzien. Opleidingstrajecten verzekeren betekent ook korte opleidingen aanbieden waarmee minimale vaardigheden verworven kunnen worden”, besluit de minister.

Dienstencheques: 5 maatregelen om huishoudhulpen beter te beschermen

Actualiteit
Dienstencheques: 5 maatregelen om huishoudhulpen beter te beschermen

Vandaag buigt het Brussels Parlement zich over de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen. Na een raadplegingsprocedure van bijna 2 jaar zal Brussel het eerste gewest van het land zijn om de werkneemsters uit de sector maximale bescherming te geven. Hoe? Door een verlichting van de eindeloopbaan, een verplicht bezoek vooraf aan de werkplek en de uitsluiting van gebruikers die zich misdragen.

Het Brussels Gewest is het gewest dat het verst gaat om zijn werknemers te beschermen en hun dagelijks leven te verbeteren. Hieronder focussen we op 5 in het oog springende maatregelen:

Opleiding

In het Brussels Gewest zal elke nieuwe werknemer in de sector een cyclus van 9 uur opleiding moeten volgen. En, zoals in Wallonië, zal elke werknemer jaarlijks verplichte opleiding krijgen, behalve dat het in Brussel 16 uur betreft tegenover 9 uur in Wallonië.

Begeleiding

De permanente begeleiding van de ondernemingen stelt dat jaarlijks 2 individuele gesprekken en een gezamenlijk gesprek moeten plaatsvinden. In dit kader zullen de instrumenten voor ondersteuning bij opleiding, de uitwisseling van goede praktijken, problematisch gedrag van klanten en de instanties die gecontacteerd dienen te worden in geval van discriminatie of pestgedrag, worden toegelicht.

In Vlaanderen of Wallonië is er niets voorzien op dat vlak.

Verlichting eindeloopbaan

Om de eindeloopbaan te verlichten, zullen huishoudhulpen ouder dan 50 jaar mentor kunnen worden en hun vaardigheden en ervaring ten dienste kunnen stellen voor de begeleiding van een minder ervaren collega. De mentor zal opleidingen op het terrein kunnen verzekeren, individuele gesprekken kunnen voeren en bezoeken op de werkplaats kunnen uitvoeren om te controleren of het materiaal dat de klanten ter beschikking stellen, conform de regels is. In Wallonië bestaat geen gelijkaardige maatregel.

Bescherming

Voortaan zal voor elke nieuwe klant een verplicht bezoek vooraf aan de woning worden uitgevoerd, vooraleer er met dienstencheques kan worden gewerkt. Dit bezoek maakt het mogelijk om zich ervan te vergewissen dat de ruimtes gezond zijn, dat er geschikt materiaal beschikbaar is en dat het aantal werkuren overeenstemt met de werklast.

Er zal eveneens een overeenkomst worden afgesloten tussen de gebruiker en de erkende onderneming om de contractuele verplichtingen en de verantwoordelijkheden tegenover de huishoudhulpen transparant te maken. Hoewel in Wallonië het invoeren van een overeenkomst tussen de onderneming en de gebruiker voorzien wordt, maakt zij geen gewag van een bezoek vooraf, maar wel van gerichte bezoeken tijdens de werkuren.

Sanctie

Zoals in Wallonië zullen gebruikers die zich misdragen, uitgesloten kunnen worden en geen gebruik meer kunnen maken van dienstencheques. In Brussel bedraagt deze termijn 3 jaar en deze kan worden verlengd tot 5 jaar in geval van recidive. In Wallonië bedraagt de uitsluitingsduur een jaar.

“Brussel is het meest daadkrachtige gewest op het vlak van de bescherming van zijn huishoudhulpen”

“De huishoudhulpen voeren dagelijks taken uit die op lange termijn grote gevolgen kunnen hebben voor hun gezondheid. Vandaag verheug ik mij over de mooie vooruitgang die geboekt werd in het Brussels Gewest om hun dagelijks leven te verlichten! We moesten deze vrouwen beter beschermen, hen de kans geven hun vaardigheden te ontwikkelen, en vooral met hen werken om de risico’s voor hun gezondheid te beperken en hun werklast vanaf 50 jaar te verlichten!”

“Brussel is het meest daadkrachtige gewest op het vlak van de bescherming van zijn huishoudhulpen. Of het nu om opleiding, begeleiding, arbeidstijd, hun bescherming of de uitsluiting van bepaalde gebruikers gaat, wij gaan verder en zullen harder sanctioneren dan onze buren. Ik hoop dat deze tekst een bron van inspiratie zal zijn om waardige arbeidsomstandigheden voor alle huishoudhulpen te waarborgen”, besluit Bernard Clerfayt.

OESO doet aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen

Persbericht

De OESO heeft haar nieuwste publicatie over lokale jobcreatie en economische ontwikkeling gewijd aan het Brussels Gewest. Onder de titel "Unleashing talent in Brussels" doet de studie aanbevelingen om meer Brusselaars aan het werk te krijgen. Deze doelstelling sluit aan bij die van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

De werkgelegenheidsgraad in het Brussels Gewest blijft stijgen. Hij heeft zijn hoogste niveau bereikt sinds de oprichting van het Brussels Gewest: 65,2%. In vergelijking met de cijfers van voor de gezondheidscrisis betekent dit een stijging van 3,5%.

En de economische vooruitzichten zijn vrij goed. Volgens het BISA zal de werkgelegenheidsgraad in Brussel sneller stijgen dan in Vlaanderen of Wallonië, tot 68,9% in 2028.

De OESO is een referentie voor economische studies. “Door deze studie te laten uitvoeren, wilde ik een externe kritische blik op de sterke en zwakke punten van ons werkgelegenheids- en opleidingsbeleid met vervolgens aanbevelingen om de werkgelegenheidsgraad in Brussel verder te verbeteren”, legt Bernard Clerfayt uit.

Focus op vier aanbevelingen:

1. Het beheer van het beleid inzake werkgelegenheid en beroepsopleiding vereenvoudigen

We hebben een uniek model onder de OESO-landen waar werkgelegenheid en opleiding in handen zijn van verschillende administraties met verschillende bevoegdheidsniveaus. Deze scheiding leidt tot complexiteit voor werkzoekenden, die geen centraal aanspreekpunt hebben. Dit “bemoeilijkt de zoektocht naar werk en belemmert de toegang tot openbare diensten”, aldus de OESO. 

2. Langdurige werkloosheid voorkomen

60% van de werkzoekenden is langer dan een jaar ingeschreven bij Actiris. Om te voorkomen dat werkzoekenden verstrikt raken in langdurige werkloosheid, beveelt de OESO aan om werkzoekenden beter te activeren en sneller na te gaan of ze beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt. “Het Gewest kan de verwachtingen die het stelt aan werkzoekenden op een krappe arbeidsmarkt verhogen”, schrijft de OESO. 

Een betere activering van de werkzoekenden is het doel van de competentiebalans en het verplichte opleidingstraject. “Werkzoekenden dwingen om een knelpuntberoep uit te oefenen is zinloos. Wel is het zinvol om hen te vertellen dat als ze een baan willen, ze een opleiding moeten volgen! Om hun vaardigheden te verbeteren. Om hun kansen op een baan te verhogen. We hebben een verplichting tot opleiding nodig in plaats van een verplichting om een baan te vinden”, benadrukt Bernard Clerfayt.

De OESO stelt ook voor om onze tewerkstellingssteun te hervormen. Dit is een ander project dat gepland is voor deze legislatuur om ervoor te zorgen dat het overheidsgeld ten goede komt aan de Brusselse werkzoekenden die de meeste moeilijkheden ondervinden en dat het een reële impact heeft op hun duurzame tewerkstelling.

3. De integratie van migranten ondersteunen

Allochtonen aan het werk helpen blijft een uitdaging. Brussel is een multiculturele stad en is rijk aan diversiteit! Brussel is zelfs het meest proactieve Gewest in de strijd tegen discriminatie bij aanwerving.

De eerste vaststelling is dat het proces voor de erkenning van diploma's te lang duurt en niet erg doeltreffend is. 43% van de werkzoekenden heeft namelijk geen gelijkwaardigheid van diploma. De OESO wil dat werkgevers worden aangemoedigd om kwalificaties te erkennen in plaats van diploma's. Dit betekent dat ze het D-model (Diploma) moeten loslaten en moeten overstappen op het BKV-model (Bekwaamheid, Kennis en Vaardigheden).

Taalvaardigheden vormen ook een grote belemmering voor de tewerkstelling van migranten. De OESO stelt voor om taalopleidingen te ontwikkelen in combinatie met beroepsopleidingen.

4. Het aantal werkzoekenden in opleiding verdubbelen

Een eerste stap om de impact van opleidingen te versterken, zou zijn dat het Gewest een jaarlijkse enquête organiseert over het profiel van de werkgevers”, aldus het OESO-rapport. Meer in het algemeen moedigt het rapport het Gewest aan om nauw samen te werken met de werkgevers om hun behoeften op het vlak van vaardigheden en dus opleiding te identificeren.

Sommige projecten worden al uitgevoerd en overheidsdiensten zijn al bezig met het opzetten van trajecten opleiding-werk in samenwerking met bepaalde bedrijven. “Dit is evenwel duidelijk het type formule dat verder moet worden ontwikkeld”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

Om meer Brusselaars de kans te geven een opleiding te volgen en af te ronden, moeten we onze modules herzien. Opleidingstrajecten verzekeren betekent ook korte opleidingen aanbieden waarmee minimale vaardigheden verworven kunnen worden”, besluit de minister.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Dienstencheques: 5 unieke maatregelen in België om huishoudhulpen beter te beschermen

Persbericht

Vandaag buigt het Brussels Parlement zich over de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen. Na een raadplegingsprocedure van bijna 2 jaar zal Brussel het eerste gewest van het land zijn om de werkneemsters uit de sector maximale bescherming te geven. Hoe? Door een verlichting van de eindeloopbaan, een verplicht bezoek vooraf aan de werkplek en de uitsluiting van gebruikers die zich misdragen.

Vandaag werken in Brussel 28.137 huishoudhulpen in de sector van de dienstencheques. 21.393 van hen zijn Brusselaar en 95% is een vrouw, zeer vaak van buitenlandse origine en laaggeschoold. Dagelijks vervullen zij huishoudelijke taken bij 116.162 gebruikers. Vermoeiende en moeilijke taken die spier- en skeletaandoeningen veroorzaken aan de gewrichten, spieren en pezen, en waarvoor ze niet noodzakelijk opgeleid werden.

“De huishoudhulpen voeren dagelijks taken uit die op lange termijn grote gevolgen kunnen hebben voor hun gezondheid. Vandaag verheug ik mij over de mooie vooruitgang die geboekt werd in het Brussels Gewest om hun dagelijks leven te verlichten! We moesten deze vrouwen beter beschermen, hen de kans geven hun vaardigheden te ontwikkelen, en vooral met hen werken om de risico’s voor hun gezondheid te beperken en hun werklast vanaf 50 jaar te verlichten!”, verklaart Bernard Clerfayt.

Het Brussels Gewest is overigens het gewest dat het verst gaat om zijn werknemers te beschermen en hun dagelijks leven te verbeteren. Hieronder focussen we op 5 in het oog springende maatregelen:

  • Opleiding

In het Brussels Gewest zal elke nieuwe werknemer in de sector een cyclus van 9 uur opleiding moeten volgen. En, zoals in Wallonië, zal elke werknemer jaarlijks verplichte opleiding krijgen, behalve dat het in Brussel 16 uur betreft tegenover 9 uur in Wallonië.

  • Begeleiding

De permanente begeleiding van de ondernemingen stelt dat jaarlijks 2 individuele gesprekken en een gezamenlijk gesprek moeten plaatsvinden. In dit kader zullen de instrumenten voor ondersteuning bij opleiding, de uitwisseling van goede praktijken, problematisch gedrag van klanten en de instanties die gecontacteerd dienen te worden in geval van discriminatie of pestgedrag, worden toegelicht.

In Vlaanderen of Wallonië is er niets voorzien op dat vlak.

  • Verlichting eindeloopbaan

Om de eindeloopbaan te verlichten, zullen huishoudhulpen ouder dan 50 jaar mentor kunnen worden en hun vaardigheden en ervaring ten dienste kunnen stellen voor de begeleiding van een minder ervaren collega. De mentor zal opleidingen op het terrein kunnen verzekeren, individuele gesprekken kunnen voeren en bezoeken op de werkplaats kunnen uitvoeren om te controleren of het materiaal dat de klanten ter beschikking stellen, conform de regels is.

In Wallonië bestaat geen gelijkaardige maatregel.

  • Bescherming

Voortaan zal voor elke nieuwe klant een verplicht bezoek vooraf aan de woning worden uitgevoerd, vooraleer er met dienstencheques kan worden gewerkt. Dit bezoek maakt het mogelijk om zich ervan te vergewissen dat de ruimtes gezond zijn, dat er geschikt materiaal beschikbaar is en dat het aantal werkuren overeenstemt met de werklast.

Er zal eveneens een overeenkomst worden afgesloten tussen de gebruiker en de erkende onderneming om de contractuele verplichtingen en de verantwoordelijkheden tegenover de huishoudhulpen transparant te maken. Hoewel in Wallonië het invoeren van een overeenkomst tussen de onderneming en de gebruiker voorzien wordt, maakt zij geen gewag van een bezoek vooraf, maar wel van gerichte bezoeken tijdens de werkuren.

  • Sanctie

Zoals in Wallonië zullen gebruikers die zich misdragen, uitgesloten kunnen worden en geen gebruik meer kunnen maken van dienstencheques. In Brussel bedraagt deze termijn 3 jaar en deze kan worden verlengd tot 5 jaar in geval van recidive. In Wallonië bedraagt de uitsluitingsduur een jaar.

“Brussel is het meest daadkrachtige gewest op het vlak van de bescherming van zijn huishoudhulpen. Of het nu om opleiding, begeleiding, arbeidstijd, hun bescherming of de uitsluiting van bepaalde gebruikers gaat, wij gaan verder en zullen harder sanctioneren dan onze buren. Ik hoop dat deze tekst een bron van inspiratie zal zijn om waardige arbeidsomstandigheden voor alle huishoudhulpen te waarborgen”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Meer Brusselaars vinden job in Vlaanderen

Actualiteit
Meer Brusselaars vinden job in Vlaanderen

In vijf jaar tijd is het aantal Brusselse pendelaars dat naar Vlaanderen trekt met 20% gestegen. En uit de laatste cijfers blijkt dat deze positieve trend zich doorzet, met 56.067 Brusselaars die eind 2021 in Vlaanderen werken. Actiris en de VDAB willen nu nog meer Brusselse werkzoekenden overtuigen om in Vlaanderen aan de slag te gaan.

Succesvolle VDAB-Actiris-samenwerking

"Deze goede resultaten zijn geen toeval. Brussel is voorloper in dit soort overeenkomsten en we werken al jaren samen met Vlaanderen om de tewerkstelling van de Brusselaars in de rand te verbeteren” verklaart Bernard Clerfayt, minister van Werk en Beroepsopleiding.

Rond Brussel is de vraag naar nieuwe werknemers groot. De voorbije 12 maanden hebben werkgevers in deze regio meer dan 40.000 vacatures geplaatst bij de VDAB.

Aanzienlijk potentieel

De sectoren waarin de meeste Brusselaars tewerkgesteld zijn, zijn de detailhandel, transport en opslag, en de administratieve en ondersteunende diensten. In het noordoosten van Brussel zijn het vooral de wetenschappelijke beroepen en ICT die de Brusselaars tewerkstellen. In het zuiden/zuidwesten zijn het de industrie en de bouw.

Eind juli telde Brussel 89.231 werkzoekenden. Actiris en de VDAB willen hun profielen afstemmen op de sterke vraag naar arbeidskrachten in Vlaanderen. Daarvoor moeten ze het kwalificatieniveau van Brusselaars verhogen, met inbegrip van hun talenkennis.

Beperkingen in het vervoersaanbod

[…] Als we echter nog ambitieuzer willen zijn, moeten we er ook voor zorgen dat het aanbod aan openbaar vervoer de Brusselaars in staat stelt om in Vlaanderen te gaan werken. Een voorbeeld: het gebied rond de luchthaven dat talrijke jobs biedt, zal onbereikbaar blijven voor een groot aantal Brusselaars als het 's nachts niet bereikbaar is met het openbaar vervoer, merkt minister Bernard Clerfayt op.

Actiris en de VDAB hebben in samenwerking met Idea Consult en HIVA ook de reistijd bestudeerd die nodig is om de randgemeenten met het openbaar vervoer te bereiken. Hoewel de fysieke afstand tussen Brussel en de rand minimaal is, is het duidelijk dat het niet altijd gemakkelijk is om Vlaanderen te bereiken.

Doel: 2.000 Brusselaars meer aan het werk in Vlaanderen

Interregionale mobiliteit tussen Brussel en Vlaanderen is dan ook een belangrijke doelstelling van de Brusselse en Vlaamse overheden. Jaarlijks willen ze 2.000 Brusselaars meer aan het werk krijgen in Vlaanderen. Deze doelstelling wordt elk jaar met 10% verhoogd.

Interregionale mobiliteit is één van de prioriteiten van Actiris. Onze samenwerking met de VDAB bestaat al lang en wordt elk jaar sterker, wat een goede zaak is. Vlaanderen is actief op zoek naar arbeidskrachten, dus is het belangrijk om werkzoekenden uit Brussel te sensibiliseren en te begeleiden naar de Brusselse rand en Vlaanderen in het algemeen”, legt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, uit.