Bernard Clerfayt wil betere arbeidsomstandigheden voor huishoudhulpen

Persbericht

Terwijl nu donderdag tijdens een colloquium in het Brussels Parlement de zwaarte van het beroep van huishoudhulp wordt aangekaart, herinnert Bernard Clerfayt eraan dat het hoofddoel van de toekomstige hervorming van de dienstencheques is om de arbeidsomstandigheden van de 20.000 werknemers in de sector te verbeteren. Het ontwerp van hervorming ligt bij de sociale partners op tafel voordat het wordt besproken in de ministerraad. Een woordje uitleg.

"Poetsvrouw, dat is pas slecht betaald!”, ”Mijn klant zegt dat ik niet snel genoeg werk”, “Deze job doe je slechts tijdelijk! ”… Dit zijn klassieke zinnen uit de monden van huishoudhulpen. Op basis van deze bevindingen, die al lang en door iedereen worden gedeeld, heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, het initiatief genomen om het systeem van de dienstencheques te hervormen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen.

De met de sociale partners besproken voorstellen zijn gebaseerd op het versterken van de begeleiding van de werknemers door het erkende bedrijf door regelmatig uitwisselingen te organiseren tussen de werkgever en de huishoudhulpen. Huishoudhulpenindien ze verbonden zijn aan een dienstenchequebedrijf – hebben in feite heel weinig contact met hun werkgever en besteden het grootste deel van hun tijd aan het opruimen, schoonmaken en strijken bij de klanten thuis. Het is een uiterst eenzame job waarbij er zelden contact is met de hiërarchie of met collega’s.

Een ander voorstel bestaat erin de opleiding van de werknemers te verbeteren, met name door bij de indiensttreding een verplicht opleidingstraject te voorzien.

Tot slot moet ook gewerkt worden aan de eindeloopbaan. De job van huishoudhulp is een lastig, zwaar en uitputtend beroep dat aanzienlijke fysieke vermoeidheid met zich meebrengt. DéFI is trouwens de enige politieke partij die de federale regering heeft gevraagd om de arbeidsduur van huishoudhulpen te verminderen. Hiertoe wordt een budget vrijgemaakt om de arbeidsprestaties van 55-plussers te verminderen.

“Een zevende staatshervorming moet de perverse financiering van dienstencheques rechtzetten. De dotatie die door de federale overheid wordt betaald om de financiering van het systeem te compenseren, is oorspronkelijk vastgesteld en wordt enkel geïndexeerd op inflatie en groei. Terwijl het gebruik van dienstencheques toeneemt, het fiscale en sociale ontvangsten genereert die ten goede komen aan de federale staat, zijn het de Gewesten die als enigen de terugbetaling van dienstencheques financieren! Een zevende staatshervorming moet dit corrigeren en een terugverdieneffect van de sociale en fiscale ontvangsten naar de Gewesten voorzien”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45