Beroepsethiek in de politiek: strengere regels voor plaatselijke besturen

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen heeft de Brusselse Regering in eerste lezing ingestemd met een ontwerp van ordonnantie dat het lokaal bestuur versterkt. Op de agenda: regels voor de aanwerving van kabinetsmedewerkers, verduidelijkingen over tuchtsancties en de verplichting voor de gemeenteraad om deontologische en ethische regels op te stellen.

Na het opleggen van een volledige decumul, het verminderen van het aantal schepenen en het verduidelijken van de situatie van gemeenteraadsleden met ziekteverlof, blijft het Brussels Gewest werken aan transparantie en modernisering van het lokale leven. In het kader van een ontwerp van ordonnantie heeft de Brusselse Regering drie leidende beginselen goedgekeurd voor regels van goed gedrag en transparantie.

  1. Er worden minimumregels vastgelegd voor de aanwerving en het statuut van het personeel van de kabinetten van burgemeesters en schepenen. Aan het begin van de legislatuur bepaalt de gemeenteraad of de burgemeester en schepenen recht hebben op personeel en zo ja, hun aantal en bezoldigingsregeling.
  2. De regels met betrekking tot het tuchtstatuut van de lokale mandatarissen worden verduidelijkt. Het begrip “grove nalatigheid” heeft aldus betrekking op handelingen die verband houden met de uitoefening van de functie. Het begrip "kennelijk wangedrag" heeft betrekking op ernstige feiten die verband houden met het privéleven. Kennelijk wangedrag kan niet gebaseerd zijn op beweringen, zonder bewijs of convergentie van talrijke getuigenissen, als het moet leiden tot een tuchtonderzoek en een sanctie. Een gerechtelijke veroordeling bij een definitieve uitspraak is een goede illustratie van het kennelijk karakter van de vermeende feiten.
  3. De gemeenteraad moet deontologische en ethische regels vastleggen, die ook van toepassing zijn op het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad kan ook een ethische commissie oprichten om toe te zien op deze regels.

Het vertrouwen van de burgers terugwinnen betekent ook transparantie en beter bestuur. Politici kunnen zich niet langer gedragen alsof ze boven de regels staan. Ze zijn gekozen vertegenwoordigers van het volk en moeten zich als zodanig voorbeeldig gedragen. Hieraan werk ik sinds het begin van de legislatuur”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45