Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Actualiteit
Diversiteitsbeleid: evaluatie en optimalisatie

Na een evaluatie van het diversiteitsbeleid in de besturen sinds de ordonnantie van 2019, stelt minister Bernard Clerfayt de koers bij en wil hij een rechtstreekse link tussen de subsidie en de uitvoering van een diversiteitsplan dat wordt beheerd door een "diversiteitsmanager".

Er zal een evaluatiecomité worden opgericht om zich van de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te vergewissen. In geval van een negatieve evaluatie zal het bestuur een jaar lang niet in aanmerking komen voor de subsidie.

Belang van diversiteit in het openbaar ambt

Discriminatie in arbeidsrelaties heeft ook betrekking op het openbaar ambt. "Het is tijd om de opdrachten van de diversiteitsmanager te valoriseren en te professionaliseren. Het gaat immers om een functie die essentieel is voor de invoering van een relevant beleid op maat voor de bevordering van de diversiteit in het plaatselijke openbaar ambt”, concludeert Bernard Clerfayt.

Kortom, de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit binnen besturen effectief te bevorderen.

Waarom worden de voorwaarden en controles voor diversiteitsbeleid aangescherpt?

Tot hiertoe werd de subsidie toegekend aan de besturen die minstens 10% van de kandidaten afkomstig uit kansarme wijken aanwerven. “De subsidie zoals ze nu voorzien is, vat het diversiteitsbeleid alleen samen in termen van aanwerving. Terwijl ze moet worden uitgebreid naar het personeelsbeheer, opleiding, sensibilisering en interne communicatie. Kortom, een veelheid aan acties die input zouden kunnen vormen voor een diversiteitsplan op maat voor de gemeente. Bovendien moeten we vaststellen dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met het gender, de handicap, de leeftijd of het diploma?”, stelt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

 

Het Brussels Gewest past zijn wetgeving aan om de bevordering van de diversiteit binnen zijn plaatselijke administraties te versterken

Persbericht

Op voordracht van de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, is de Brusselse Regering van plan om de diversiteit binnen het plaatselijke openbaar ambt te versterken. Hoe? Door een subsidie toe te kennen bij de invoering van een diversiteitsplan en de verwezenlijking van de bijbehorende acties.

Een kandidaat weigeren aan te werven vanwege zijn huidskleur; een collega belachelijk maken op basis van zijn veronderstelde seksuele geaardheid; geen borstvoeding kunnen geven in een rustige ruimte op kantoor; … Discriminatie op het werk heeft altijd bestaan en het plaatselijke openbaar ambt vormt daar geen uitzondering op. Om die reden heeft het Brussels Parlement in 2019 een ordonnantie goedgekeurd met het oog op een beleid voor de bevordering van diversiteit en de bestrijding van discriminatie bij de Brusselse plaatselijke ambtenarij. Het principe? Een subsidie toekennen aan de besturen met een diversiteitsplan die minstens 10% van de kandidaten afkomstig uit kansarme wijken, aanwerven.

Sinds de inwerkingtreding van de maatregel is de balans verre van bevredigend. Slechts zeven gemeenten beschikken over een diversiteitsplan, terwijl het een wettelijke verplichting betreft die recht op de subsidie geeft.

“De subsidie zoals ze nu voorzien is, vat het diversiteitsbeleid alleen samen in termen van aanwerving. Terwijl ze moet worden uitgebreid naar het personeelsbeheer, opleiding, sensibilisering en interne communicatie. Kortom, een veelheid aan acties die input zouden kunnen vormen voor een diversiteitsplan op maat voor de gemeente. Bovendien moeten we vaststellen dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met het gender, de handicap, de leeftijd of het diploma?”, stelt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt.

De analyses van de “diversiteitsverslagen” van Actiris en van het onderzoek geleid door Brussel Plaatselijke Besturen bij de HR-diensten van de gemeenten zijn duidelijk: de huidige voorwaarden voor de toekenning van de subsidie laten niet toe om de diversiteit binnen de plaatselijke administraties efficiënt te bevorderen.

Op basis van deze vaststelling stelt de DéFI-minister voor om eindelijk een rechtstreekse link te leggen tussen de subsidie en de invoering van een diversiteitsbeleid. Voortaan zal de subsidie worden toegekend op voorwaarde dat de plaatselijke administratie zich ertoe verbindt een diversiteitsplan uit te werken. Deze steun zal ervoor zorgen dat de opdrachten van een medewerker van de gemeente – een “diversiteitsmanager”, die belast wordt met de ontwikkeling en de uitvoering van het plan – gefinancierd kunnen worden.

Er zal een evaluatiecomité worden opgericht om zich van de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te vergewissen. In geval van een negatieve evaluatie zal de gemeente een jaar lang niet in aanmerking komen voor de subsidie.

“Het is tijd om de opdrachten van de diversiteitsmanager te valoriseren en te professionaliseren. Het gaat immers om een functie die essentieel is voor de invoering van een relevant beleid op maat voor de bevordering van de diversiteit in het plaatselijke openbaar ambt”,besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Gemeenteraadsverkiezingen 2024: Brussels Gewest lanceert projectoproep om niet-Belgen aan te sporen om te gaan stemmen

Persbericht

Sinds 2006 kunnen niet-Belgen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, op voorwaarde dat ze zich inschrijven op de lijsten. We moeten echter vaststellen dat slechts weinigen hun stem uitbrengen, terwijl ze meer dan een derde van de Brusselse bevolking vertegenwoordigen. De Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, die geconfronteerd wordt met deze democratische uitdaging, heeft beslist een projectoproep uit te schrijven voor de verenigingen. De bedoeling daarvan? De niet-Belgen, alsook jongeren en personen met beperkte mobiliteit, bewust maken van de stemming.

Het Brussels Gewest telt meer dan 1.220.000 inwoners op zijn grondgebied. Van hen is 36,9% geen Belg, wat meer dan een derde van de Brusselse bevolking is. Ter vergelijking: in het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest bedraagt het aandeel niet-Belgen ongeveer 11%.

“Het is onze plicht om alle Brusselaars, ook de niet-Belgen, te betrekken bij het verkiezingsproces. Dat is van democratisch belang. Aangezien zij actief deelnemen aan de Brusselse samenleving, is het normaal dat ze ook hun lokaal verkozenen kunnen aanduiden. We merken echter op dat zij zeer weinig vertegenwoordigd zijn in de stembureaus. Slechts 15% van hen heeft in 2018 deelgenomen aan de gemeenteraadsverkiezingen”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Als reactie op deze vaststelling heeft de DéFI-minister beslist een projectoproep te lanceren die gericht is aan de verenigingen. Het doel? Deze lokale actoren stimuleren om concrete acties te ontwikkelen die de niet-Belgen ontvankelijk maken voor de gemeenteraadsverkiezingen en hen aanzetten om te stemmen op 13 oktober 2024.

Een infosessie organiseren, affiches, flyers en brochures maken, een evenement of een discussiegroep op poten zetten,… De projecten mogen verschillen, maar de acties moeten zich absoluut richten tot de burgers met een vreemde nationaliteit. Ze moeten dus gesensibiliseerd worden in verband met het stemrecht, de bevoegdheden van de gemeenten, de inschrijvingsvoorwaarden voor Europese en niet-Europese burgers, evenals de impact van de stemming op hun dagelijks leven.

“Ik ben ervan overtuigd dat sommigen van deze Brusselaars het belang van de stemming niet inzien, niet voldoende geïnformeerd zijn over het kiessysteem of gewoon niet op de hoogte zijn van het feit dat ze het recht hebben om hun stem uit te brengen”, voegt Bernard Clerfayt eraan toe.

De projectoproep voorziet eveneens een focus op jongeren en personen met beperkte mobiliteit.

In totaal heeft het Gewest een budget van 150.000 euro vrijgemaakt om de verschillende projecten te ondersteunen. De verenigingen hebben tot en met 27 oktober de tijd om hun dossier naar Brussel Plaatselijke Besturen te verzenden.
 

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Ademruimte ter waarde van 30 miljoen euro voor Brusselse gemeenten

Persbericht

Op voordracht van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van de Plaatselijke Besturen, heeft de Regering in eerste lezing haar goedkeuring gehecht aan een ontwerp van besluit ter ondersteuning van de financiën van de Brusselse gemeenten. Hoe? Er zal een nieuwe leencapaciteit voor een totaalbedrag van 30 miljoen euro ter beschikking worden gesteld van de gemeenten in 2023 en 2024, of 15 miljoen euro per jaar.

9%, dat is de uitzonderlijke toename die werd genoteerd voor de gewone uitgaven van de Brusselse gemeenten tussen 2022 en 2023. Een stijging van de loonkosten te wijten aan de opeenvolgende indexeringen, kosten verbonden aan de gebouwen (energie, onderhoud, renovatie, etc.), schuldenlasten die de gevolgen ondervinden van de stijgende rentevoeten,… De recente crisissen en de hoge inflatie ondermijnen de financiën van de Brusselse gemeenten.

“De plaatselijke besturen moeten het hoofd bieden aan deze moeilijke context en tegelijk de talrijke uitdagingen die hen wachten, blijven aangaan: de energietransitie, de financiering van de pensioenen, etc. We hebben al uitzonderlijke steun geboden, maar de financiële toestand van de gemeenten blijft precair”, stelt Bernard Clerfayt.

De oorzaak van het probleem? De uitgaven die sneller toenemen dan de inkomsten, wat leidt tot een tekort aan liquide middelen. Om dit tekort aan liquide middelen te verhelpen, hebben de gemeenten geen andere keuze dan een beroep te doen op thesaurievoorschotten of kaskredieten.

Als reactie daarop heeft de Brusselse minister van de Plaatselijke Besturen beslist om een nieuwe leencapaciteit ter beschikking te stellen van de gemeenten bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.

Een totaalbedrag van maximaal 30 miljoen euro zal aan de gemeenten kunnen worden toegekend over de periode 2023-2024, of 15 miljoen euro per jaar.

“Deze maatregel ligt nog steeds in de lijn van de wens om goed te besturen. We helpen de gemeenten, maar als tegenprestatie zullen zij zich moeten inzetten om maatregelen te nemen die hun budgettaire en financiële situatie verbeteren: het aanzuiveren van dubieuze vorderingen, provisievorming, kostenbeperking, …”, preciseert de DéFI-minister.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Gemeenteraadsverkiezingen 2024: vereenvoudigde procedures

Actualiteit
Gemeenteraadsverkiezingen 2024: vereenvoudigde procedures

Groen licht in het Brussels Parlement voor de ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, ter modernisering van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek. Een 100% digitale procedure om het leven van Brusselaars bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 makkelijker te maken.

Vereenvoudigde procedures in stembureaus

Het gecentraliseerd elektronisch aanstippen zal het, bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2024, mogelijk maken de kiezers, wanneer ze zich melden bij het stembureau, via een centrale databank aan te stippen. Deze elektronische registratie maakt dus een einde aan de verplichting om manueel papieren aanstiplijsten bij te houden. Deze digitalisering biedt de plaatselijke besturen tal van voordelen: de garantie op een vlottere circulatie in het stembureau, een papierbesparing, een vereenvoudiging van de werkzaamheden en een daling van de kosten.

Voordeel voor volmachten in dezelfde gemeente

Ook de burgers hebben baat bij dit systeem aangezien degenen die bij volmacht stemmen in dezelfde gemeente in hetzelfde stembureau kunnen stemmen, voor zichzelf en per volmacht. 

“Technologie om de technologie heeft slechts weinig waarde, maar wanneer zij daarentegen ten dienste staat van de burgers, is zij zinvol. In dit geval zorgt de digitalisering van de volledige stemprocedure er niet alleen voor dat de procedure sneller verloopt, maar ook dat de kosten gedrukt worden”, besluit Bernard Clerfayt.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bracht 16,47% van de stemgerechtigden zijn stem niet uit, wat een daling is in vergelijking met 2012. Dankzij deze nieuwe procedure wil het Brussels Gewest dit percentage, dat nog steeds te hoog is, nog meer doen dalen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024.

Gemeenteraadsverkiezingen 2024: 100% digitale procedure

Persbericht

Groen licht in het Brussels Parlement voor de ordonnantie van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, ter modernisering van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek. Een 100% digitale procedure om het leven van Brusselaars makkelijker te maken.

Op 13 oktober 2024 trekken zo'n 625.000 Brusselaars naar de stembus voor de lokale verkiezingen. En net als in 2018 zal er elektronisch gestemd worden. Jarenlang werd er gestemd met potlood en papier, maar sinds 1994 zijn “stemmachines” de regel geworden.

Niettemin is het nog mogelijk om de kiesprocedure te moderniseren dankzij de digitalisering van een hele reeks procedures. En dat is de doelstelling van het nieuwe Brussels Gemeentelijk Kieswetboek.

Belangrijkste vooruitgang: het gecentraliseerd elektronisch aanstippen van de kiezers. Dit systeem zal het mogelijk maken bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen de kiezers, wanneer ze zich melden bij het stembureau, via een centrale databank aan te stippen. Deze elektronische registratie maakt dus een einde aan de verplichting om manueel papieren aanstiplijsten bij te houden. Deze digitalisering biedt de plaatselijke besturen tal van voordelen: de garantie op een vlottere circulatie in het stembureau, een papierbesparing, een vereenvoudiging van de werkzaamheden en een daling van de kosten. Ook de burgers hebben er baat bij aangezien degenen die bij volmacht stemmen in dezelfde gemeente in hetzelfde stembureau kunnen stemmen, voor zichzelf en per volmacht. 

“Technologie om de technologie heeft slechts weinig waarde, maar wanneer zij daarentegen ten dienste staat van de burgers, is zij zinvol. In dit geval zorgt de digitalisering van de volledige stemprocedure er niet alleen voor dat de procedure sneller verloopt, maar ook dat de kosten gedrukt worden”, besluit Bernard Clerfayt.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bracht 16,47% van de stemgerechtigden zijn stem niet uit, wat een daling is in vergelijking met 2012. Dankzij deze nieuwe procedure wil het Brussels Gewest dit percentage, dat nog steeds te hoog is, nog meer doen dalen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Gewest zet duidelijke koers uit met Strategie rond Scholing en Werk: het kwalificatieniveau van de Brusselaars verbeteren!

Persbericht

Op voorstel van de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, heeft de Regering in eerste lezing de Strategie rond Scholing en Werk goedgekeurd. Taalvaardigheden versterken, bedrijfsopleidingen ontwikkelen, duurzame partnerschappen tussen scholen en bedrijven opzetten,... De strategie heeft tot doel het kwalificatieniveau van de Brusselaars te verbeteren om hen dichter bij de arbeidsmarkt te brengen.

In het Brussels Gewest bereikte de werkgelegenheidsgraad 66% in het eerste kwartaal van 2023. Dit is het enige gewest in ons land waar dit cijfer stijgt, aangezien het in Wallonië daalt en in Vlaanderen stagneert. Toch is er nog een lange weg af te leggen om de nationale doelstelling van 80% te halen. Dit betekent dat tegen 2030 nog 116.000 Brusselaars een job zullen moeten vinden.

De Brusselse arbeidsmarkt is echter zeer veeleisend in termen van kwalificatie en vereist steeds meer gespecialiseerde vaardigheden. Tezelfdertijd is het aantal vacatures waarvoor een bachelor- of masterdiploma vereist is, met 19,5% gestegen, terwijl het aantal vacatures waarvoor geen diploma vereist is, met 48% is gedaald. Het is een feit: een gebrek aan vaardigheden is een barrière voor tewerkstelling.

Ik zeg altijd dat de uitdaging in Brussel niet bestaat uit jobs maar uit vaardigheden. En jobs, die zijn er in overvloed! We zijn het belangrijkste economische gewest van het land, maar hebben een groep werknemers die niet over de juiste kwalificaties beschikken om de arbeidsmarkt te betreden. Daar moeten we aan werken en de vaardigheden van de Brusselse werkzoekenden verbeteren”, benadrukt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Om deze uitdaging op het vlak van vaardigheden aan te gaan, heeft Bernard Clerfayt in overleg met de sociale partners een Strategie rond Scholing en Werk opgesteld. Deze strategie moet de Brusselaars in staat stellen om tegen 2030 het kwalificatieniveau te bereiken dat vereist is op de arbeidsmarkt.

De Strategie rond Scholing en Werk is gebaseerd op 3 pijlers, 25 maatregelen en meer dan 100 acties.

1. Een partnerschapsstrategie met sectoren en werkgevers om opleiding en economische behoeften beter op elkaar af te stemmen

We moeten opleiden om tewerk te stellen. Door de behoeften van werkgevers te kennen, deze te identificeren en erop te anticiperen, kunnen overheidsdiensten hun opleidingsaanbod aanpassen en laten evolueren, zodat het zo goed mogelijk beantwoordt aan de verwachtingen van de bedrijven. Dat is het doel van deze krachtlijn: de werkgevers tot echte partners maken; opleidingsprogramma's op maat ontwikkelen; de scholen en de bedrijven dichter bij elkaar brengen via workshops om beroepen te leren kennen en opleidingen op de werkplek organiseren.

2. Een strategie voor het veiligstellen van trajecten om ervoor te zorgen dat personen die een opleiding volgen, naar werk worden begeleid

Eenmaal in opleiding is het de uitdaging om de Brusselaars hun opleidingstraject te laten volbrengen. Het herwaarderen van opleidingstoelagen, het vergemakkelijken van de toegang tot crèches, het ontwikkelen van nieuwe manieren van leren en het gemakkelijker maken om studies te hervatten zijn slechts enkele van de maatregelen die zullen helpen voorkomen dat mensen afhaken.

3. Een strategie om transversale vaardigheden te versterken

Naast beroepsvaardigheden zijn er basisvaardigheden, soft skills, digitale vaardigheden en taalvaardigheden. Hoewel werkgevers bereid zijn om Brusselaars op te leiden in beroepscompetenties, zijn ze minder geneigd om hen op te leiden in transversale vaardigheden, zelfs nog minder voor kleine en middelgrote ondernemingen, die het grootste deel van het economische weefsel in Brussel uitmaken. Het is vooral in deze pijler dat we het aanleren van talen via taalimmersie of van digitale vaardigheden terugvinden, maar ook de ontwikkeling van opleidingen in soft skills, nieuwsgierigheid, autonomie, flexibiliteit, enz.

Deze strategie moet ons werkgelegenheidsbeleid versterken en efficiënter maken. Het doel is duidelijk: meer Brusselaars aan het werk helpen. Dit is de enige echte oplossing om de welvaart van het Gewest te garanderen, maar het is ook de enige bescherming tegen armoede. En om dit te bereiken, is er geen geheim: opleiding moet centraal staan in onze strategie”, besluit de DéFI-minister.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45