“Het probleem is de federale onderfinanciering van de stedelijke gebieden”

Actualiteit
  Foto van een bord met logo van de politie aan een politiecommissariaat.

De politiezones samenvoegen! Dat is de oplossing die Ecolo-Groen voorstelt om de uitdagingen op het vlak van veiligheid in Brussel aan te gaan. Een vals goed idee, volgens de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt. Met cijfers als bewijs stelt hij een aanzienlijke onderinvestering door de federale overheid in de stedelijke politiezones aan de kaak.

De lokale politie bestaat uit 181 politiezones verspreid over het hele land (6 in Brussel, 106 in Vlaanderen en 71 in Wallonië). Ze voert een reeks lokale taken uit, waaronder handhaving van de openbare orde, interventie, verkeersbeheer en wijkwerking. De politiezones werken met de steun van de gemeenten en met federale financiering.

Gemiddelde financiering per politieagent het laagst in Brussel 

Criminaliteit, drugshandel, afrekeningen, enz. De laatste maanden is het aantal veiligheidsproblemen in het Brussels Gewest toegenomen. De oplossing voor Ecolo-Groen is het samenvoegen van de politiezones.

“Deze aanpak zal geen resultaten opleveren in termen van schaalvoordelen of effectiviteit van de politie. Het grote probleem van de politie in het Brussels Gewest is vooral de onderfinanciering door de federale overheid in de grote steden”, legt Bernard Clerfayt uit.

Als we kijken naar de federale dotaties voor 2023, zien we dat de dotatie per politieagent lager ligt in de Brusselse zones dan elders op het grondgebied. De gemiddelde financiering per politieagent bedraagt €34.199 in Brussel, tegenover €46.630 in Vlaanderen en €53.890 in Wallonië. Het Belgische gemiddelde bedraagt 48.999 euro.

Brussel dubbel benadeeld

Deze vaststelling is des te verontrustender, omdat de criminaliteit in de grote steden hoger is. Als de Brusselse politie een federale financiering zou krijgen die gelijk is aan het Belgische gemiddelde, zou dit onze politiezones 73 miljoen euro extra opleveren”, voegde de minister eraan toe.

Bovendien houdt het voorstel van Ecolo-Groen geen rekening met het multidimensionale aspect van veiligheid.

Politieagenten zijn niet de enigen die betrokken zijn bij de veiligheidsketen. Het beleid tegen criminaliteit wordt aangestuurd door het Openbaar Ministerie. Een samengevoegd politiekorps zal in dat opzicht dus niets veranderen. En laten we niet vergeten dat de kracht van de lokale politie ligt in haar nabijheid tot de bewoners, haar terreinkennis en haar samenwerking met de actoren inzake preventie. Dat is wat we moeten versterken”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer diversiteit in gemeentebesturen

Actualiteit
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijzigt zijn wetgeving om de diversiteit in de gemeentebesturen te bevorderen. Het artikel wordt geïllustreerd door een foto van drie mensen in gesprek in een bureau.

Vandaag, 21 maart, is het internationale dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie. Dit is een gelegenheid om erop te wijzen dat het Brussels Gewest een van de meest proactieve is in de strijd tegen alle vormen van discriminatie. Op initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft het Gewest onlangs zijn wetgeving gewijzigd om de diversiteit binnen de gemeentebesturen te versterken.

Hoe zit het met de huidige regelgeving?

Een kandidaat weigeren vanwege zijn of haar huidskleur, een collega uitlachen vanwege zijn of haar vermeende seksuele geaardheid, geen borstvoeding mogen geven in een rustige ruimte op kantoor,... In 2019 keurde het Brussels Parlement een ordonnantie goed met het oog op een beleid voor de bevordering van diversiteit en de bestrijding van discriminatie bij de Brusselse plaatselijke ambtenarij. Het principe? Een subsidie toekennen aan besturen met diversiteitsplannen die minstens 10% kandidaten uit meer achtergestelde wijken aanwerven.

Het gaat niet enkel om aanwerving

Analyses van de diversiteitsrapporten van Actiris en de enquête die Brussel Plaatselijke Besturen heeft gehouden onder de personeelsafdelingen van de gemeenten, zijn duidelijk: de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit effectief te bevorderen in de lokale besturen. Slechts acht gemeenten hebben een diversiteitsplan, hoewel dit een wettelijke vereiste is om toegang te krijgen tot de subsidie

"De subsidie in haar huidige vorm beperkt het diversiteitsbeleid tot het aanwervingsaspect. Het zou zich echter moeten uitstrekken tot personeelsbeheer, opleiding, bewustmaking en interne communicatie. Bovendien moet gezegd worden dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn of haar sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met geslacht, handicap, leeftijd of kwalificaties?", zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister voor Plaatselijke Besturen.

Diversiteitsplan en evaluatie

Gezien deze bevindingen heeft de DéFI-minister ten slotte een rechtstreekse link gelegd tussen de subsidie en de invoering van een diversiteitsbeleid. Voortaan wordt de subsidie toegekend op voorwaarde dat het lokaal bestuur zich ertoe verbindt een diversiteitsplan op te stellen. Met deze steun wordt het werk gefinancierd van een medewerker van de gemeente, een "diversiteitsmanager", die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de uitvoering van het plan.

Er zal een evaluatiecommissie worden opgericht om de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te garanderen. Als de evaluatie negatief is, komt de gemeente een jaar lang niet in aanmerking voor de subsidie.

Daarnaast wordt de looptijd van het plan verlengd van twee naar drie jaar, zodat de besturen meer tijd hebben om de acties van het plan in de praktijk te brengen.

Deze nieuwe bepalingen zijn opgenomen in het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit.

 

 

 

Beschrijving :

 

Brussels Gewest versterkt wetgeving voor meer diversiteit in gemeentebesturen

Persbericht

Vandaag, 21 maart, is het internationale dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie. Dit is een gelegenheid om erop te wijzen dat het Brussels Gewest een van de meest proactieve is in de strijd tegen alle vormen van discriminatie. Op initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft het Gewest onlangs zijn wetgeving gewijzigd om de diversiteit binnen de gemeentebesturen te versterken.

Een kandidaat weigeren vanwege zijn of haar huidskleur, een collega uitlachen vanwege zijn of haar vermeende seksuele geaardheid, geen borstvoeding mogen geven in een rustige ruimte op kantoor,... In 2019 keurde het Brussels Parlement een ordonnantie goed met het oog op een beleid voor de bevordering van diversiteit en de bestrijding van discriminatie bij de Brusselse plaatselijke ambtenarij. Het principe? Een subsidie toekennen aan besturen met diversiteitsplannen die minstens 10% kandidaten uit meer achtergestelde wijken aanwerven.

Analyses van de diversiteitsrapporten van Actiris en de enquête die Brussel Plaatselijke Besturen heeft gehouden onder de personeelsafdelingen van de gemeenten, zijn duidelijk: de huidige voorwaarden voor het toekennen van de subsidie maken het niet mogelijk om diversiteit effectief te bevorderen in de lokale besturen. Slechts acht gemeenten hebben een diversiteitsplan, hoewel dit een wettelijke vereiste is om toegang te krijgen tot de subsidie.

"De subsidie in haar huidige vorm beperkt het diversiteitsbeleid tot het aanwervingsaspect. Het zou zich echter moeten uitstrekken tot personeelsbeheer, opleiding, bewustmaking en interne communicatie. Bovendien moet gezegd worden dat het adres van een werkzoekende niet altijd zijn of haar sociale situatie weerspiegelt. Hoe zit het met geslacht, handicap, leeftijd of kwalificaties?", zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister voor Plaatselijke Besturen.

Gezien deze bevindingen heeft de DéFI-minister ten slotte een rechtstreekse link gelegd tussen de subsidie en de invoering van een diversiteitsbeleid. Voortaan wordt de subsidie toegekend op voorwaarde dat het lokaal bestuur zich ertoe verbindt een diversiteitsplan op te stellen. Met deze steun wordt het werk gefinancierd van een medewerker van de gemeente, een "diversiteitsmanager", die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de uitvoering van het plan.

Er zal een evaluatiecommissie worden opgericht om de doeltreffendheid van het diversiteitsplan te garanderen. Als de evaluatie negatief is, komt de gemeente een jaar lang niet in aanmerking voor de subsidie.

Daarnaast wordt de looptijd van het plan verlengd van twee naar drie jaar, zodat de besturen meer tijd hebben om de acties van het plan in de praktijk te brengen.

Deze nieuwe bepalingen zijn opgenomen in het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit.

 

Meer info?

Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Gewest stelt grenzen vast voor representatiekosten burgemeesters en schepenen

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering een maximumbedrag vastgelegd voor de representatiekosten van burgemeesters en schepenen. Een woordje uitleg.

We herinneren ons allemaal de gekozen vertegenwoordigster die sigaretten, pyjama's en zelfs ondergoed kocht op kosten van de belastingbetaler.Sindsdien heeft de gemeente een lijst opgesteld waarbij de onkosten beperkt worden tot horeca, representatie en uitgaven voor relatiegeschenken.

Van zijn kant heeft het Brussels Gewest, in het kader van zijn toezicht op de plaatselijke besturen en zoals toegestaan door de Nieuwe Gemeentewet, beslist om maximumbedragen vast te leggen voor representatiekosten en voordelen van welke aard ook voor burgemeesters en schepenen, afhankelijk van de omvang van de gemeente.

Omvang van de gemeenteJaarlijks maximumbedrag burgemeesterJaarlijks maximumbedrag schepen
Tot 29.999 inwoners€ 1.000 € 500 
Van 30.000 tot 49.999 inwoners€ 1.500 € 750 
Van 50.000 tot 99.999 inwoners€ 2.000 € 1.000 
Van 100.000 tot 199.999 inwoners€ 3.000 € 1.500 
200.000 inwoners en meer€ 4.500 € 2.000 

Representatiekosten zijn beroepskosten die strikt inherent zijn aan de behoeften van de functie (kosten om iemand uit te nodigen op restaurant, een geschenk te geven tijdens een officieel bezoek, bloemen aan te bieden bij een evenement of ceremonie, enz.). Voordelen van alle aard bestaan voornamelijk uit materiaal om te kunnen werken of zich te kunnen verplaatsen.

Dit zijn maximumbedragen. Natuurlijk kan de gemeenteraad lagere bedragen vaststellen, maar die mogen in geen geval hoger zijn dan de bedragen die door het Gewest zijn vastgesteld. Gekozen vertegenwoordigers hebben een voorbeeldfunctie. Door het bedrag van de representatiekosten te beperken, wil ik dat ze begrijpen dat het geld van de belastingbetaler geen zakgeld is”, zegt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45

Het recht op bemiddeling, dichter bij de beslissing

Actualiteit
het recht op bemiddeling – Foto van een participatieve vergadering

Groen licht in de plenaire vergadering van het Brussels Parlement voor een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet. Het ontwerp, een initiatief van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, bevat nieuwe bepalingen met betrekking tot burgerparticipatie, namelijk het recht op bemiddeling.

“Burgerparticipatie is een vorm van tweerichtingscommunicatie, via de sensibilisering en de raadpleging van de burgers, die meer betrokken wensen te worden bij politieke beslissingen, in het bijzonder op lokaal niveau. En dat is normaal, aangezien dat het bestuursniveau is dat het dichtst bij de burgers staat en waarmee ze de meeste contacten hebben”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen.

Het recht op bemiddeling: de zoektocht naar een oplossing

Het spreekrecht omvat het petitierecht en het interpellatierecht, maar bevat ook een nieuwe vorm van spreekrecht voor de burger, namelijk het recht op bemiddeling.

De gemeentelijke overheden kunnen immers, wanneer ze geïnterpelleerd worden, beslissen om bemiddeling te organiseren. Zij kan eveneens het initiatief zijn van de burgers, wanneer ze het nodig achten en overleg over een bepaald onderwerp willen plegen met de gemeente.

“Het recht op bemiddeling gaat verder dan enkel vragen stellen aan de gemeentelijke overheden. Het beoogt de zoektocht naar een oplossing, een compromis. En dus hebben de burgers een reële impact op de ontwikkeling van projecten in hun gemeente”, aldus Bernard Clerfayt.

Publicatieplicht

Andere nieuwigheid: de gemeente zal op haar website de ontwerpen van beraadslaging, alsook een samenvatting van de gemeentelijke beslissingen, vóór iedere gemeenteraad moeten publiceren.

Wettelijke basis voor gedifferentieerde onroerende voorheffing

Actualiteit
De Brusselse Regering bereidt een wettelijke basis voor de gedifferentieerde onroerende heffing voor.  Foto: panoramafoto van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De hervorming van de gedifferentieerde onroerende voorheffing, voorgesteld door de Brusselse minister van Financiën, Sven Gatz, en Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering. De maatregel zorgt ervoor dat de gemeenten het tarief van de onroerende voorheffing kunnen wijzigen in functie van verschillende criteria: de wijk, de aard van het gebruik van het pand, etc. De bedoeling: de gemeentelijke fiscaliteit moderniseren en vereenvoudigen, alsook de kosten van de voorafnames op de fiscale ontvangsten verminderen.

Over de onroerende voorheffing

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting die de burgers jaarlijks betalen op onroerend goed. Zij wordt ook “de eigenaarsbelasting” genoemd. De basistaks bestemd voor het Gewest vormt evenwel slechts een deel van de onroerende voorheffing.

De gemeenten vermeerderen deze basistaks met opcentiemen, waarvan het tarief varieert per gemeente, maar gelijk is voor haar hele grondgebied. Daaraan kunnen andere taksen worden toegevoegd, zoals de taks op kantooroppervlakten of de taks op commerciële ruimten.

Het principe van de gedifferentieerde onroerende voorheffing?

De gedifferentieerde onroerende voorheffing moet de gemeenten toelaten de opcentiemen op de onroerende voorheffing te wijzingen in functie van de wijken, maar eveneens in functie van het gebruik van het gebouw (privé/professioneel), alsook de hoedanigheid van de belastingbetaler (bewoner/niet-bewoner) of de omvang van het pand.

“Met de invoering van een gedifferentieerde onroerende voorheffing, zoals dat al in enkele Vlaamse gemeenten het geval is, willen we de Brusselse gemeenten aansporen een moderner en efficiënter fiscaal beleid te voeren. Vandaag heffen de meeste gemeenten allerhande belastingen en taksen op onroerend goed. Met gedifferentieerde opcentiemen kunnen andere taksen vlotter geïntegreerd en gemoduleerd worden in de onroerende voorheffing, wat moet zorgen voor een meer transparante lokale vastgoedfiscaliteit”, legt Sven Gatz uit.

De voordelen van de gedifferentieerde onroerende voorheffing?

Deze fiscale maatregel heeft tal van voordelen. Dit unieke instrument dat de gemeente geboden wordt, zal ervoor zorgen dat zij haar onroerende fiscaliteit zo goed mogelijk en zo aangepast mogelijk aan haar noden en uitdagingen kan ontwikkelen. En vooral, de gedifferentieerde onroerende voorheffing opent de deur naar het schrappen van andere gemeentelijke taksen op het vlak van onroerend goed.

“Vereenvoudiging en aanpasbaarheid zijn de kernideeën waarop dit project gebaseerd is. Wij beogen hier de vereenvoudiging van het leven van de burgers dankzij de vermindering van het aantal taksen, en dus meer efficiëntie. De gedifferentieerde onroerende voorheffing is echter ook een kans die de gemeenten kunnen grijpen om dynamieken voor stadsopwaardering van bepaalde wijken aan te vullen”, aldus Bernard Clerfayt.

 

Pour les métas :

--

Img : Le gouvernement bruxellois prépare un cadre légal pour le précompte immobilier différencié - Photo : vue panoramique de la Région de Bruxelles-Capitale.

Beeld: De Brusselse Regering bereidt een wettelijke basis voor de gedifferentieerde onroerende heffing voor.

Foto: panoramafoto van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Desc : Le précompte immobilier différencié permet aux communes de modifier le taux du précompte immobilier selon différents critères.

Beschrijving: De gedifferentieerde onroerende voorheffing laat de gemeenten toe het tarief van de onroerende voorheffing te wijzigen volgens verschillende criteria.

Brussels Gewest legt wettelijke basis voor gedifferentieerde onroerende voorheffing vast

Persbericht

De hervorming van de gedifferentieerde onroerende voorheffing, voorgesteld door de Brusselse minister van Financiën, Sven Gatz, en Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse Regering. De maatregel zorgt ervoor dat de gemeenten het tarief van de onroerende voorheffing kunnen wijzigen in functie van verschillende criteria: de wijk, de aard van het gebruik van het pand, etc. De bedoeling: de gemeentelijke fiscaliteit moderniseren en vereenvoudigen, alsook de kosten van de voorafnames op de fiscale ontvangsten verminderen.

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting die de burgers jaarlijks betalen op onroerend goed. Zij wordt ook “de eigenaarsbelasting” genoemd. De basistaks bestemd voor het Gewest vormt evenwel slechts een deel van de onroerende voorheffing.

De gemeenten vermeerderen deze basistaks met opcentiemen, waarvan het tarief varieert per gemeente, maar gelijk is voor haar hele grondgebied. Daaraan kunnen andere taksen worden toegevoegd, zoals de taks op kantooroppervlakten of de taks op commerciële ruimten.

Waarom het beginsel van de gedifferentieerde onroerende voorheffing invoeren? Om de gemeenten toe te laten de opcentiemen op de onroerende voorheffing te wijzingen in functie van de wijken, maar eveneens in functie van het gebruik van het gebouw (privé/professioneel), alsook de hoedanigheid van de belastingbetaler (bewoner/niet-bewoner) of de omvang van het pand.

“Met de invoering van een gedifferentieerde onroerende voorheffing, zoals dat al in enkele Vlaamse gemeenten het geval is, willen we de Brusselse gemeenten aansporen een moderner en efficiënter fiscaal beleid te voeren. Vandaag heffen de meeste gemeenten allerhande belastingen en taksen op onroerend goed. Met gedifferentieerde opcentiemen kunnen andere taksen vlotter geïntegreerd en gemoduleerd worden in de onroerende voorheffing, wat moet zorgen voor een meer transparante lokale vastgoedfiscaliteit”, legt Sven Gatz uit.

Deze fiscale maatregel heeft tal van voordelen. Dit unieke instrument dat de gemeente geboden wordt, zal ervoor zorgen dat zij haar onroerende fiscaliteit zo goed mogelijk en zo aangepast mogelijk aan haar noden en uitdagingen kan ontwikkelen. En vooral, de gedifferentieerde onroerende voorheffing opent de deur naar het schrappen van andere gemeentelijke taksen op het vlak van onroerend goed.

“Vereenvoudiging en aanpasbaarheid zijn de kernideeën waarop dit project gebaseerd is. Wij beogen hier de vereenvoudiging van het leven van de burgers dankzij de vermindering van het aantal taksen, en dus meer efficiëntie. De gedifferentieerde onroerende voorheffing is echter ook een kans die de gemeenten kunnen grijpen om dynamieken voor stadsopwaardering van bepaalde wijken aan te vullen”, aldus Bernard Clerfayt. 

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45