84% des Bruxellois veulent améliorer le bien-être animal

Persbericht

84% van Brusselaars wil dierenwelzijn verbeteren

Brussel, 9 februari 2022 – Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, wil de wetten die het welzijn van dieren verzekeren, moderniseren. De eerste stap werd gezet, namelijk de Brusselaars raadplegen over hun verwachtingen en hun relatie tot dieren. 84% van hen meent dat dieren nog beter beschermd kunnen worden. De doelstelling: een 35 jaar oude wetgeving laten evolueren.

Het beleid inzake dierenwelzijn, dat in het kader van de Zesde Staatshervorming werd overgedragen aan de gewesten, wordt vertaald in een wet uit 1986. Sindsdien zijn niet alleen de wetenschappelijke kennis, maar ook de bezorgdheden van de burgers geëvolueerd. Om die reden heeft het Brussels Gewest in de zomer van 2021 een grote campagne gelanceerd om de burgers te raadplegen en iedereen de kans te geven zijn mening te geven en zijn verwachtingen op het gebied van dierenwelzijn mee te delen.

2.135 personen hebben de enquête ingevuld, hetzij online, hetzij door een papieren formulier in een van de 18 partnergemeenten binnen te brengen.

Impulsaankoop van dieren beperken

84% van de ondervraagden meent dat het Brussels Gewest de bescherming van dieren nog kan verbeteren. Dat cijfer bevestigt de wens van de minister van Dierenwelzijn om de wet van 1986 te hervormen. Bovendien tekenen zich reeds zeer duidelijke pistes af.

Zo is 83% van de respondenten het eens met het bestaan van positieve lijsten die het aantal en de soorten die mogen worden gehouden, beperken. Op deze lijsten staan ook de voorwaarden voor het houden van dieren. Er bestaat al een lijst voor zoogdieren en reptielen; de lijsten voor vogels, vissen en amfibieën worden momenteel opgesteld.

Hoewel de huidige wetgeving enkel het steriliseren van katten verplicht, is 47% van de respondenten een voorstander van de uitbreiding van de sterilisatieverplichting voor andere diersoorten, met name voor honden, konijnen en duiven.

Nog steeds met het oog op het beperken van impulsaankopen, wil 70% van de ondervraagden bovendien dat de verkoop van dieren in dierenwinkels wordt verboden. En 80% is tegen reclame op sociale netwerken.

71% van de respondenten steunt het opleggen van bedwelming vóór het slachten. En 85% wil nog verder gaan door deze praktijk uit te breiden tot kreeften, krabben en rivierkreeften.

Brusselaars willen vergunning voor het houden van dieren en meer vrije ruimtes voor honden

Ten slotte is 80% van de respondenten van mening dat de sancties ontoereikend zijn. Niet alleen willen zij het houden van dieren door eigenaars die zich schuldig hebben gemaakt aan dierenmishandeling, verbieden, maar sommigen stellen zelfs voor “dierenwelzijnswerk” op te leggen.

Het laatste deel van de vragenlijst bestond uit een “ideeënbus”. Tot de voorstellen die het vaakst werden gedaan, behoorden het creëren van vrije ruimtes voor honden, een verbod op het onbedwelmd slachten, een verbod op het gebruik van elektrische halsbanden en op de verkoop van levende dieren op de markt, maar ook het voorzien van beschutting voor dieren die buiten worden gehouden, of de invoering van een vergunning voor het houden van dieren.

“Bijna 100 respondenten hebben spontaan de invoering van een vergunning voor het houden van dieren, na een opleiding of een examen, voorgesteld. Er is dus geen sprake van om een vergunning zoals in Wallonië in te voeren die automatisch aan iedereen zou worden toegekend. Omwille van de logica overweeg ik echter om deze vergunning te beperken tot bepaalde diersoorten die specifieke behoeften hebben, zoals de nieuwe gezelschapsdieren die steeds populairder worden bij de Brusselaars", verklaart Bernard Clerfayt.

De uitwerking van het Brusselse wetboek is dus goed en wel opgestart. Het is de bedoeling om dit nieuwe wetboek tegen het einde van het jaar in eerste lezing goed te keuren.

“De raadpleging van de burgers, maar ook van de sectoren met betrekking tot het dierenwelzijn, zal leiden tot een evenwichtig Brussels wetboek van dierenwelzijn, vooral omdat dit wetboek de belangrijkste hervorming ooit op het gebied van dierenwelzijn zal zijn”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Naar alternatieven voor de beheersing van duivenpopulaties in de stad

Actualiteit
Duiven op een openbaar plein in de stad

De Brusselse volksvertegenwoordigers spreken zich vandaag uit over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan het vangen en doden van duiven. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, steunt het voorstel en wil dat er een einde komt aan deze wrede en weinig efficiënte praktijk. Het doel is om alternatieven aan te moedigen om de overbevolking van duiven in de stad aan te pakken

Overlast door overpopulatie

Geluidsoverlast, uitwerpselen waarvan de zuurgraad materialen aantast, beschadigd materiaal, veren die dakgoten verstoppen, ziektes, enz. De overbevolking van duiven in stedelijke gebieden kan veel schade aanrichten.

Vangen is niet de oplossing

 “In 2019 schreef Natagora een rapport over de duivenproblematiek in de stad. In het bijzonder lezen we dat het vangen van duiven een weinig efficiënte en onethische kortetermijnoplossing is. De jongen zullen immers de oude dieren die werden gevangengenomen vervangen”, merkt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, op.

Sommige bedrijven voeren bijgevolg – zoals de wetgeving dat tot dusver toestaat – duivenbestrijdingsacties uit. De vogels worden aldus gevangen in kooien en vervolgens gedood, meestal door vergassing. Deze praktijk werpt evenwel enkele problemen op. Het personeel controleert de kooien niet altijd op regelmatige tijdstippen waardoor de dieren sterven van honger en dorst (naast de stress van de gevangenschap). Deze vangmethode is niet-selectief en kan leiden tot de dood van beschermde soorten zoals de houtduif.

Voor efficiëntere en minder wrede methoden

De Brusselse volksvertegenwoordigers zouden dus vandaag, vrijdag 4 februari, moeten stemmen over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan deze praktijk. Des te meer omdat er andere efficiëntere en minder wrede methoden bestaan, zoals die uitgedragen door Natagora.

Een eerste methode is het stoppen met het voederen van duiven door zaden of brood te geven op de openbare weg. Dat versnelt de verspreiding van duiven, maar trekt ook ander ongedierte zoals ratten aan. Een andere methode is het voorzien van contraceptieve duiventillen waarin de geproduceerde eieren worden weggenomen en vervangen door namaakeieren, of zelfs het verspreiden van anticonceptiezaden.

Beheersing van duivenpopulaties in de stad

“Hoewel het interessant is om meer te weten te komen over de praktijken die elke gemeente ontwikkelt om de proliferatie van duiven tegen te gaan, is het essentieel om de acties van de gemeenten te coördineren en te harmoniseren. Een duif kent geen gemeentegrenzen en het probleem doorschuiven naar naburige gemeenten heeft geen enkele zin. Het lopende AWI-BRU-onderzoek zal ons toelaten om een actieplan op te stellen voor een respectvol en efficiënt beheer van de duivenpopulatie”, besluit de Brusselse minister.

Duiven vangen en doden behoort weldra tot het verleden

Persbericht

De Brusselse volksvertegenwoordigers spreken zich vandaag uit over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan het vangen en doden van duiven. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, steunt het voorstel en wil dat er een einde komt aan deze wrede en weinig efficiënte praktijk.

Geluidsoverlast, uitwerpselen waarvan de zuurgraad materialen aantast, beschadigd materiaal, veren die dakgoten verstoppen, ziektes, enz. De overbevolking van duiven in stedelijke gebieden kan veel schade aanrichten.

Sommige bedrijven voeren bijgevolg – zoals de wetgeving dat tot dusver toestaat – duivenbestrijdingsacties uit. De vogels worden aldus gevangen in kooien en vervolgens gedood, meestal door vergassing. Deze praktijk werpt evenwel enkele problemen op:

  • Het personeel controleert de kooien niet altijd op regelmatige tijdstippen waardoor de dieren sterven van honger en dorst (naast de stress van de gevangenschap);
  • Deze vangmethode is niet-selectief en kan leiden tot de dood van beschermde soorten zoals de houtduif.

“In 2019 schreef Natagora een rapport over de duivenproblematiek in de stad. In het bijzonder lezen we dat het vangen van duiven een weinig efficiënte en onethische kortetermijnoplossing is. De jongen zullen immers de oude dieren die werden gevangengenomen vervangen”, merkt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, op.

De Brusselse volksvertegenwoordigers zouden dus vandaag, vrijdag 4 februari, moeten stemmen over een voorstel van ordonnantie dat een einde moet maken aan deze praktijk. Des te meer omdat er andere efficiëntere en minder wrede methoden bestaan, zoals die uitgedragen door Natagora.

Een eerste methode is het stoppen met het voederen van duiven door zaden of brood te geven op de openbare weg. Dat versnelt de verspreiding van duiven, maar trekt ook ander ongedierte zoals ratten aan. Een andere methode is het voorzien van contraceptieve duiventillen waarin de geproduceerde eieren worden weggenomen en vervangen door namaakeieren, of zelfs het verspreiden van anticonceptiezaden.

Hoewel het interessant is om meer te weten te komen over de praktijken die elke gemeente ontwikkelt om de proliferatie van duiven tegen te gaan, is het essentieel om de acties van de gemeenten te coördineren en te harmoniseren. Een duif kent geen gemeentegrenzen en het probleem doorschuiven naar naburige gemeenten heeft geen enkele zin. Het lopende AWI-BRU-onderzoek zal ons toelaten om een actieplan op te stellen voor een respectvol en efficiënt beheer van de duivenpopulatie”, besluit de Brusselse minister.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Dierenrecht: 300 blz. juridische en maatschappelijke analyses

Actualiteit
Ideogram van het verslag van het colloquium over het dierenrecht “Van domesticatie tot bescherming” – gestileerde grafische compositie van verschillende dieren

Het verslag van het colloquium over het dierenrecht “Van domesticatie tot bescherming – Welke evolutie kent het recht in de verhouding tussen mens en dier?” op 28 september 2021 is intussen beschikbaar voor juristen en alle burgers die bezorgd zijn om het dierenwelzijn. Document hier te downloaden (pdf).

Een initiatief van het Brussels Gewest

Deze dag, die gewijd werd aan de band tussen mens en dier in een vergelijkend perspectief ten aanzien van het Franse recht, werd georganiseerd door het Brussels Gewest, in samenwerking met de Société de législation comparée en de Fondation européenne pour le droit du vivant. In dit verslag publiceren de sprekers op het colloquium bijdrages die essentieel zijn voor de vooruitgang van de kennis en voor de uitwisseling van juridische benaderingen. Deze overwegingen en de gedane vaststellingen zullen zeker een verrijking vormen voor de lopende werkzaamheden, namelijk het opstellen van het Brusselse wetboek voor dierenwelzijn.

Snel overzicht

Welk juridisch statuut heeft een dier? Wat met het recht om zich een dier toe te eigenen? Welke rol en welke verantwoordelijkheden hebben het bestuur en de instellingen? Na deze algemene vragen behandelden de sprekers op het colloquium onderwerpen vanop het terrein: de bestraffing van dierenmishandeling, de diergeneeskundige inspectie, de bemiddeling met dieren als economische activiteit, etc.

Dierenrecht centraal in maatschappelijke vraagstukken

Na maandenlange werkzaamheden en reflectie over het thema van het dierenrecht en over de plaats die dieren in onze moderne samenleving innemen, kon dit colloquium over het dierenrecht worden gehouden.

Het onderwerp dierenwelzijn, dat een actueel onderwerp en een bron van bezorgdheid voor veel burgers is, komt tot uiting in wetgeving en analyses met betrekking tot het dierenrecht. Het recht dat de verhouding tussen mens en dier regelt, staat, net als het dierenrecht, centraal in grote maatschappelijke veranderingen.

De plaats van het dier en onze verhouding tot levende wezens evolueren, met een groeiende bezorgdheid daarover. Sinds 2018 preciseert de wet bovendien: “Een dier is een levend wezen met gevoel, eigen belangen en waardigheid, dat bijzondere bescherming geniet.” Er worden goede praktijken gehanteerd, terwijl onze verhouding tot de levende wezens blijft evolueren.

Alternatieven dierenproeven

Persartikel
Vlaams en Brussels Gewest zoeken samen naar alternatieven dierenproeven

Uittreksel uit het artikel verschenen in “BRUZZ”

Brussels minister van Dierenwelzijn Bernard Cleryfayt (Défi) en zijn Vlaamse collega Ben Weyts (N-VA) slaan de handen in elkaar in de strijd tegen dierproeven, met een geoptimaliseerde versie van het RE-Place platform. Dat platform verzamelt alle bestaande kennis over alternatieve methoden voor dierproeven.

[…] "Ik wil het lijden van proefdieren zoveel mogelijk te voorkomen," zegt Brussels minister voor Dierenwelzijn Bernard Clerfayt (Défi). "Dit kan door het ontwikkelen, stimuleren en ondersteunen van alternatieve methoden. Als we vandaag precies weten hoeveel dieren voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, lijkt het mij van essentieel belang dit aantal te doen verminderen."

RE-Place heeft reeds 170 alternatieve methoden voor dierproeven opgelijst

Actualiteit
alternatieve methoden voor dierproeven

De coördinatoren van de RE-Place-projecten, Sciensano en de Vrije Universiteit Brussel hebben een onlinetool ontwikkeld die al 170 alternatieve methoden voor dierproeven heeft verzameld. Zij komen uit verschillende onderzoeksgebieden en instellingen. De lancering van deze nieuwe en verbeterde versie van het platform RE-Place maakt het vergaren van expertise eenvoudiger. Voortaan is het mogelijk om het platform te verbinden met specifieke onderzoeksgroepen of organisaties.

Het Brussels Gewest en het Vlaamse Gewest roepen de wetenschappers dan ook op hun expertise zo veel mogelijk te delen via het platform RE-Place!

RE-Place kan bijdragen aan een systematische vermindering van het aantal dierproeven

RE-Place wil het gebruik van proefdiervrije testmethoden bevorderen door het delen van kennis aan te moedigen en deskundigen uit verschillende instellingen en onderzoeksgebieden samen te brengen. Bovendien fungeert RE-Place als een centraal informatiepunt waar actuele data over de alternatieven kunnen worden gevonden. Op lange termijn zou dit project moeten bijdragen tot een systematische vermindering van het aantal dierproeven.

“Ik zou het lijden van proefdieren zo veel mogelijk willen vermijden. Dat kan door het gebruik van alternatieve methoden te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen. Als we vandaag precies weten hoeveel dieren voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, lijkt het me van fundamenteel belang actie te ondernemen om dat aantal te verminderen”, stelt Bernard Clerfayt.

Van de controle van dieren tot innovatieve technieken

In België worden elk jaar ongeveer een half miljoen labodieren gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden. Zij worden meestal gebruikt voor biomedisch onderzoek naar nieuwe therapieën voor ziekten als kanker. Bovendien is het gebruik van labodieren soms wettelijk verplicht, bijvoorbeeld om de veiligheid van geneesmiddelen en vaccins te waarborgen. Het gebruik van labodieren wordt streng gecontroleerd door ethische comités en de besturen bevoegd voor dierenwelzijn.

Het Brussels Gewest en het Vlaamse Gewest promoten al enkele jaren het gebruik van alternatieven voor dierproeven. En op Europees niveau werd veel vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van testmethoden waarbij geen dieren worden gebruikt. Onderzoekers gebruiken onder meer materiaal van het menselijk lichaam in cel- en weefselculturen (in vitro) of computermodellen (in silico). Deze nieuwe innovatieve technieken spelen een zeer nuttige en aanvullende rol bij het beantwoorden van vragen over regelgeving en biomedische (onderzoeks)vragen.

Dit zou u ook kunnen interesseren:

83 klachten over dierenmishandeling in 2021 in Brussels Gewest

Actualiteit
83 klachten over dierenmishandeling in 2021 in Brussels Gewest

Leefmilieu Brussel heeft in 2021 83 klachten over dierenmishandeling ontvangen; ze werden allemaal ontvankelijk verklaard. Bovendien werden vorig jaar in het Brussels Gewest 28 inbeslagnames uitgevoerd van in totaal 45 dieren.

Er zijn verschillende gevallen waarin een dier in beslag kan worden genomen: gebrek aan hygiëne, ondervoeding, onbehandelde ziekten, enz. In 2021 werden bij 28 inbeslagnames in totaal 45 dieren meegenomen. Het betrof 35 honden, 5 katten, maar ook een leguaan, 3 kikkers en een boa.

De Dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel ontvangt de klachten over dierenmishandeling

Na de inbeslagname worden de dieren meestal tijdelijk toevertrouwd aan een asiel in afwachting van de beslissing over de bestemming. Deze beslissing wordt genomen door Leefmilieu Brussel en moet gebeuren binnen de twee maanden na de inbeslagname. Deze inbeslagnames zijn vaak het gevolg van klachten die door burgers worden ingediend bij de Dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel. In 2021 werden er 83 klachten ingediend.

“De boetes voor dierenmishandeling kunnen tot 100.000 euro bedragen”

“Het melden van dierenmishandeling is een belangrijke daad. Klachten maken het mogelijk om problematische situaties voor de dieren en soms ook voor de eigenaar te identificeren. De inspecteurs van Leefmilieu Brussel gaan geen inspanning uit de weg om deze situaties te verhelpen en geven waarschuwingen, stellen processen-verbaal op en gaan, indien nodig, over tot inbeslagnames. Onze relatie met levende wezens en dieren is de afgelopen jaren enorm geëvolueerd en de verwachtingen van de burgers blijven groeien. Boetes voor dierenmishandeling kunnen bijgevolg oplopen tot 100.000 euro en de rechter kan zelfs een gevangenisstraf en een verbod op het houden van dieren opleggen. Het toekomstige Brusselse Wetboek voor Dierenwelzijn zal zorgen voor de ontwikkeling van de bestaande instrumenten om mishandelingen efficiënter te voorkomen en te bestraffen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn.