Minister Clerfayt licht Brussels plan voor digitale toegankelijkheid toe op Numéricamp

Actualiteit
•	Minister Bernard Clerfayt stelt het plan voor digitale toegankelijkheid voor tijdens Numéricamp d’Arras.

Op 21 en 22 maart heeft de Communauté urbaine d’Arras haar “Numéricamp” georganiseerd. Driehonderd deelnemers uit de bedrijfswereld, mandatarissen, verantwoordelijken van verenigingen en directeurs van hogescholen waren op de afspraak voor deze regionale ontmoeting. De organisatoren hadden Bernard Clerfayt, de minister van Digitalisering, uitgenodigd op dit evenement. Zijn plan voor digitale toegankelijkheid (PDT) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was een opvallend initiatief dat van ons gewest een pionier maakt op het vlak van digitalisering van de overheidsdiensten.

De tussenkomst van de minister tijdens de rondetafel draaide om de vraag: “Moet de digitalisering van de overheidsdiensten voortgezet, versneld of vertraagd worden, gelet op het feit dat bepaalde burgers digitaal afhaken?”

Bernard Clerfayt bracht in herinnering dat de COVID-crisis en de opeenvolgende lockdowns trendversnellend hebben gewerkt. “De sterkste trend was de digitalisering van alle aspecten van onze samenleving. En de overheidsdiensten vormden daar geen uitzondering op.”

Deze tendens wordt versterkt door de verwachtingen van de burgers. “Ze verwachten dat de digitale technologie hun dagelijks leven kan verbeteren en hun leven kan vergemakkelijken: tijd winnen, hun administratieve handelingen uitvoeren wanneer ze dat willen, etc.”

In het Brussels Gewest behoren de verschillende aspecten van een bevoegdheid vaak tot meerdere instellingen. Het Gewest is bevoegd voor een deel, de federale staat voor een ander deel en de gemeenten ten slotte spelen ook, als buurtactoren, een specifieke rol. De uitdaging bestond er dus in de procedures te harmoniseren en een nieuw IT-beheer vast te stellen. “Hoe kunnen we de Brusselse besturen, die elk hun specifieke karakter hebben, samen laten functioneren, zonder de IT-kosten de pan uit te laten swingen?”

Vervolgens haalt de minister zijn ontwerp voor een regelgeving aan dat de naam “Digitaal Brussel” kreeg en dat beoogt dat elke administratieve handeling online kan worden uitgevoerd, terwijl er een alternatief blijft bestaan voor mensen die digitaal niet mee zijn. Kortom, een administratie die 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 geopend is.

Plan voor digitale toegankelijkheid (PDT)

De minister benadrukte van bij het begin hoe belangrijk het is aandacht te schenken aan het verwerven van vaardigheden door de burgers. We kunnen niet digitaliseren zonder de burgers oplossingen te bieden om hun vaardigheden te verbeteren. “Deze digitalisering kan niet ten koste van hen gebeuren en ook zij moeten meedoen.”

Vervolgens werden enkele cijfers in herinnering gebracht. In België heeft bijna 10% van de mensen tussen 16 en 74 jaar nog nooit gebruikgemaakt van het internet. En 39% van de bevolking bezit geen of weinig digitale basisvaardigheden. Het goede nieuws is evenwel dat 60% van de Belgen digitale tools wil leren gebruiken en geïnformeerd wil blijven. Iedereen moet dus kunnen gebruikmaken van de onlinetools.

“Daarom heb ik bijna dag op dag een jaar geleden een plan voor digitale toegankelijkheid gelanceerd. Elk jaar wordt 900.000 euro besteed aan de uitvoering van de in het PDT opgenomen maatregelen. Wij waren de eersten die een PDT ontwikkelden, vóór Vlaanderen en Wallonië en elders. Wallonië heeft ons voorbeeld gevolgd en is bezig met de ontwikkeling van een soortgelijke tool.”

Bernard Clerfayt stelde vervolgens de structuur van het PDT, bestaande uit 4 krachtlijnen, 17 werkvelden en 66 concrete acties, voor.

KRACHTLIJN 1: Bewust maken

  • Opleiding van de medewerkers van de besturen door Easy.brussels, in samenwerking met de GSOB en Talent.brussels.
  • Opleiding van het grote publiek in de digitale dienstverlening (Irisbox, Itsme, etc.).

KRACHTLIJN 2: Bundelen

  • Uitwerking van de ordonnantie “Digitaal Brussel”. Deze wetgevende tekst wordt momenteel voorbereid. Dit zijn de basisprincipes:
  • Het principe “Digital by Default” voor alle procedures verankeren.
  • “Inclusive by Design”: “ja” aan de digitalisering, maar niet op eender welke manier!
  • Voor iedere gedigitaliseerde procedure zal aldus begeleiding moeten worden voorzien voor mensen die digitaal niet kundig zijn. Het is dit mechanisme dat er op termijn voor zal zorgen dat de digitale inclusie in Brussel ambitieuzer gefinancierd kan worden.
  • Inclusieve aanbevelingen verwezenlijken op het vlak van de ontwikkeling van een digitale overheidsdienst en een package voor IT-ontwikkelaars ontwikkelen om rekening te kunnen houden met de doelgroep die weinig voeling heeft met het digitale.
  • Het invoeren van een jaarlijkse barometer over de vooruitgang van de digitale toe-eigening door de Brusselaars.
  • Een studie over het profiel van de bezoekers van de Openbare Computerruimtes uitvoeren.

KRACHTLIJN 3: Uitrusten

  • Een deontologische code opstellen voor een betere erkenning van de ethiek voor het beroep van multimedia-begeleider/digitaal schrijver en een homogene en veilige begeleiding verzekeren voor alle doelgroepen (met name de senioren).
  • IT-materiaal leveren aan de actoren van de sector.
  • Het delen van opleidingshandboeken tussen de actoren stimuleren.

KRACHTLIJN 4: Begeleiden

  • Een test voor IT-basiscompetenties aanbieden.
  • Het basisopleidingsaanbod inzake IT voor de digitale technologieën, met inbegrip van het buitenschoolse aanbod, in kaart brengen.
  • Een mechanisme invoeren voor het declasseren van IT-materiaal van de besturen ten voordele van kwetsbare personen.
  • Mobiele acties via de Openbare Computerruimtes (OCR) uitwerken binnen de rusthuizen of thuis.
  • Het gebruik van de hotspots wifi.brussels monitoren om de minst gebruikte hotspots te verplaatsen naar plaatsen waar veel doelgroepen komen (sociale woningen, wijkhuizen, …).

De eerste resultaten van het plan voor digitale toegankelijkheid?

Vandaag zijn de effecten van het plan reeds merkbaar in de acties op het terrein. De minister noemde er enkele. “We hebben een projectoproep uitgeschreven ter waarde van 400.000 euro ter ondersteuning van lokale initiatieven om de digitale vaardigheden van de burgers te verbeteren. We hebben een project gesteund voor de digitale inclusie van vrouwen met een migratieachtergrond; een ander project bestond in het opzetten van een mobiele OCR en ook werd een workshop georganiseerd om senioren te leren werken met tablets. In de Brusselse middelbare scholen – het equivalent van het lyceum en het college in Frankrijk – werden hotspots geplaatst. En ze hebben ook IT-materiaal gekregen.”

“Tot slot is er een laatste project dat me nauw aan het hart ligt: een test voor de IT-vaardigheden en een opleidingstraject voor werkzoekenden, omdat digitale vaardigheden essentieel zijn in alle activiteitensectoren, al was het maar om arbeidsprestaties te registreren, toegang te krijgen tot materiaal, etc.”