Slachten met voorafgaande bedwelming op de regeringstafel voor eind oktober

Actualiteit
Slachten met voorafgaande bedwelming op de regeringstafel voor eind oktober

“De verplichte bedwelming van dieren voorafgaand aan het slachten in het Vlaamse en Waalse Gewest schendt de Grondwet niet”, volgens het Grondwettelijk Hof. Het dossier van het slachten met voorafgaande bedwelming komt opnieuw ter sprake in het Brussel Gewest.

Vandaag heeft het Grondwettelijk Hof de wettelijkheid van de Vlaamse en Waalse decreten die een voorafgaande bedwelming bij het slachten van dieren opleggen, ten aanzien van het Europees recht bevestigd. Deze maatregel werd aangevochten door een aantal  joodse en moslimgemeenschappen in ons land, die zich daarvoor beriepen op een schending van de godsdienstvrijheid. Deze nieuwe beslissing van het gerecht brengt de kwestie van het slachten van dieren zonder voorafgaande verdoving in het Brussels Gewest weer op gang. Oordelen de Vlaamse, Waalse en Brusselse democratieën anders over het evenwicht tussen het respect voor dierenwelzijn en dat voor religieuze vrijheden?

Slachten met omkeerbare bedwelming

In 2017 hebben het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest allebei teksten goedgekeurd die decreteren dat elk dier voorafgaand aan de slachting bedwelmd moet worden. Er werd een aanpassing voorzien voor slachtingen die vereist zijn voor religieuze riten: de bedwelming moet omkeerbaar zijn. Na de beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat de rechtsgeldigheid van de Vlaamse en Waalse decreten ten aanzien van het Europees recht bevestigt, bevestigt het Grondwettelijk Hof op zijn beurt de wettelijkheid van de maatregelen die werden goedgekeurd in het noorden en het zuiden van het land. Kort gezegd: het Grondwettelijk Hof keurt de maatregelen goed en staat het opleggen van omkeerbare bedwelming vóór het slachten toe.

Geen inmenging in de religieuze rite

Het persbericht van het Grondwettelijk Hof vermeldt bovendien dat “[de Vlaamse en Waalse decreten] evenwel beantwoorden aan een dwingende maatschappelijke behoefte en evenredig zijn met de nagestreefde doelstelling om het dierenwelzijn te bevorderen. Voorts mag de mogelijkheid tot omkeerbare bedwelming bij ritueel slachten niet zo worden geïnterpreteerd dat ze zou voorschrijven op welke wijze een religieuze rite moet worden uitgevoerd”.

Kan de regelgeving niet gebaseerd zijn op gedeelde waarden aangezien ze grondwettelijk is verklaard?

Met dit nieuwe arrest wordt het debat in het Brussels Gewest opnieuw opgestart. Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, heeft de organisaties voor dierenbescherming en de vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschappen ontvangen. Zij blijven zich in deze zaak verzetten.

“Naar aanleiding van de beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft het Grondwettelijk Hof zopas een standpunt ingenomen: het opleggen van een voorafgaande bedwelming bij het slachten is wettelijk en schendt geen religieuze vrijheden. Het Hof van Justitie heeft aangegeven dat het elke lidstaat toekomt dierenwelzijn en godsdienstvrijheid met elkaar te verzoenen. De vraag is nu of de parlementsleden van het Brussels Gewest andere waarden delen dan die van Europa, Vlaanderen en Wallonië. Is de Brusselse democratie anders?”, vraagt Bernard Clerfayt zich af.

De Brusselse minister legt het dossier van het slachten met voorafgaande bedwelming voor eind oktober op de regeringstafel.