Strategie voor beheer van hondenpopulatie in Brussels Gewest
Op voorstel van de Brusselse minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt, heeft de Regering de strategie voor het beheer van de hondenpopulatie in Brussel goedgekeurd. Dit plan, dat is onderverdeeld in zes pijlers, omvat een reeks doelstellingen en prioriteiten die moeten worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat honden beter worden geïntegreerd in de stad. Hier kunt u het volledige document raadplegen over de strategie voor het beheer van de hondenpopulatie in Brussel, “voor een harmonieuze en respectvolle integratie van de hond in onze samenleving”.
Honden zijn de trouwste metgezel van de mens. Als volwaardig gezinslid zijn honden steeds meer aanwezig in het Brussels Gewest. Vandaag tellen we er ongeveer 90.000 op het Brussels grondgebied. Het is waar dat honden veel kunnen bijdragen tot het fysieke, mentale en sociale welzijn van de mens. Toch brengt deze unieke band verantwoordelijkheden met zich mee, zowel voor de eigenaar van het dier als voor de overheid.
"Honden hebben een belangrijke plaats veroverd in de harten van veel Brusselaars. En terwijl hun populariteit toeneemt, moeten we hun welzijn garanderen. Daarom wilde ik een strategie voor het beheer van honden: vaststellen wat er moet worden gedaan om de integratie van honden in een stedelijke omgeving te verbeteren”, legt Bernard Clerfayt uit.
Bernard Clerfayt heeft bij de Regering een strategie ingediend voor het beheer van de hondenpopulatie in het Brussels Gewest. Hierin wordt een actieplan uiteengezet voor het beheer van honden in een stedelijke omgeving, gaande van het respectvol opvangen van het dier tot netheid in de openbare ruimte en losloopzones voor honden.
De eerste maatregel is het benadrukken van de verantwoordelijkheden die gepaard gaan met het bezitten van een hond. "Elk jaar worden er bijna duizend honden opgevangen in Brusselse asielen. Een dierenarts raadplegen alvorens een dier te adopteren zou een systematische reflex moeten zijn. Het is essentieel om meer te weten te komen over de behoeften, het gedrag en de methoden voor de opvoeding van een hond. We moet vermijden dat iemand impulsief of in een opwelling een hond koopt”, zegt Bernard Clerfayt.
Een hond, ongeacht het ras, moet rennen, zich uitleven, snuffelen, interageren... Hiervoor heeft hij losloopzones nodig. Het kadaster van gebieden voor honden vermeldt ongeveer 97 losloopzones, maar we merken op dat bepaalde gemeenten er meer hebben dan andere.
Een andere maatregel bestaat er daarom in om het netwerk van “losloopzones voor honden” te versterken en de verantwoordelijken van honden en de honden zelf de mogelijkheid te bieden toegang te krijgen tot een ruimte dicht bij huis.
Als we ten slotte een harmonieus samenleven tussen dieren en mensen in een stedelijke omgeving willen garanderen, moeten we ook rekening houden met netheid. Daarom zal het, naast het herhalen van de verplichting om hondenuitwerpselen op te ruimen, noodzakelijk zijn om te zorgen voor een voldoende aantal hondentoiletten in het Brussels Gewest.
“Een van de maatregelen uit het Wetboek voor Dierenwelzijn is de verplichting voor de Regering om een hondenplan in te voeren. Ik ben tevreden dat we in dit dossier vorderingen hebben gemaakt op het einde van de legislatuur, want we moeten de dieren en de Brusselaars een rustige leefomgeving waar ieder zijn plek heeft, garanderen. Laat ons ermee ophouden de inwoners tegen elkaar op te zetten”, aldus Bernard Clerfayt.
Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45