Naar een digitaal verantwoord gewest

Persbericht

Het Brussels Gewest telt bijna 30 besturen die allemaal functioneren en diensten verlenen aan het publiek dankzij de digitale technologieën. Een matiger gebruik van de technologieën zou evenwel de impact op het milieu kunnen verminderen. Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) lanceert bijgevolg een uitgebreid programma, niet alleen om te evalueren, maar ook om aanbevelingen in te voeren, zodat een digitaal verantwoord gewest kan worden ontwikkeld.

De digitale technologie is wereldwijd verantwoordelijk voor 10% van het elektriciteitsverbruik en voor 4 à 5% van de uitstoot van broeikasgassen. Door bepaalde praktijken te wijzigen, door bepaalde handelingen te ontwikkelen of bepaalde materialen te verkiezen, is het mogelijk om deze cijfers te doen dalen. Dat is wat men digitaal verantwoord gedrag noemt.

Om zijn milieuvoetafdruk te beperken, heeft het CIBG een audit van zijn digitale praktijken uitgevoerd met het Belgisch Instituut voor Duurzame IT, het ISIT. Dit instituut heeft een methode uitgewerkt om digitale praktijken te evalueren, waardoor de duurzame digitale aanpak van een instelling gestructureerd kan worden. De audit heeft ervoor gezorgd dat gewezen kan worden op een reeks goede praktijken afkomstig van het CIBG binnen domeinen als de aankopen (opdrachten met milieuclausules), zijn serverzalen en zijn informaticapark. Nu moet een reeks aanbevelingen worden uitgevoerd, waaronder met name de oprichting van een dienst om andere Brusselse instellingen te begeleiden om deel uit te maken van een digitaal verantwoorde aanpak.

Om deze dienst op te starten, zal een twintigtal gewestelijke besturen dit jaar begeleiding krijgen om de impact van hun digitale handelingen te kunnen evalueren. Eind 2021 zullen de verschillende instellingen uitgenodigd worden om de aanbevelingen in te voeren.

“Digitale vervuiling is meer dan het verbruiken van elektriciteit. Zij omvat eveneens de productie van uitrusting, de levensduur van componenten, het recyclen van elektrisch afval, etc. Door ons gedrag te wijzigen, kunnen we een grote impact op ons milieu hebben. Ik wil de besturen ondersteunen die zich hiervoor willen engageren. De creatie van een netwerk van goede praktijken is van fundamenteel belang om een digitaal verantwoord gewest te ontwikkelen”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

Meer info?
Pauline Lorbat –  Kabinet Clerfayt - 0485 89 47 45

Eerste Belgische week van de artificiële intelligentie

Actualiteit
Eerste Belgische week van de artificiële intelligentie

Vandaag is de eerste Belgische week van de artificiële intelligentie (AI) van start gegaan. Er zijn echter weinig mensen die de technologische revolutie die zich voltrekt, begrijpen, alsook de nieuwe mogelijkheden die ons worden geboden.

Artificiële intelligentie voedt zich met data

Artificiële intelligentie ontleent haar kracht aan data. Het vermogen van een algoritme om patronen te herkennen en om suggesties te doen, hangt immers af van wat zij kan halen uit de data die zij te verwerken krijgt.

In combinatie met artificiële intelligentie bieden data alle sectoren – overheidsdiensten, gezondheidszorg, financiële diensten, communicatie, media, etc. – de kans om innovatieve producten en boeiende klantervaringen aan te bieden en hun dagelijkse activiteiten te optimaliseren.

De Brusselse datastrategie

In het Brussels Gewest werkt minister Bernard Clerfayt aan de uitvoering van een Brusselse datastrategie, die uiteindelijk tot doel heeft de werking van de overheidsdiensten te optimaliseren: de kwaliteit van de geproduceerde data verbeteren, ze openbaar maken en zorgen voor compatibiliteit.

Om dat doel te bereiken, zullen wij een data governance opzetten die de samenhang van het gebruik en de uitwisseling van data op het niveau van het Gewest tot stand zal brengen en waarborgen.

Wij starten ook met de ontwikkeling van een structuur voor het delen van data via een Brussels platform voor gegevensuitwisseling. Hierdoor zullen gegevens in een veilig en transparant kader uitgewisseld en gedeeld kunnen worden, zodat academici, ondernemers en burgers deze in het voordeel van de burgers kunnen benutten. Het spreekt voor zich dat het daaruit voortvloeiende sociale potentieel enorm is.

Onlangs werd in de media bericht over een project om het cv van een werkzoekende beter te laten matchen met een jobaanbieding van een bedrijf. Ook daar kunnen gegevens gebruikt worden om de efficiëntie van de overheidsdiensten te verhogen. Het is niet de mens tegenover de machine; het is de machine ten dienste van de mens.

Glasvezel

Hoe meer data er voorhanden zullen zijn, hoe meer capaciteit we ten slotte nodig zullen hebben om ze te transporteren. En aangezien we evolueren binnen een maatschappij van de onmiddellijkheid, is het Brussels Gewest, om de overdracht van data te kunnen verzekeren, bezig met het opzetten van een ambitieus plan voor de uitrol van glasvezelverbindingen.

Dit geconsolideerde netwerk zal ons in staat stellen over een netwerk van bijna 1.000 km in het volledige Gewest te beschikken. De capaciteit om sneller data uit te wisselen zal dus aanzienlijk vergroot worden. Onze algoritmen zullen ook sneller gevoed worden ten voordele van de artificiële intelligentie, en dus van de burgers.

Hier volgen enkele actuele uitdagingen die betrekking hebben op de nabije toekomst van ons Gewest en die wij ter gelegenheid van de eerste Belgische week van de artificiële intelligentie wilden vermelden.

Cyberaanval: reactievermogen van Brussels netwerk

Actualiteit
Cyberaanval: reactievermogen van Brussels netwerk

Een grootschalige cyberaanval op het nationale netwerk van Belnet heeft veel van onze instellingen lamgelegd. Het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) en ons IRISnet-netwerk zijn klanten van Belnet.

Het reactievermogen van onze technici heeft ons in staat gesteld om de internetdienst voor de 122 organisaties en instellingen in Brussel snel te herstellen. Iets meer dan twee uur nadat de aanval begonnen was, werd de dienstverlening dus hersteld, terwijl de aanval nog volop gaande was.

De Brusselse minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, feliciteert de operatoren van het Brusselse netwerk met deze prestatie. "Ik wens ook hun proactieve optreden te benadrukken. Als back-up hadden ze namelijk een internetleverancier die zeer snel geactiveerd kon worden. De technici hebben de nacht van 4 op 5 mei doorgewerkt om de stabiliteit van de noodlijn te verzekeren."

De werking van grote instellingen zoals ziekenhuizen stond op het spel.

Een pluim voor het CIBG en IRISnet voor hun efficiënte reactie op deze grootschalige cyberaanval!

Opleiding en digitalisering: partnerschappen versterken troeven van Brussel

Actualiteit
Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering

Mediaplanet heeft een panel van zeven deskundigen bijeengebracht rond Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering, Werk en Beroepsopleiding, en Barbara Trachte, de Brusselse staatssecretaris van Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek.

Hieronder worden enkele fragmenten van de uitwisselingen weergegeven, met een bijzondere focus op de aspecten van opleiding en digitalisering.*

Grote vraag naar competenties leidt tot kloof die gedicht moet worden

Zowel Guillaume Boutin, de CEO van Proximus Group, als Bruno de Thibault, de CEO van Touring, maken gewag van de inspanningen en goedgekeurde investeringen in de opleidingsprogramma’s. Deze laatste worden aangeboden in samenwerking met de gewestelijke agentschappen voor tewerkstelling en de opleidingsinstituten. Desondanks raken de leidinggevende functies niet ingevuld en volgen de opleidingsprocessen de evolutie van de vraag naar competenties niet.

Bernard Clerfayt wijst op de grote vraag naar competenties op de Brusselse arbeidsmarkt. Hoewel het opleidingsaanbod van een zeer goed niveau is, en dat is een troef van het Gewest, is Brussel echter “het meest veeleisend in termen van de vraag naar competenties”. En hij benadrukte de noodzaak om het competentieniveau van de werkzoekenden, met name op IT-vlak, te verbeteren.

De minister bracht de lopende partnerschappen dankzij het instrument van de polen opleiding-werk in herinnering. “Om de opleidingen en de noden van de bedrijven dichter bij mekaar te brengen, lopen er samenwerkingen tussen de overheidsdiensten voor opleiding en de privésector via de opleidingsfondsen voor werknemers. In de sectoren van de bouw, de techniek, de digitale technologieën en de logistiek bepalen de polen opleiding-werk de best mogelijke vormingen, zowel wat bijscholing betreft als voor werkzoekenden.”

Duaal leren = verbinding tussen beroep en opleiding

Voor 92 beroepen bestaat in het Brussels Gewest de oplossing van duaal leren; centraal daarbij staat de complementariteit tussen opleiding volgen en ervaring opdoen in bedrijven. De opleidingen richten zich tot jongeren vanaf 15 jaar en tot “een steeds groter publiek van volwassenen, met inbegrip van personen die zich omscholen”, preciseert Vincent Giroul, de directeur van Efp formation.

“80% van de jongeren die een alternerende opleiding heeft gevolgd, vindt meteen een job. Reden: het duaal leren zorgt ervoor dat de realiteit van een beroep meteen kan worden uitgeprobeerd in een onderneming, en de onderneming kan haar toekomstige werknemers op maat opleiden. Het duaal leren heeft toekomst en moet beter ondersteund worden, naar het voorbeeld van wat gebeurt in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk”, preciseert Bernard Clerfayt.

De directeur van Efp formation lanceert in dat verband een oproep aan de Brusselse bedrijven: “Midden januari jongstleden zochten 1.742 personen nog een stageplaats.” Het ontbreekt werkzoekenden niet aan motivatie: 7.000 personen zijn ingeschreven voor dit instrument voor duaal leren.

De Brusselaars kennen bepaalde activiteitendomeinen minder goed, hoewel er veel jobs in te vervullen zijn. Philippe Matthis herhaalt hoe belangrijk het succes van de haven en zijn “12.000 rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers” is. Hij bracht ook het belang van opleiding in het hart van de havenactiviteiten in herinnering: “Het personeel kan gebruikmaken van jaarlijkse opleidingsplannen en wij dragen, met Actiris, bij aan de aanwerving van startbaanovereenkomsten, die 10% van onze medewerkers betreffen.”

Bijscholing maakt ook deel uit van het praktische pedagogische beleid dat uitgevoerd wordt door de hogescholen, aldus Emmanuelle Havrenne, directrice-voorzitster van de hogeschool Ephec. Het partnerschap met de bedrijven “komt ook tot uiting via de 15 weken stage in een onderneming op het einde van de opleiding, via ondernemingen die onderwerpen voor eindwerken voorstellen”.

Innovatie en partnerschappen verhogen productiviteit

Innoviris ondersteunt elk jaar 300 projecten rond industrieel onderzoek, preciseert de adjunct-directeur-generaal, Marie-Carmen Bex. Zij illustreert het belang van partnerschappen en merkt op dat “meer dan 30% van de projecten het resultaat zijn van een samenwerking tussen verschillende actoren, en niet van één enkele instelling”.

Emmanuelle Havrenne brengt de verschillende aspecten van innovatie in de opleiding in herinnering. We zullen de competenties in termen van “digitalisering en nieuwe economische modellen – kringloop- of collaboratieve economie, e-business, etc.” onthouden. Ze preciseert dat, in deze context van de pandemie, “innovatie tenslotte de pedagogische praktijken betreft die een jaar geleden in het bijzonder aangepast moesten worden met het onderwijs op afstand en de platformen voor e-learning”.

Innovatie is van fundamenteel belang voor de permanente verbetering van de kennis en van onze samenleving, aldus Bernard Clerfayt. “Of ze nu technologisch of sociaal is, ze verbetert onze productiviteit, onze economie, onze koopkracht, ons levenscomfort, de kwaliteit van onze jobs, etc. De honger naar innovatie moet breed gedeeld worden en, bijgevolg, de honger naar STEIM-opleidingen (science, technology, engineering, IT, mathematics). Diegenen die deze opleidingen voltooien, hebben onmiddellijk voor lange tijd kwaliteitsvol werk.”

Meer jobs dankzij digitale technologieën

“Van de 92 beroepen die worden voorgesteld in onze opleidingen, wordt er niet één gespaard door de globalisering en de digitalisering. Wij nemen de digitale competenties dan ook in al onze programma’s op”, stelt Vincent Giroul.

Bernard Clerfayt legt de nadruk op de opportuniteiten voor het creëren van werk: “De digitalisering moet beheerst worden om economische activiteit te creëren. Agoria, de federatie van de technologische industrie, heeft benadrukt dat de digitalisering veel meer jobs zal creëren dan zal doen verdwijnen. De digitale kloof is evenwel een feit: volgens een recente studie van de Koning Boudewijnstichting beheerst 15% van de mensen de digitale tools helemaal niet en bijna 40% beheerst ze slecht. Om deze situatie te verbeteren, heeft Brussel een ‘plan voor digitale toe-eigening’ uitgewerkt dat de meest kwetsbare doelgroepen begeleidt.”

Data: “een bron voor toegevoegde waarde die eindeloos reproduceerbaar is”

Guillaume Boutin had het over de gevolgen van de gezondheidscrisis: “[…] Nooit hadden we zoveel nood aan nabijheid en menselijke contacten. […] De nood aan nabijheid zal er daarentegen voor zorgen dat de productie- en internettools opnieuw lokaler worden ingeplant. Dit is een enorme kans om de digitale diensten voor het dagelijkse leven, de economische ontwikkeling en de herschikking van kapitaal naar lokale afdelingen heruit te vinden. Een voorbeeld: de slager op de hoek van de straat zal morgen een webactor worden, omdat hij in staat zal zijn om zijn activiteiten op internet te promoten.”

De minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, brengt de toegevoegde waarde van het benutten van gegevens in herinnering. “De digitalisering leidt immers ook tot het gebruik van gegevens om de aangeboden diensten te verbeteren. Dat is wat we onder andere zien met de ‘Mobility As A Service Platforms’ (MaaS), toepassingen die het mogelijk maken om alle nodige informatie voor een betere mobiliteit te vinden, onder meer door gebruik te maken van artificiële intelligentie. Dit alles doet echter de vraag rijzen naar de veiligheid en het publieke karakter van onze gegevens. Persoonlijk ben ik een voorstander van een ruime openbaarheid van de gegevens, aangezien deze onuitputtelijk zijn en een bron van toegevoegde waarde vormen die tot in het oneindige gereproduceerd kan worden.”

Voor dit domein in het bijzonder herhaalt Guillaume Boutin het belang van partnerschappen. “Data vereisen een gezamenlijke aanpak door de publieke en de private sector. De soevereiniteit van de data en de ‘digitale kluizen’ zijn onderwerpen die we allemaal samen extreem snel onder de knie moeten krijgen. Als wij het niet doen, zullen andere Europese actoren of van elders ter wereld het in onze plaats doen!”

––––

* Dit artikel is een samenvatting van de uitwisselingen genoteerd door Philippe Van Lil voor Mediaplanet.

App “My Brussels” (met nieuwe functies) al 10.000 keer gedownload

Persbericht

“My Brussels” is de 100% gratis app die de Brusselaars in slechts enkele kliks toegang geeft tot een veelheid aan informatie en diensten. De app, die amper vier maanden geleden gelanceerd werd, is erin geslaagd de Brusselaars te verleiden dankzij haar intuïtieve en personaliseerbare interface, aangezien ze reeds meer dan 10.000 maal werd gedownload. Bovendien heeft de app er nieuwe functies bijgekregen.

Er is een nieuwe versie uit van “My Brussels”, de 100% gratis app die beschikbaar is op iOS en Android. Naast het weer, verkeersinfo en de MIVB-dienstregeling biedt “My Brussels” voortaan gegevens over de dierenasielen, de agentschappen van Actiris en de openbare computerruimten aan. De app, die ook een dialoog tussen de mensen, de bedrijven en de overheden op gang wil brengen, zorgt er intussen voor dat de Brusselaars hun suggesties voor verbeteringen kunnen voorstellen, en dat rechtstreeks in de app.

Nieuwe functies

Er is al een nieuwe, uitgebreidere versie van “My Brussels” uit met nieuwe functies en gegevens. Vandaag is het mogelijk om de locaties van de dierenasielen, de plaatsen toegankelijk voor personen met een beperkte mobiliteit en informatie over afvalscheiding te raadplegen.

De Brusselaars kunnen de dichtstbijzijnde openbare toiletten en de openbare computerruimten vinden, alsook ontdekken waar de agentschappen van Actiris zich bevinden of het medisch centrum zoeken dat het dichtst bij hun woning ligt.

“Onze ambitie bestaat erin meer diensten toe te voegen. Deze app zal constant evolueren”, kondigde de Brusselse minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt (Défi), aan bij de release van de app in december vorig jaar. Opdracht volbracht!

Een luisterend oor voor de Brusselaars

Om de dialoog tussen de bevolking, de ondernemingen en de overheden aan te moedigen, heeft de app nu een ruimte die voorbehouden wordt voor “suggesties”. Het staat de Brusselaars voortaan vrij om hun wensen in verband met de toekomstige evoluties van de app te delen.

“Dankzij deze nieuwe functies zetten wij onze inspanningen voort om van het Brussels Gewest een geconnecteerd gewest te maken, en ons aldus in de kopgroep van de Europese ‘smart cities’ te positioneren”, besluit Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

Meer info?
Pauline Lorbat –  Kabinet Clerfayt - 0485 89 47 45

“Nu weten ze het, affichecampagne om mensen die uitgesloten zijn van de digitale dimensie, te ondersteunen!

Persbericht

Vrij surfen, zich laten helpen bij handelingen online of zich digitaal scholen, dat is mogelijk in Brussel, ongeacht leeftijd of situatie! Deze boodschap wil het Brussels Gewest verspreiden via een brede affichecampagne om de zichtbaarheid van de Openbare Computerruimtes te vergroten. Dat zijn plaatsen die uitgerust zijn met IT-materiaal en vaak begeleiding op maat aanbieden, maar bij het grote publieke nog helemaal niet gekend zijn.

Het Brussels Gewest verdeelt vanaf vandaag vier posters die het dagelijkse leven illustreren van mensen die uitgesloten zijn van de digitale dimensie. We maken kennis met mensen met verschillende profielen, maar die allemaal vervreemd zijn van een maatschappij die deze “volledig digitale” omschakeling heeft bedacht zonder voldoende rekening te houden met de behoeften van haar bevolking.

Salima is aan het verhuizen en is verdwaald in het administratieve doolhof online dat deze levensfase met zich brengt. Manu was dan weer bang om zijn bankapp te gebruiken … Naar schatting hebben in het Brussels Gewest 475.000 mensen zwakke digitale vaardigheden en 170.000 hebben er geen.

Voor hen heeft het Gewest een plan voor digitale toe-eigening ontwikkeld. Naast de vaststelling dat de digitale technologieën echt leiden tot de vooruitzichten van autonomie en integratie, zowel in het dagelijkse leven als professioneel gezien, wil het Gewest de Brusselaars immers aanzetten zich te laten helpen om te verhinderen dat de ongelijkheden nog groter worden.

En de Openbare Computerruimtes zijn één van de instrumenten! Deze plaatsen zijn uitgerust met IT-materiaal dat ter beschikking van het publiek wordt gesteld, en ontvangen iedereen die er nood aan heeft: toegang tot een computer en een internetverbinding, hulp bij administratieve handelingen of het volgen van een opleiding over de digitale technologieën. Het Brussels Gewest telt 18 Openbare Computerruimtes met een label.

Het Gewest heeft enkele weken geleden een plan voor digitale toe-eigening voorgesteld en toont vandaag dat het handelt. “Deze communicatiecampagne is de eerste verwezenlijking van het plan voor digitale toe-eigening. En dat is een belangrijke stap, want het grote publiek sensibiliseren voor de mogelijkheden van de digitale technologieën, vormt de basis als we de transformatie van het Brussels Gewest in een SmartCity willen voortzetten en versnellen”, stelt de Brusselse minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt.

De affichecampagne start vandaag op het net van de MIVB en zal te zien zijn op het netwerk van JC Decaux vanaf 27 april tot en met 10 mei.

Meer info over digitale toe-eigening is te vinden op digitalhelp.brussels.

Meer info?
Pauline Lorbat –  Kabinet Clerfayt - 0485 89 47 45

Wifi.brussels bekoort steeds meer

Actualiteit
Wifi.brussels

Wifi.brussels is het gratis wifinetwerk van het Brussels Gewest. Hiermee kunnen Brusselaars, pendelaars en ook toeristen overal in Brussel gratis op internet surfen. In 2020 was bijna een miljoen toestellen aangesloten op het gratis netwerk.

“Door iedereen, Brusselaars of passanten, gratis te laten surfen op het net, is wifi.brussels een van de hoekstenen van een smart city-gewest. Een smart gewest is in feite een gewest dat digitale technologie gebruikt ten behoeve van zijn burgers. En vandaag kan niemand meer zonder internet”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Digitalisering.

Eén account wifi.brussels om zich in te loggen op 221 plaatsen

De hotspots van het netwerk wifi.brussels bevinden zich zowel buiten in de openbare ruimte als in bepaalde openbare gebouwen: gemeentehuizen, bibliotheken, administraties, enz. In totaal worden 221 plaatsen gedekt door het wifi.brussels-netwerk voor in totaal 867 hotspots. Alle metrostations van de MIVB hebben trouwens toegang tot het gratis netwerk.

Om met wifi.brussels te surfen op een smartphone, tablet of computer, volstaat het om een gratis account aan te maken. Het toestel herkent het wifi.brussels-netwerk dan onmiddellijk en maakt automatisch verbinding.

254.401 gebruikers

In november 2019 is een platformmigratie uitgevoerd om de gebruikerservaring verder te verbeteren. Sindsdien werden 659.711 verbindingen met het portaal gemaakt, waarvan 459.963 in 2020, voor een totaal van 254.401 unieke gebruikers. Tussen 4 november 2019 en 31 december 2020 voerden gebruikers 62.800.006 acties uit op het wifi.brussels-netwerk: webpagina's raadplegen, video's, muziek en e-mails downloaden, etc. Vóór maart 2020 en de start van de lockdown was er een piek van 220.000 acties/dag. Na 16 maart daalde dit aantal tot 140.000, een opmerkelijk resultaat gezien de gezondheidscontext en de lockdown.

De gemiddelde verbindingstijd per sessie was 2,1 uur. 48% van de sessies duurt echter tussen de 0 en 30 minuten, terwijl slechts 24% van de sessies meer dan 2 uur duurt. Gemiddeld is het aantal aansluitingen het grootst op zaterdag, zondag en maandag, met zowat 16% van de verbindingen per dag. De overige dagen van de week gaat het om 13%.

Op het grondgebied van de Stad Brussel tellen we de meeste verbindingen; in deze gemeente liggen ook de drukste metrostations. Daarna volgen de gemeenten Sint-Joost en Sint-Agatha-Berchem. De meest populaire toegangspunten zijn de metrostations Kunst-Wet, Zuidstation, Rogier en De Brouckère.

Evolutie naar nieuwe standaard en extra toegangspunten

In 2021 zal een deel van het materieel worden vervangen om het netwerk te onderhouden en te upgraden naar de nieuwe standaard van draadloze verbindingen, wifi 6. Dit zal een hogere surfsnelheid mogelijk maken en het bereik verbeteren.

Tegelijkertijd zullen er nieuwe wifi.brussels-toegangspunten komen in verschillende Brusselse gemeenten. Twee extra toegangspunten in Anderlecht, in de buurthuizen Scheut en Rossini, en vier nieuwe sites in Evere: de buurthuizen Germinal, Platon en Picardie en een site in het Brussels Museum van de Molen en de Voeding.

De technische ondersteuning voor wifi.brussels wordt verzekerd door IRISnet, in samenwerking met verschillende andere technologische dienstverleners.