Stand van zaken halfweg mandaat voor de bevoegdheid plaatselijke besturen

Alle Brusselaars moeten dezelfde rechten hebben en dezelfde dienstverlening genieten, ongeacht de gemeente waar ze wonen. Daarom organiseert, controleert, financiert en adviseert het Brussels Gewest de plaatselijke besturen op zijn grondgebied.

Baremieke verhoging voor gemeentelijke medewerkers

Het is bijna 20 jaar geleden dat het Brussels Gewest, de gemeenten en de vakbonden zijn beginnen onderhandelen over de verbetering van het statuut van het gemeentepersoneel, zonder evenwel tot een akkoord te komen. Intussen is de zaak wel beklonken: bij het begin van de legislatuur werden de besprekingen hervat en zij leidden al snel tot een overeenkomst in het najaar van 2021. Resultaat: de salarissen van de gemeentelijke medewerkers zullen tot 2024 stijgen tot het niveau van hun Vlaamse en Waalse collega's. Het gaat om extra nettoloon voor duizenden werknemers.

Vier maatregelen om plaatselijke bestuur te verbeteren

De hervorming van het plaatselijke bestuur is noodzakelijk en bevorderlijk voor de herwaardering van het statuut van de lokale mandataris. Het is in deze context dat de Brusselse Regering het eens is geworden over 4 belangrijke maatregelen om het plaatselijke bestuur en het beheer van de gemeenten te verbeteren.

Ten eerste komen er voltijds lokaal verkozenen. Momenteel zijn er 11 mandatarissen op gemeentelijk niveau (burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter) die ook een functie als parlementslid bekleden. Vanaf 2024 zal dit niet langer toegestaan worden, waardoor de betrokkenen gedwongen zullen worden een keuze te maken.

Ten tweede zal het aantal schepenen worden verminderd. Tijdens de volgende ambtsperiode zullen de gemeentelijke colleges één schepen minder tellen. De gemeenteraad zal echter de mogelijkheid hebben om het aantal schepenen met meer dan één te verminderen, indien de raad dat wenst.

Ten derde zal het statuut van de burgemeesters en de schepenen worden opgewaardeerd. De bedragen nog moeten worden vastgesteld.

Tot slot zal het statuut van de gemeenteraadsleden worden opgewaardeerd: vanaf 2024 zal hun presentiegeld worden verhoogd. Het zal variëren tussen 100 en 200 euro bruto.

Modernisering van de Nieuwe Gemeentewet

De Nieuwe Gemeentewet (NGW) is de wettekst die de werking van de gemeenten regelt. Nieuw? Niet echt, want hij is sinds 1988 van toepassing. Aldus werden bepaalde wijzigingen aangebracht aan de NGW om de wet het digitale tijdperk binnen te loodsen: de gemeenteraden en de gemeentecolleges kunnen via videoconferentie plaatsvinden en de elektronische handtekening werd ingevoerd.

Nieuwe middelen voor gemeentelijke sportinfrastructuur

De vorige Regering had de lancering aangekondigd van een driejarenprogramma ter waarde van 47 miljoen euro voor de financiering van de gemeentelijke sportinfrastructuur. Deze aankondiging, die vlak voor het einde van de legislatuur werd gedaan, kon echter nooit geconcretiseerd worden, omdat de nodige begrotingsmiddelen niet beschikbaar werden gesteld. De huidige Regering is er echter in geslaagd nieuwe middelen te vinden om de sportinfrastructuur te financieren:

  • 10 miljoen euro om de renovatie van synthetische velden op te starten en te voltooien;
  • 1,6 miljoen euro om de inkomstenderving op te vangen na de sluitingen en de beperkingen in verband met het beheer van de COVID-crisis;
  • 2 miljoen euro voor de inrichting of renovatie van sportterreinen in de gemeenten. 24 terreinen werden gerenoveerd of gecreëerd;
  • 50 miljoen euro over 4 jaar (2021-2025) voor de financiering van gemeentelijke sportinfrastructuurprojecten;
  • 45 miljoen euro voor de financiering van een nieuw driejarig investeringsplan voor lokale sportfaciliteiten.

30 miljoen euro voor de OCMW’s (beheermaatregel COVID-crisis)

Door de COVID-crisis zijn sommige Brusselaars nog armer geworden. Als gevolg daarvan wenden steeds meer mensen zich voor hulp tot de OCMW's, die het hoofd moeten bieden aan verzoeken om sociale bijstand, met name voor het betalen van de huur en de rekeningen en inzake voedselhulp. Daarom heeft de Regering 30 miljoen euro vrijgemaakt voor de OCMW's om extra personeel aan te werven, bijkomende sociale steun toe te kennen en nieuwe dienstverlening te ontwikkelen voor een kwetsbaar publiek.

1 miljoen euro om het vervoer van 65-plussers naar de vaccinatiecentra terug te betalen (COVID-maatregel)

Zowel bij de aanpak van de crisis als bij de vaccinatiecampagne kon het Gewest rekenen op het werk dat door de 19 Brusselse gemeenten werd uitgevoerd. Als buurtactoren bij uitstek hebben ze hun inspanningen verdubbeld om de maatregelen uit te voeren die het Overlegcomité en de Brusselse Regering namen. Een van deze maatregelen bestond erin de oudere mensen naar de vaccinatiecentra te brengen. De Brusselse Regering stemde bijgevolg in met de toekenning van een subsidie van één miljoen euro om de Brusselse gemeenten die dit gratis vervoer verzekerden, financieel te ondersteunen.

Burgemeesters of schepenen die langdurig ziek zijn

Persartikel
Clerfayt wil loon langdurig zieke burgemeesters herzien

Uittreksel uit het artikel verschenen in Bruzz

Minister van Lokale Besturen Bernard Clerfayt (Défi) kondigt een wijziging van de gemeentewet aan, die de verloning beter moet regelen van burgemeesters of schepenen die langdurig ziek zijn.

[…] Om dit soort discussies in de toekomst te vermijden, kondigt Clerfayt wel een wijziging aan van de gemeentewet. Die moet de verloning van langdurig zieke schepenen of burgemeester beter regelen. Hoe die regeling er dan precies zal uitzien, en of langdurig zieke mandatarissen dus minder loon zullen krijgen, vertelde Clerfayt er niet bij.

Het ontwerp van ordonnantie zal donderdag besproken worden door de regering. Daarna moet het naar de Raad van State en kan het worden goedgekeurd in het parlement.

Lees meer op de website

Gewestelijke steun aan Brusselse gemeenten beter verdelen

Actualiteit
Gewestelijke steun aan Brusselse gemeenten beter verdelen

“Het verschil in middelen tussen de gemeenten bedraagt 1 tot 3. Dat is enorm. Bijgevolg is het vermogen van de gemeenten om de basisdiensten te verzekeren niet identiek. Het financieringsmechanisme van de Brusselse gemeenten is niet voldoende gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Het moet worden herzien om beter rekening te kunnen houden met de verschillen tussen de gemeenten en hun sociaal-economische realiteit. Dat is een kwestie van cohesie voor het Gewest en van billijkheid tussen de burgers”, benadrukt Bernard Clerfayt, de Brussels minister van Plaatselijke Besturen.

Grote verschillen tussen de gemeenten

Op vraag van de minister werd een momentopname gemaakt van de begrotingsbedragen die van het Gewest naar de gemeenten werden overgeheveld, alsook een vergelijkend onderzoek van de financiële middelen van de 19 gemeenten. Het doel bestond erin te weten te komen of de gemeenten over dezelfde middelen beschikken om diensten aan de inwoners te verlenen. Resultaat: dat is niet het geval, en het is beter om in Sint-Gillis te wonen dan in Ganshoren of in Elsene dan in Anderlecht.

De verdeling van de beschikbare middelen per inwoner spreekt boekdelen in termen van ongelijkheid. Aldus stellen we vast dat de Stad Brussel over 3.591 euro per inwoner beschikt en Ganshoren over 1.226 euro per inwoner. Tussen die twee in en in de middenmoot liggen Elsene (1.986 euro/inwoner), Sint-Gillis (2.153 euro/inwoner) en Etterbeek (1.841 euro/inwoner). We zien ook dat de gemeenten voor verschillende belastingtarieven kiezen (voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing) in functie van hun financiële situatie.

Hefbomen voor een rechtvaardigere verdeling tussen de Brusselse gemeenten

Er zijn verschillende pistes mogelijk. De eerste bestaat erin de criteria voor de algemene dotatie aan de gemeenten te herzien om deze verschillen te verkleinen, zoals in het regeerakkoord werd toegezegd. De tweede piste beoogt de andere mechanismen voor de subsidiëring van de gemeenten aan te passen in functie van hun financiële situatie. De voor elke subsidie toegepaste percentages zouden afhankelijk worden van een criterium dat verband houdt met de financiële draagkracht van de gemeente. Ten slotte zou voor elke subsidie aan de Brusselse gemeenten systematisch een criterium gehanteerd moeten worden dat gekoppeld is aan het aantal inwoners die, uiteindelijk, de eerste begunstigden zijn.

“Wanneer het Gewest optreedt ten gunste van de gemeenten, gaat het ervan uit dat alle gemeenten over dezelfde financiële draagkracht beschikken. Dat is duidelijk niet het geval. De éne gemeente is de andere niet: ze verschillen in omvang (tussen 20.000 en 180.000 inwoners) en beschikken over verschillende financiële middelen die berekend worden per inwoner (verschillen van 1 tot 3)”, stelt Bernard Clerfayt.

Ter herinnering: de gemeentelijke financiën zijn samengesteld uit enerzijds hun eigen inkomsten (aanvullende belastingen, fiscale inkomsten en diensten), en anderzijds uit de algemene dotatie aan de gemeenten (ADG) die door het Brussels Gewest wordt betaald, alsook subsidies die worden toegekend volgens de verwezenlijkingen of investeringen.

Dit zou u ook kunnen interesseren:

Financieringssysteem van Brusselse gemeenten moet voor meer solidariteit zorgen

Persbericht

Op vraag van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, werd een momentopname gemaakt van de begrotingsbedragen die van het Gewest naar de gemeenten werden overgeheveld, alsook een vergelijkend onderzoek van de financiële middelen van de 19 gemeenten. Het doel bestond erin te weten te komen of de gemeenten over dezelfde middelen beschikken om diensten aan de inwoners te verlenen. Resultaat: dat is niet het geval, en het is beter om in Sint-Gillis te wonen dan in Ganshoren of in Elsene dan in Anderlecht.

In het regeerakkoord van de Brussels Regering staat dat “de Regering het systeem voor de financiering van de algemene dotatie aan de gemeenten zal behouden en zij op basis van het verslag over de geldstromen het raderwerk van dat systeem zal aanpassen om de verschillen tussen de gemeenten bij te sturen”.

Dat verslag werd zojuist gepubliceerd. Daarin vinden we met name de middelen waarover de gemeenten per inwoner beschikken. Deze zijn enerzijds afkomstig uit hun eigen inkomsten (belastingen en diensten), en anderzijds uit de algemene dotatie aan de gemeenten die door het Brussels Gewest wordt betaald. Aldus stellen we vast dat de Stad Brussel over 3.591 euro per inwoner beschikt en Ganshoren over 1.226 euro per inwoner. Tussen die twee in en in de middenmoot liggen Elsene (1.986 euro/inwoner), Sint-Gillis (2.153 euro/inwoner) en Etterbeek (1.841 euro/inwoner). We zien ook dat de gemeenten voor verschillende belastingtarieven kiezen (voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing) in functie van hun financiële situatie.

De algemene dotatie aan de gemeenten wordt evenwel geacht deze buitensporige verschillen te corrigeren. “Het verschil in middelen tussen de gemeenten bedraagt 1 tot 3. Dat is enorm. Bijgevolg is het vermogen van de gemeenten om de basisdiensten te verzekeren niet identiek. Het financieringsmechanisme van de Brusselse gemeenten is niet voldoende gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Het moet worden herzien om beter rekening te kunnen houden met de verschillen tussen de gemeenten en hun sociaal-economische realiteit. Dat is een kwestie van cohesie voor het Gewest en van billijkheid tussen de burgers”, benadrukt de Brusselse minister.

Er zijn verschillende pistes mogelijk. De eerste bestaat erin de criteria voor de algemene dotatie aan de gemeenten te herzien om deze verschillen te verkleinen, zoals in het regeerakkoord werd toegezegd. De tweede piste beoogt de andere mechanismen voor de subsidiëring van de gemeenten aan te passen in functie van hun financiële situatie. De subsidiepercentages zouden afhankelijk worden van een criterium dat verband houdt met de financiële draagkracht van de gemeente. Ten slotte zou voor elke subsidie aan de gemeenten systematisch een criterium gehanteerd moeten worden dat gekoppeld is aan het aantal inwoners die, uiteindelijk, de eerste begunstigden zijn.

“Wanneer het Gewest optreedt ten gunste van de gemeenten, gaat het ervan uit dat alle gemeenten over dezelfde financiële draagkracht beschikken. Dat is duidelijk niet het geval. De éne gemeente is de andere niet: ze verschillen in omvang (tussen 20.000 en 180.000 inwoners) en beschikken over verschillende financiële middelen die berekend worden per inwoner (verschillen van 1 tot 3)”, stelt Bernard Clerfayt.

De volledige studie hier raadplegen

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Toegang tot vaccinatiecentra vergemakkelijken voor senioren

Actualiteit
Toegang tot vaccinatiecentra vergemakkelijken voor senioren

Een subsidie ​​van een miljoen euro is voorzien om 65-plussers gratis naar de vaccinatiecentra te vervoeren. Het Brussels Gewest steunt de 19 gemeenten in verhouding tot het percentage 65-plussers dat aanwezig is op hun respectieve grondgebied.

 “In het Brussels Gewest zijn er 159.593 mensen van 65 jaar en ouder. 86% van hen ontving twee vaccindoses. Vaccinatie is ook onze belangrijkste bescherming tegen COVID-19. Door 1 miljoen euro vrij te maken voor gratis vervoer van ouderen naar de vaccinatiecentra, helpen we niet alleen de meest kwetsbare mensen te beschermen, maar ondersteunen we ook de gemeenten bij de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van COVID-19”, merkt Bernard Clerfayt op.

Ondersteuning door gemeenten reeds effectief

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering de toekenning van een subsidie van 1 miljoen euro goedgekeurd om de Brusselse gemeenten die gratis vervoer voor senioren naar de vaccinatiecentra hebben verzekerd, financieel te ondersteunen.

De Brusselse gemeenten waren, vanaf het begin, van de partij om de coronacrisis te beheren. Door de bewustmakings- en preventieacties uit te breiden, hebben ze ook een belangrijke rol gespeeld in de vaccinatiecampagne. Als lokale actoren bij uitstek hebben de gemeenten soms de kosten gedekt voor het vervoer van 65-plussers naar de vaccinatiecentra.

In de praktijk

Omdat het voor ouderen niet altijd even gemakkelijk is om zich naar het vaccinatiecentrum te begeven, hebben de gemeenten verschillende systemen ingevoerd: taxicheques, collectief vervoer, enz. Vaak kunnen ouderen niet meer met de auto rijden, is het vaccinatiecentrum niet vlot te bereiken met het openbaar vervoer of te voet, of zijn het geïsoleerde mensen die niet op de hulp van familieleden kunnen rekenen om hen te brengen.

1.000.000 euro om 65-plussers naar vaccinatiecentra te vervoeren

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, heeft de Brusselse Regering de toekenning van een subsidie van 1 miljoen euro goedgekeurd om de Brusselse gemeenten die gratis vervoer voor senioren naar de vaccinatiecentra hebben verzekerd, financieel te ondersteunen.

De Brusselse gemeenten waren, vanaf het begin, van de partij om de coronacrisis te beheren. Door de bewustmakings- en preventieacties uit te breiden, hebben ze ook een belangrijke rol gespeeld in de vaccinatiecampagne. Als lokale actoren bij uitstek hebben de gemeenten soms de kosten gedekt voor het vervoer van 65-plussers naar de vaccinatiecentra.

Omdat het voor ouderen niet altijd even gemakkelijk is om zich naar het vaccinatiecentrum te begeven, hebben de gemeenten verschillende systemen ingevoerd: taxicheques, collectief vervoer, enz. Vaak kunnen ouderen niet meer met de auto rijden, is het vaccinatiecentrum niet vlot te bereiken met het openbaar vervoer of te voet, of zijn het geïsoleerde mensen die niet op de hulp van familieleden kunnen rekenen.

Het Gewest heeft daarom 1 miljoen euro vrijgemaakt om 65-plussers gratis te vervoeren naar de vaccinatiecentra. Deze subsidie wordt verdeeld over de 19 Brusselse gemeenten naar rato van het percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder.

“In het Brussels Gewest zijn er 159.593 mensen van 65 jaar en ouder. 86% van hen ontving twee vaccindoses. Vaccinatie is ook onze belangrijkste bescherming tegen COVID-19. Door 1 miljoen euro vrij te maken voor gratis vervoer van ouderen naar de vaccinatiecentra, helpen we niet alleen de meest kwetsbare mensen te beschermen, maar ondersteunen we ook de gemeenten bij de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van COVID-19”, merkt Bernard Clerfayt op.

“Toegankelijkheid neemt een centrale plaats in onze vaccinatiestrategie in. Deze subsidie van 1 miljoen euro versterkt de toegang tot vaccins voor 65-plussers in Brussel. Deze subsidie kadert in het beleid van het Gewest om de vaccinatiecapaciteit te verhogen door de vaccinatieplaatsen te decentraliseren voor een grotere nabijheid. Vaccinatie in Brussel stond nog nooit zo dicht bij de burger,” verklaart Alain Maron, de Brusselse minister van Gezondheid.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45
Simon Vandamme – 0479 66 03 23

Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet wettelijk kader voor participatiebudgetten

Actualiteit
Burgers in vergadering – De participatiebudgetten van de gemeenten, een oefening in directe democratie.

“Veel Brusselse gemeenten besluiten een participatiebudget op te stellen. Dit is een zeer goede zaak, die ondersteund en aangemoedigd moet worden. Daarom hebben we de Nieuwe Gemeentewet, die de werking van de gemeenten regelt, aangepast om een wettelijk kader te scheppen”, legt de Brusselse minister van Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, uit.

Naleving van de Grondwet

Ook al is het de bedoeling om de burger het beheer van een deel van de gemeentebegroting toe te vertrouwen, in overeenstemming met de Grondwet, kan de verantwoordelijkheid alleen door de gemeenteraad worden genomen. De uiteindelijke keuze van de geselecteerde projecten ligt dus bij de gemeenteraadsleden.

Geen dubbele pet

Aangezien het de bedoeling is om de inwoners te mandateren voor de selectie van de te financieren projecten, kan een lid van de gemeenteraad niet in de jury zetelen. De selectie van haar leden moet ook duidelijk en transparant zijn, maar wordt overgelaten aan de gemeente (oproep tot vrijwilligers, loting, enz.). Projecten kunnen zowel door gemeentelijke diensten als door projectontwikkelaars worden uitgevoerd.

Participatiebudgetten, een oefening in directe democratie

Oudergem, Brussel-Stad, Sint-Lambrechts-Woluwe, Elsene, Watermaal-Bosvoorde, Ukkel, enz. Steeds meer Brusselse gemeenten stellen een participatiebudget op. Het doel van de participatiebegroting is om burgers te betrekken bij de toewijzing van een budget. Ze worden niet alleen gevraagd om projecten voor te stellen, maar ook om de projecten te selecteren die door de gemeente gefinancierd zullen worden.

“Bij participatiebudgetten gaat het om een oefening in directe democratie die de transparantie van het overheidsoptreden versterkt. Er is geen sprake van een burgerpeiling over een lopend project. Hier is het de lokale bevolking die voorstelt en kiest. Met dit soort budget betrekt de gemeente haar burgers bij het beheer van openbare aangelegenheden”, vat Bernard Clerfayt, de minister van Plaatselijke Besturen, samen.