Covid-19: Culturele en creatieve sector zal vanaf 25 juni gewestelijke premie van 2.000 euro kunnen aanvragen

Persbericht

De premie van 2.000 euro voor de Brusselse culturele en creatieve sector kan vanaf 25 juni aangevraagd worden op de website www.primecovid.brussels. De Brusselse Regering keurde de premie in juni goed om een aanzienlijk deel van de Brusselse economie die zwaar getroffen werd sinds het begin van de gezondheidscrisis, te ondersteunen.

Cultuur is belangrijk voor de dynamiek van een stad. In het Brussels Gewest is er overigens cultuur in overvloed, wat tot talrijke voordelen leidt, zowel op sociaal als op economisch vlak. Cultuur draagt eveneens bij aan de internationale reputatie van Brussel en aan de verbetering van onze levenskwaliteit. Cultuur verbindt ons via musea, theaters, danszalen en openbare bibliotheken. Heden is de culturele en creatieve sector een van de sectoren die het zwaarst getroffen werden door de gezondheidscrisis Covid-19.

Om dit volledige onderdeel van de Brusselse activiteiten te ondersteunen, heeft de Brusselse Regering de voorwaarden voor de toekenning van de premie ter waarde van 2.000 euro bekrachtigd.

Aldus zal de premie toegankelijk zijn voor de structuren uit de Brusselse culturele en creatieve sector die georganiseerd zijn als ondernemingen zonder winstoogmerk. Ze zullen moeten beschikken over minstens één exploitatiezetel op het Brusselse grondgebied, maximaal 5 voltijdse krachten tewerkstellen en inkomstenverlies hebben geleden.

De organisaties mogen vóór maart 2020 overigens geen procedure tot faillissement of vereffening hebben opgestart. En de premie zal niet gecumuleerd kunnen worden met andere steun die door een ander machtsniveau werd toegekend. De premie is eenmalig en zal worden uitgekeerd op uitdrukkelijk verzoek van de organisatie aan Brussel Economie en Werkgelegenheid.

In het Brussels Gewest zouden 952 organisaties recht hebben op de premie voor een bedrag van 1,9 miljoen euro.

De structuren uit de culturele en creatieve sector kunnen de premie aanvragen viawww.primecovid.brussels. Ze hebben een bankattest van de rekening van de onderneming nodig, alsook een foto van de bankkaart gekoppeld aan de zichtrekening van de onderneming, een recto-versofoto van de identiteitskaart van de ondertekenaar van de aanvraag en een verklaring op erewoord dat aan de toekenningsvoorwaarden werd voldaan.

“De actoren uit de culturele sector in brede zin mogen niet vergeten worden bij de toekenning van steunmaatregelen. Het Gewest staat klaar, naast de federale overheid en de gemeenschappen, om de structuren die geen enkele vorm van steun hebben genoten, te helpen. Deze premie van 2.000 euro geeft dus wat ademruimte aan de Brusselse culturele en creatieve sector. We zullen eveneens de professionals uit de sector die geen enkele steun hebben gekregen, bijstaan”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

De Brusselse regering heeft het engagement uitgesproken om de structuren van de culturele en creatieve sector te steunen. En dat doen we ook. Deze sector draagt op evidente wijze bij tot het menselijk welzijn van de Brusselaars en meer dan ooit hebben we vandaag behoefte aan cultuur om deze crisis te boven te komen. Als we in een tijdsbestek van tien jaar naar voren willen treden als dé Europese cultuurhoofdstad en aanwezig willen blijven op de nationale en internationale scène, dan is het essentieel dat de Brusselse culturele en creatieve voedingsbodem gevrijwaard wordt. Door te voorzien in de financiële overleving van de organisaties waarborgen wij de culturele diversiteit en dynamiek van ons Gewest. Laten we de sociale afstand waartoe wij in deze periode gehouden zijn, compenseren met een intense sociale en creatieve toenadering tussen de mensen in ons Gewest.” stelt Minister-President Rudi Vervoort.

Minister van Financiën en Begroting Sven Gatz: “Nu de coronaregels weer versoepeld worden, helpen we met deze cultuurpremie een van onze meest getroffen sectoren in Brussel een nieuwe start te geven. Ons cultuurleven is immers voor al onze inwoners een onmisbaar deel van onze stad, met positieve effecten op andere sectoren als toerisme of horeca.”

“ Deze steun komt bovenop de reeds door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betaalde premies, die met name bestemd waren voor ondernemingen die actief zijn in de culturele en recreatieve sector. Deze steun is belangrijk omdat deze specifiek gericht is op de non-profitsector  in de culturele wereld die er grote behoefte aan hebben” legt Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, uit.

“De cultuursector bezorgt onze stad een smoel waar ze tot ver in het buitenland jaloers op zijn. Dat moeten we blijven honoreren. Deze crisis treft de sector genadeloos hard. Deze premie voor organisaties is dan ook nog maar een deel van het volledige pakket steunmaatregelen dat we voorzien, daarbij schenken we prioritair aandacht aan de organisaties en cultuurwerkers in de meest precaire posities. Ook op lange termijn kunnen ze op onze steun rekenen. We willen ervoor zorgen dat de cultuursector opnieuw aan de slag kan en floreert zoals nooit tevoren,” vertelt Pascal Smet, staatssecretaris voor Erfgoed.

Meer info?

Pauline Lorbat – Kabinet Clerfayt – 0485 89 47 45
Zeynep Balci – Kabinet Vervoort – 0498 81 65 14
Eva Vanhengel – Kabinet Gatz – 0476 51 21 07
Nicolas Roelens – Kabinet Trachte – 0485 89 83 95
Reine Nkiambote – Kabinet Smet – 0490 13 86 79

Aantal jobs in sociale economie afgelopen 5 jaar met bijna 9% gestegen

Actualiteit
Aantal jobs in sociale economie afgelopen 5 jaar met bijna 9% gestegen

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, gaf onlangs een toespraak naar aanleiding van de intergroep rond sociale economie van het Europees Parlement. Hij benadrukte de belangrijke rol van de sociale economie-bedrijven voor de arbeidsmarkt. In 2018 vertegenwoordigden ze 12% van de werkgelegenheid in Wallonië en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De integrale toespraak leest u hieronder.

De crisis die we doormaken, schudt de fundamenten van onze economie door elkaar.

Dit is een belangrijk en noodzakelijk “momentum” om bepaalde paradigma's waarop onze economie en dus werkgelegenheid zijn gebaseerd, te herzien, te moderniseren en te verbeteren.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben sociale en democratische ondernemingen van oudsher een belangrijke rol gespeeld in het gewestelijk productieapparaat en in de opdrachten inzake socio-professionele integratie die ze dagelijks vervullen voor de meest kwetsbare doelgroepen van de arbeidsmarkt.

In Brussel zorgt een vernieuwend regelgevingskader ervoor dat sociale economie, net als de intrinsieke opdrachten die aan deze ondernemingen worden toegewezen, erkend wordt als een volwaardige economische sector. Deze erkenning berust op de Europese EMES-criteria:

  • een economisch project implementeren;
  • streven naar een maatschappelijk doel;
  • een democratisch bestuur uitoefenen;
  • en het principe van een gematigde loonspanning hanteren.

De Brusselse regering staat volledig achter de professionalisering van de sector van de sociale economie in haar opdrachten van socio-professionele integratie van werkzoekenden die het verst verwijderd zijn van de arbeidsmarkt. Dit houdt in dat een mandaat wordt toegekend en financiering wordt voorzien voor de verwezenlijking van een integratieprogramma als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB).

Sociale en democratische ondernemingen belichamen waarden die ons in staat stellen zo goed mogelijk in te spelen op de behoeften van een stadsgewest als Brussel.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt, net als veel andere Europese steden, geconfronteerd met aanzienlijke sociaaleconomische verschillen op zijn grondgebied: hoge werkloosheid, toenemende armoede, uitsluiting van achtergestelde sociale groepen in wijken die gekenmerkt worden door armoede ... Economische groei zorgt dan wel voor werkgelegenheid, het kan ten koste gaan van de samenhang van stedelijke gebieden. En de sociale impact van de Covid-19-crisis dreigt de paradox van grote steden die tegelijkertijd zorgen voor rijkdom en armoede, integratie en uitsluiting, te versterken.

De activiteiten op vlak van sociale economie spelen een cruciale rol op de arbeidsmarkt.

Het laatste katern van het Observatorium waarin een inventaris van de sociale economie wordt opgesteld voor 2017-2018 benadrukt het belang van de sociale economie voor de werkgelegenheid.

Ondernemingen in sociale economie vertegenwoordigden 12% van de werkgelegenheid in Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2018, maar meer dan 20% van de netto jobcreatie in België.

Deze jobs worden in meer dan 68% gevallen door vrouwen ingevuld. En bijna 1 op de 5 werknemers is ouder dan 55.

In de afgelopen vijf jaar is het totaal aantal jobs in de sociale economie met bijna 9% gestegen, terwijl dat aantal in de traditionele economie steeg met 2%.

Met de sociale crisis die ons te wachten staat, moeten deze sociale ondernemingen worden ondersteund en geïntegreerd in het Europese economische weefsel.

In Brussel zijn 95% van de Brusselse sociale ondernemingen verenigingen die actief zijn in tal van sectoren, en meer in het bijzonder in de sectoren "volksgezondheid en sociale actie", "andere dienstenactiviteiten" en "onderwijs en opleiding".

Coöperatieve ondernemingen genereren het grootste deel van de jobs in de groot- en kleinhandel.

De Brusselse regering heeft krachtige maatregelen genomen in het kader van maatregelen ter ondersteuning van Brusselse bedrijven en ondernemers die getroffen zijn door de strijd tegen de verspreiding van het COVID-19-virus, en heeft economische steun en sectorale ondersteuningsmaatregelen ter beschikking gesteld van sociale inschakelingsondernemingen  die actief zijn in de betrokken activiteiten zodat ze hun veerkracht kunnen versterken.

Door de sociale economie te ondersteunen, creëren we een lokaal verankerde meerwaarde. Door lokale toegevoegde waarde te creëren, creëren we lokale banen die niet kunnen worden verplaatst.

Europa moet de sociale economie naar waarde schatten. Hiertoe moeten ook social profit ondernemingen als volwaardig ondernemingen worden erkend.  

We moeten voortbouwen op de opdrachten van deze sociale ondernemingen inzake duurzame integratie van alle werknemers en met name de meest gediscrimineerde categorieën. We moeten de werkgelegenheid voor jongeren in sociale ondernemingen stimuleren, maar ook en vooral voortbouwen op hun aanpassingsvermogen en hun veerkracht om de wisselvalligheden van de mensheid het hoofd te bieden.

Europa kan en moet vandaag een krachtig signaal geven door samen te werken met sociale ondernemingen die zich willen professionaliseren in de duurzame integratie voor eenieder en daarbij willen streven naar steeds meer autonomie.

Swissport België: 30% van de betrokken werknemers zijn Brusselaars

Actualiteit
30% van de betrokken werknemers zijn Brusselaars

De luchtvaartsector wordt hard getroffen door de economische crisis. Swissport vraagt het faillissement aan: 1500 banen worden bedreigd, waarvan 30% wordt ingevuld door Brusselaars.

De opleiding en de begeleiding van mensen die hun job verloren zullen hebben, zullen centraal staan in het tewerkstellingsbeleid voor de relance. “Wij verbinden ons ertoe om alle ontslagen personen te begeleiden, zodat ze kunnen starten in een nieuwe job. We zullen vooral de nadruk leggen op de knelpuntberoepen en de beroepen van de toekomst. In deze context zal opleiding een onmisbare vector voor de relance betekenen”, stelt de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt.

Voor de Brusselse minister van Werk moet vanaf heden, in de herstelplannen, rekening worden gehouden met de gevolgen van de crisis op de tewerkstelling van de Brusselaars.

"We verwachten een aanzienlijke daling van de economische activiteit in verschillende sectoren. Dit zijn voorspelbare situaties waarop we moeten anticiperen in onze relanceplannen. Die moeten aansluiten op het Europese herstelplan voor een groene, digitale en inclusieve groei. Deze groei is essentieel voor het scheppen van werkgelegenheid", aldus Bernard Clerfayt.

Swissport België: 1500 banen bedreigd waarvan 30% ingevuld door Brusselaars

Persbericht

De luchtvaartsector wordt hard getroffen door de economische crisis die ons land treft. Swissport vraagt het faillissement aan: 1.500 banen worden bedreigd, waarvan 30% wordt ingevuld door Brusselaars. Voor Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, moet in de herstelplannen op deze situatie geanticipeerd worden in het belang van de werknemers.

Na de gezondheidscrisis zal België getroffen worden door een ongeziene economische en sociale crisis. Bepaalde sectoren, waaronder de luchtvaartsector, zullen ongekende schade oplopen: bedrijven zullen werknemers ontslaan en het aantal faillissementen zal toenemen.

"We verwachten een aanzienlijke daling van de economische activiteit in verschillende sectoren. Dit zijn voorspelbare situaties waarop we moeten anticiperen in onze relanceplannen. Die moeten aansluiten op het Europese herstelplan voor een groene, digitale en inclusieve groei. Deze groei is essentieel voor het scheppen van werkgelegenheid", aldus Bernard Clerfayt.

De opleiding en de begeleiding van mensen die hun job verloren zullen hebben, zullen centraal staan in het tewerkstellingsbeleid voor de relance. “Wij verbinden ons ertoe om alle ontslagen personen te begeleiden, zodat ze kunnen starten in een nieuwe job. In deze context zal opleiding een onmisbare vector voor de relance betekenen”, stelt de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Covid-19: verlenging van de maatregelen ter ondersteuning van de dienstenchequesector

Actualiteit
Verlenging van de maatregelen ter ondersteuning van de dienstenchequesector

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, verlengt de Brusselse Regering de maatregelen ter ondersteuning van de sector van de dienstencheques: de aanvullende steun voor tijdelijke werkloosheid voor huishoudhulpen en de verhoogde gewestelijke tussenkomst voor daadwerkelijk gepresteerde uren. Tegelijkertijd besliste de Brusselse Regering om een specifieke opleiding te voorzien met het oog op het veilig opnieuw op gang brengen van de activiteiten.

De activiteiten komen erg traag op gang en talrijke

De Brusselse dienstenchequesector blijft hard te lijden hebben onder de coronaviruscrisis. De activiteiten komen erg traag op gang en talrijke huishoudhulpen komen niet aan hetzelfde aantal werkuren als vóór de crisis.

"Tot nog toe werd amper 30% van de activiteiten in de dienstenchequesector hervat. Veel gebruikers zien af van de diensten, om financiële redenen, vanwege het telewerken of uit angst voor besmetting. Dit zijn allemaal elementen die een verlenging van de steunmaatregelen rechtvaardigen", aldus Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Twee steunmaatregelen voor de dienstenchequesector worden aldus verlengd tot en met 30 juni 2020. De eerste betreft de gewestelijke tussenkomst voor gepresteerde uren die werd verhoogd van 14,60 naar 16,60 euro. De tweede is bedoeld om de huishoudhulpen een toeslag van 2,50 euro bruto per uur werkloosheid te verzekeren, zodat ze een loon ontvangen dat in de buurt komt van wat ze aanvankelijk zouden verdienen.

15.264 huishoudhulpen extra steun gekregen voor tijdelijke werkloosheid

Tot dusver hebben 15.264 huishoudhulpen extra steun gekregen voor tijdelijke werkloosheid, hetzij 85% van de beoogde werknemers. Het Brussels Gewest betaalde ook een verhoging van 2 euro voor 65.779 gepresteerde uren.

“De zwaksten beschermen is de leidende gedachte achter de maatregelen voor crisisbeheer. En dit geldt met name voor de dienstenchequesector, waar het bruto basisloon zeer laag is en nauwelijks meer dan 1.200 euro bedraagt. In totaal maken we bijna 10.000.000 euro vrij om de sector, en vooral zijn werknemers, te blijven ondersteunen”, legt Bernard Clerfayt uit.

Tot slot heeft de Brusselse Regering ingestemd met de financiering van een opleiding om ervoor te zorgen dat de activiteiten, zowel voor de werknemers als voor de klanten, in veilige omstandigheden heropgestart kunnen worden. Het Gewest zal alle kosten van de opleiding ten laste nemen.

Covid-19: verlenging van de maatregelen ter ondersteuning van de dienstenchequesector

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, verlengt de Brusselse Regering de maatregelen ter ondersteuning van de sector van de dienstencheques: de aanvullende steun voor tijdelijke werkloosheid voor huishoudhulpen en de verhoogde gewestelijke tussenkomst voor daadwerkelijk gepresteerde uren. Tegelijkertijd besliste de Brusselse Regering om een specifieke opleiding te voorzien met het oog op het veilig opnieuw op gang brengen van de activiteiten.

De Brusselse dienstenchequesector blijft hard te lijden hebben onder de coronaviruscrisis. De activiteiten komen erg traag op gang en talrijke huishoudhulpen komen niet aan hetzelfde aantal werkuren als vóór de crisis.

"Tot nog toe werd amper 30% van de activiteiten in de dienstenchequesector hervat. Veel gebruikers zien af van de diensten, om financiële redenen, vanwege het telewerken of uit angst voor besmetting. Dit zijn allemaal elementen die een verlenging van de steunmaatregelen rechtvaardigen", aldus Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Twee steunmaatregelen voor de dienstenchequesector worden aldus verlengd tot en met 30 juni 2020. De eerste betreft de gewestelijke tussenkomst voor gepresteerde uren die werd verhoogd van 14,60 naar 16,60 euro. De tweede is bedoeld om de huishoudhulpen een toeslag van 2,50 euro bruto per uur werkloosheid te verzekeren, zodat ze een loon ontvangen dat in de buurt komt van wat ze aanvankelijk zouden verdienen.

Tot dusver hebben 15.264 huishoudhulpen extra steun gekregen voor tijdelijke werkloosheid, hetzij 85% van de beoogde werknemers. Het Brussels Gewest betaalde ook een verhoging van 2 euro voor 65.779 gepresteerde uren.

“De zwaksten beschermen is de leidende gedachte achter de maatregelen voor crisisbeheer. En dit geldt met name voor de dienstenchequesector, waar het bruto basisloon zeer laag is en nauwelijks meer dan 1.200 euro bedraagt. In totaal maken we bijna 10.000.000 euro vrij om de sector, en vooral zijn werknemers, te blijven ondersteunen”, legt Bernard Clerfayt uit.

Tot slot heeft de Brusselse Regering ingestemd met de financiering van een opleiding om ervoor te zorgen dat de activiteiten, zowel voor de werknemers als voor de klanten, in veilige omstandigheden heropgestart kunnen worden. Het Gewest zal alle kosten van de opleiding ten laste nemen.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Brussel is Brussel dankzij cultuur. Wij willen dat zij zich opnieuw kan ontplooien!

Actualiteit
Brussel is Brussel dankzij cultuur. Wij willen dat zij zich opnieuw kan ontplooien!

Dat is de verbintenis van de Brusselse Regering: de uitzonderlijke subsidie van 2.000 euro voor de culturele organisaties heeft vorm gekregen voor de hele culturele sector. De Brusselse Regering heeft daarover op donderdag 4 juni een volmachtbesluit goedgekeurd.

“Cultuur is een essentieel onderdeel van een dynamische samenleving. Cultuur zorgt voor grote economische activiteit en talrijke jobs. De actoren uit de culturele sector in de ruime zin mogen niet vergeten worden in de steunmaatregelen. Het Gewest staat klaar, naast het federale niveau en de gemeenschappen, om de structuren die geen enkele vorm van ondersteuning gekregen hebben, te helpen. Deze premie van 2.000 euro geeft dus wat ademruimte aan de Brusselse culturele en creatieve sector. We zullen ook de professionals uit de sector die geen enkele steun gekregen hebben, ondersteunen”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Dit zijn de voorwaarden die de Brusselse Regering goedkeurde voor de toekenning van de uitzonderlijke subsidie aan de culturele sector:

  • oprichting onder de vorm van een onderneming zonder winstoogmerk;
  • minstens één exploitatiezetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bezitten;
  • maximaal 5 voltijdse krachten tewerkstellen en inkomstenverlies hebben geleden;
  • vóór maart 2020 geen procedure tot faillissement of vereffening hebben opgestart;
  • geen steun van een ander machtsniveau hebben genoten;
  • een uitdrukkelijk verzoek aan Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) hebben geformuleerd.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zouden 952 culturele organisaties recht hebben op de eenmalige premie voor een bedrag van 1,9 miljoen euro.