Van alfabetisering naar werk

Volgens de cijfers van januari 2020 kent een op de vijf bij Actiris ingeschreven werkzoekenden de bij de inschrijving opgegeven taal niet of mogelijk slechts oppervlakkig. Deze personen staan ver van de arbeidsmarkt en hebben moeilijk toegang tot een opleiding. Tegelijk worden veel middelen besteed aan alfabetisering. De vraag is dus: hoe kunnen alfabetisering en tewerkstelling beter op elkaar worden afgestemd?

Acties om alfabetisering en tewerkstelling dichter bij mekaar te brengen

Om de efficiëntie van de ingezette middelen te verhogen, heeft de minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, met de andere politiek verantwoordelijken van de Federatie Wallonië-Brussel, de FGC en het Waalse Gewest het actieplan 2021-2024 goedgekeurd voor de ontwikkeling van het gezamenlijke beleid op het vlak van de alfabetisering van volwassenen. Dat zijn de belangrijkste krachtlijnen om alfabetisering en tewerkstelling dichter bij mekaar te brengen. Ze werden bevestigd in het kader van de Interministeriële Conferentie voor alfabetisering van 3 juni 2021.

Voor Bernard Clerfayt is de doelstelling zeer duidelijk: “Vanaf het begin van het alfabetiseringstraject alsook nadien moet de toegang tot de kwalificerende opleidingen die het meest rechtstreeks tot werk leiden, worden vergemakkelijkt. Geletterdheid is niet voldoende om toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen. De cursisten moeten bij de beroepsopleidingen worden betrokken, zelfs als dat betekent dat de toelatingstesten moeten worden aangepast om de taalbarrière te overwinnen. Dat kan overwogen worden voor beroepen waar een geringe kennis van de taal of talen geen absolute belemmering vormt.”

De verbetering van de alfabetiseringsprojecten op hetzelfde moment als de overgangen naar de kwalificerende opleidingen zijn een prioriteit. Het is de bedoeling om toegang te geven tot de toelatingsexamens voor een kwalificerende opleiding en ervoor te zorgen dat deze opleiding tegelijk met het alfabetiseringstraject kan worden gevolgd.

Er werd ook beslist om de noden van de verschillende doelgroepen die betrokken zijn bij alfabetisering, beter te vatten en te kwantificeren. En dat geldt zowel voor de moedertaalsprekers van het Frans als voor de doelgroepen waarvan het Frans niet de moedertaal is. Beide groepen hebben een verschillende opleidingsaanpak nodig. Het is de bedoeling de vastgestelde behoeften en het bestaande aanbod beter op elkaar af te stemmen, alsook een aanvullend opleidingsaanbod te ontwikkelen, indien dat nodig zou blijken.

Vanaf 2021 een groter aanbod voor alfabetisering

In overeenstemming met de engagementen uit de algemene beleidsverklaring (ABV) van het Brussels Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie (FGC) werd het aantal plaatsen voor alfabetisering verhoogd. Het aantal plaatsen voor stagiairs alfabetisering is gestegen van 941 plaatsen in 2020 naar 1.131 plaatsen in 2021, wat een relatieve stijging van 20% is. Aan de opleidingen “Frans vreemde taal” zullen in de loop van 2021 tot 1.621 personen kunnen deelnemen.

Het initiatief van Actiris

Analfabete personen worden ook begeleid in het kader van bredere projecten die ondersteund worden door Actiris en zich richten tot werkzoekenden met specifieke problemen waardoor hun toegang tot werk belemmerd wordt.

Het gaat om twee vzw’s: “Maks” voor de Nederlandstaligen en “Lire et écrire” voor de Franstaligen. In dit kader volgt Actiris jaarlijks 225 personen op.

Enkele links

Vanaf 2021 een groter aanbod voor alfabetisering

Een job vinden in Vlaanderen wordt binnenkort gemakkelijker

Actualiteit
Versterkte samenwerking tussen Actiris en de VDAB, zodat een job vinden in Vlaanderen gemakkelijker wordt voor de Brusselaars

Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, heeft een voorstel van ordonnantie ingediend bij de Commissie voor de Economische Zaken van het Brussels Parlement, opdat meer Brusselse werkzoekenden de kans zouden krijgen om in Vlaanderen een job te vinden. De minister wil deze aanpak voor alle Brusselaars op zoek naar werk vergemakkelijken.

“Tewerkstelling moet dé absolute prioriteit zijn bij de heropstart van het parlementaire jaar. Het herstel is voelbaar en het aantal vacatures stijgt. De Brusselaars moeten kunnen profiteren van deze opportuniteiten. Dit nieuwe samenwerkingsakkoord tussen onze twee gewesten is dus een win-winsituatie”, stelt Bernard Clerfayt.

Alle jobaanbiedingen van VDAB toegankelijk en begeleiding op maat

Concreet zullen de VDAB en Actiris automatisch alle jobaanbiedingen uitwisselen. In het verleden werden per jaar slechts 1.500 jobaanbiedingen van de VDAB doorgegeven aan Actiris, en enkel voor laaggeschoolden.

De VDAB zal een opleidingstraject op maat invoeren voor diegenen die een job in Vlaanderen willen vinden. Zij zullen begeleid worden, zodat ze kunnen inspelen op de noden van de arbeidsmarkt in Vlaanderen. En om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in deze verwachtingen en geschikte opleidingen te waarborgen, zal een gezamenlijke analyse van de arbeidsmarkt worden uitgevoerd.

Om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers, zal een gezamenlijke rekruteringsdienst Actiris/VDAB worden opgericht. De doelstelling daarvan is dubbel: strijden tegen het tekort aan arbeidskrachten in Vlaanderen en meer kansen bieden aan de Brusselse werkzoekenden.

Een job vinden in Vlaanderen: een ingezette trend en een enorm potentieel

In 2019 staken elke ochtend 57.000 Brusselaars de Brusselse grenzen over om te gaan werken in Vlaanderen. Dat cijfer was nog nooit zo hoog geweest, aangezien ze in 2010 met 43.000 waren, of 30% meer op 10 jaar tijd. Dit aantal kan echter nog stijgen.

De Brusselse en Vlaamse arbeidsmarkt worden geconfronteerd met aanvullende noden. Vlaanderen heeft een groot tekort aan arbeidskrachten; 66% van de vacante betrekkingen bevindt zich in Vlaanderen. En Brussel beschikt over een grote hoeveelheid werknemers; het Brussels Gewest telt bijna 90.000 werkzoekenden.

Door een nieuw samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Brussel goed te keuren, zullen meer Brusselaars werk kunnen vinden in Vlaanderen, waar tal van jobkansen voorhanden zijn, met name in de Brusselse rand. “De industrie is weggetrokken uit Brussel en heeft zich in minder dichtbevolkte gebieden rond de hoofdstad gevestigd, maar is nog steeds op zoek naar arbeidskrachten, soms laaggeschoold”, analyseert de Brusselse minister.

Win-winakkoord voor meer Brusselse werknemers in Vlaanderen

Persbericht

De Brusselaars meer kansen bieden om werk te vinden in Vlaanderen, is de doelstelling van het voorstel van ordonnantie dat deze ochtend werd ingediend door Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk, en werd goedgekeurd door de Commissie voor de Economische Zaken van het Brussels Parlement.

In 2019 staken elke ochtend 57.000 Brusselaars de Brusselse grenzen over om te gaan werken in Vlaanderen. Dat cijfer was nog nooit zo hoog geweest, aangezien ze in 2010 met 43.000 waren, of 30% meer op 10 jaar tijd. Dit aantal kan echter nog stijgen.

De Brusselse en Vlaamse arbeidsmarkt worden geconfronteerd met aanvullende noden. Vlaanderen heeft een groot tekort aan arbeidskrachten; 66% van de vacante betrekkingen bevindt zich in Vlaanderen. En Brussel beschikt over een grote hoeveelheid werknemers; het Brussels Gewest telt bijna 90.000 werkzoekenden.

Door een nieuw samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Brussel goed te keuren, zullen meer Brusselaars toegang krijgen tot de Vlaamse arbeidsmarkt die tal van jobkansen biedt, met name in de Brusselse rand. “De industrie is weggetrokken uit Brussel en heeft zich in minder dichtbevolkte gebieden rond de hoofdstad gevestigd, maar is nog steeds op zoek naar arbeidskrachten, soms laaggeschoold”, analyseert de Brusselse minister.

Concreet zal dit nieuwe samenwerkingsakkoord de automatische uitwisseling van alle jobaanbiedingen tussen Actiris en de VDAB verbeteren. In het verleden werden per jaar slechts 1.500 jobaanbiedingen van de VDAB aan Actiris doorgegeven, en enkel voor laaggeschoolden.

Er zal een opleidingstraject op maat worden ingevoerd door de VDAB voor de Brusselse werkzoekenden om tegemoet te komen aan de noden van de Vlaamse arbeidsmarkt. En om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in deze verwachtingen en geschikte opleidingen te waarborgen, zal een gezamenlijke analyse van de arbeidsmarkt worden uitgevoerd.

Ten slotte zal, om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers, een gezamenlijke rekruteringsdienst Actiris/VDAB worden opgericht, in de strijd tegen het tekort aan arbeidskrachten in Vlaanderen en om meer kansen te bieden aan de Brusselse werkzoekenden.

“Tewerkstelling moet dé absolute prioriteit zijn bij de heropstart van het parlementaire jaar. Het herstel is voelbaar en het aantal vacatures stijgt. De Brusselaars moeten kunnen profiteren van deze opportuniteiten. Dit nieuwe samenwerkingsakkoord tussen onze twee gewesten is dus een win-winsituatie”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Verhoogde steun voor uitzendkrachten uit culturele sector

Actualiteit
uitzendkrachten uit culturele

“De vooruitzichten op heropening zijn uitgesteld en het herstel komt, schoorvoetend, op gang. Brussel wacht niet af en verhoogt zelfs het bedrag van de steun voor uitzendkrachten door 5 miljoen euro vrij te maken”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

Dit zijn de nieuwe steunbedragen voor de uitzendkrachten uit de culturele sector:

  • 3.000 euro, indien de werknemer in de periode tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 4.500 euro netto bedragen;
  • 2.250 euro, indien de werknemer in de periode tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 6.000 euro netto bedragen;
  • 1.500 euro, indien de werknemer in de periode tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 8.000 euro netto bedragen;

De premie moet online worden aangevraagd op de website van Actiris tussen 20 september en uiterlijk 17 oktober 2021. Het bedrag zal op 30 november 2021 worden gestort.

Deze derde ondersteuning concretiseert de wil van de Brusselse Regering

De derde toekenning van deze premies sluit aan op een beleid ter ondersteuning van de culturele sector. Dit vrijwillige beleid is erop gericht ons stadsgewest bij de aantrekkelijke Europese hoofdsteden te houden. Het is een strategische keuze voor het behoud van de werkgelegenheid in de culturele sector. Ook wordt gestreefd naar een domino-effect op de andere sectoren die voor tewerkstelling zorgen, zoals de horeca, de dienstensector, de luxehandel, etc.

Het Brussels Gewest neemt als eerste initiatief

In totaal wordt 7 miljoen euro vrijgemaakt om een noodlijdende sector en de uitzendkrachten uit de culturele sector te ondersteunen. Het Brussels Gewest was een van de eerste om zich in te zetten voor de ondersteuning van de cultuursector, zowel voor de werknemers als voor de structuren.

In juli jongstleden heeft het Brussels Gewest een premie van 1.500 tot 500 euro gelanceerd voor de uitzendkrachten uit de culturele sector. Als gevolg van de verlenging van de gezondheidscrisis heeft de Regering in oktober 2020 de toekenning van deze premie aan de uitzendkrachten uit de culturele sector opnieuw gelanceerd door deze bedragen te verhogen, aangezien deze varieerden van 2.000 tot 1.000 euro.

Brussels Gewest ondersteunt culturele sector voor de derde maal

Persbericht

De Brusselse Regering heeft de toekenning goedgekeurd van een derde fase van financiële hulp voor de werknemers en de structuren uit de culturele sector. In totaal wordt 7 miljoen euro vrijgemaakt om een sector in nood te ondersteunen.

Het Brussels Gewest is een van de eerste geweest om zich in te zetten voor de ondersteuning van de culturele sector, zowel de werknemers als zijn structuren.

In juli jongstleden heeft het Brussels Gewest een premie van 1.500 tot 500 euro gelanceerd voor de uitzendkrachten uit de sector. Als gevolg van de verlenging van de gezondheidscrisis heeft de Regering in oktober 2020 de toekenning van deze premie opnieuw gelanceerd door deze bedragen te verhogen, aangezien deze varieerden van 2.000 tot 1.000 euro.

Een jaar later moeten we vaststellen dat de gezondheidscontext onzeker blijft en tal van culturele actoren niet toelaat hun activiteiten te hernemen. Om die reden lanceert de Brusselse Regering een derde premie voor de uitzendkrachten uit de culturele sector.

Net als de vorige premies hangt het bedrag van de premie af van de eventueel ontvangen inkomsten van de cultuurwerkers:

  • 3.000 euro indien de werknemer tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 4.500 euro netto bedragen;
  • 2.250 euro indien de werknemer tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 6.000 euro netto bedragen;
  • 1.500 euro indien de werknemer tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 inkomsten heeft genoten die maximaal 8.000 euro netto bedragen.

De premie wordt online aangevraagd op de website van Actiris vanaf 20 september en tot en met uiterlijk 17 oktober 2021. Het bedrag zal gestort worden op 30 november 2021.

“Als culturele pool bij uitstek waar veel Brusselaars tewerkgesteld zijn, heeft het Gewest als eerste, in volle lockdown, de cultuur ondersteund. In 2020 hebben 2.554 werknemers uit de sector overigens een premie genoten. Een jaar later zijn de vooruitzichten op heropening uitgesteld en de heropstart komt slechts voorzichtig op gang. Opnieuw wacht Brussel niet af en verhoogt zelfs het bedrag van de steun die toegekend wordt aan de uitzendkrachten uit de culturele sector door 5 miljoen euro vrij te maken”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk.

“Brussel is een dynamisch gewest rijk aan creativiteit en cultuur. De culturele sector is een motor voor de werkgelegenheid, en dus ook voor onze economie. Laten we ook niet vergeten wat het vertegenwoordigt in termen van nationale en internationale aantrekkelijkheid. Kunstenaars, technici, auteurs en beeldend kunstenaars hebben echter zwaar geleden onder deze crisis. Met de toekenning van deze premie neemt de regering haar verantwoordelijkheid”, verklaart Rudi Vervoort, de Brusselse minister-president.

“De cultuursector is in Brussel een noodzakelijke hefboom met een enorm toeristisch potentieel errond, van horeca tot dagjes- en verblijfstoerisme, uiterst belangrijke economische sectoren in onze stad. Door de aanhoudende covid-crisis waarin nog steeds belangrijke beperkingen van kracht zijn, hebben we beslist voor de derde keer de cultuurwerkers te ondersteunen met een premie”, verklaart Sven Gatz.

“ Naast de economische steun aan de ondernemingen was het van essentieel belang nogmaals steun te verlenen aan de uitzendkrachten van de culturele - en evenementensector, waarvan de activiteit sterk is getroffen en nog steeds wordt getroffen door de Covid-maatregelen”, verklaart Barbara Trachte.

“Kunst en cultuur zijn essentieel in onze samenleving en verdienen het om centraal te staan in onze levens. Brussel is een laboratorium voor artiesten. Deze derde premie moet onze cultuurwerkers en kunstenaars ondersteunen in hun praktijk", verklaart Pascal Smet.

Tegelijk heeft de Regering ingestemd met het opnieuw lanceren van een derde steunmaatregel voor de structuren uit de culturele sector. Deze premie van 3.000 euro zal worden toegekend aan de structuren die minstens één bedrijfszetel in het Brussels Gewest hebben en minimaal 5 voltijdse equivalenten in dienst hebben.

Meer info?

Pauline Lorbat – Kabinet Clerfayt - 0485 89 47 45
Zeynep Balci – Kabinet Vervoort – 0498 81 65 14
Eva Vanhengel – Kabinet Gatz – 0476 51 21 07
Nicolas Roelens – Kabinet Trachte – 0485 89 83 95
Damiaan De Jonge – Kabinet Smet – 0486 61 00 36

Slechts 13% van jobs op luchthaven Zaventem wordt uitgevoerd door Brusselaars!

Actualiteit
Visite du Ministre de l'Emploi Bernard Clerfayt à Zaventem

De Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, heeft op donderdag 26 augustus, in het kader van de Voka Zomerstages, een van de belangrijke actoren van de luchthaven van Zaventem, namelijk Aviapartner, ontmoet. Vervolgens vond een rondetafel met de ministers van Werk plaats.

Op enkele kilometers van Brussel…

Met het oog op het hernemen van de activiteiten zou de luchthaven jobmogelijkheden voor de Brusselaars kunnen bieden. Uit een van de meest recente studies, uitgevoerd door HIVA-KUL, blijkt overigens dat slechts 13% van de posten op de luchthaven ingenomen wordt door Brusselaars. We bevinden ons nochtans maar op enkele kilometers van de luchthaven.

57.000 Brusselaars werken in Vlaanderen

Het aantal Brusselaars dat in Vlaanderen werkt, is evenwel op vijf jaar tijd met 20% gestegen. In 2019 werkten 57.000 Brusselaars in Vlaanderen. Dat zijn er echter nog te weinig.

Veel Brusselaars denken dat Vlaanderen veraf is of dat het ingewikkeld is om er naartoe te reizen. De a prioir’s over de talenkennis vormen eveneens een hindernis. We weten nochtans dat voor veel openstaande betrekkingen geen kennis van het Nederlands, of slechts basiskennis, vereist is.

“Oplossing nr. 1 = opleiding”

Samen met Actiris voert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelmatig campagnes om de werkzoekenden te sensibiliseren en aan te moedigen in Vlaanderen te gaan werken. De Brusselaars moeten dus toegang kunnen krijgen tot deze openstaande posten, zoals bij Aviapartner Belgium, door de vooroordelen uit te roeien: tweetaligheid is geen absolute voorwaarde en de afstand vormt geen obstakel.

Zoals de minister herhaalde, “is opleiding de eerste oplossing om een bekwame kandidaat te worden”. Er werd overigens een nieuwe samenwerkingsovereenkomst afgesloten waardoor de samenwerking tussen Vlaanderen en het Brussels Gewest versterkt wordt. De doelstelling is eenvoudig: ervoor zorgen dat het aantal Brusselaars dat elke dag in Vlaanderen gaat werken, toeneemt.

Deze overeenkomst is een belangrijke hefboom om enerzijds het tekort aan arbeidskrachten in Vlaanderen en anderzijds het nog steeds te hoge werkloosheidscijfer in Brussel te doen dalen.

Nuttige links:

Opleidingsondernemingen voor alternerend leren krijgen vanaf september premie van 3.000 euro

Persbericht

Op voordracht van Bernard Clerfayt heeft de Brusselse Regering ingestemd met de toekenning van een premie van 3.000 euro voor de opleidingsondernemingen. De bedoeling: het aantal werkgevers doen toenemen dat zich inzet om stagiairs die alternerend onderwijs volgen, op te leiden.

“Het alternerend leren, de aanpak bij uitstek om werk te vinden”, “Het alternerend leren is een win-winsituatie”, “De alternerende opleiding is populair” en “Het alternerend leren is een uitmuntende opleidingsmogelijkheid”. De voorbije jaren is iedereen een voorstander van alternerende opleidingen geworden: de economische actoren, de politieke wereld en zelfs het Koninklijk Paleis. Toch moeten we vaststellen dat in de praktijk, hoewel steeds meer jongeren en minder jonge mensen voor dit soort opleiding kiezen, velen van hen nog op zoek zijn naar een opleidingsonderneming om hun jaar te kunnen valideren.

In 2018 keurde de Brusselse Regering reeds een hervorming goed om de maatregel van het alternerend onderwijs te stimuleren en voerde met name een mentorpremie in voor ondernemingen die zich inzetten voor de opleiding van een jongere van minder dan 25 jaar die alternerend onderwijs volgt.

Toch waren er voor het academiejaar 2020-2021 2.280 personen ingeschreven in het alternerend onderwijs in Brussel die nog steeds op zoek zijn naar een stageplaats. De alternerende opleiding is namelijk een pedagogische methode die het verwerven van competenties voorziet in zowel het opleidingscentrum als in de onderneming. In Brussel bieden Efp-Sfpme en Syntra dit soort opleiding aan.

Om die reden wil de Brusselse Regering de mentorpremie voor het academiejaar 2021-2022 verhogen:

  • het bedrag van de premie stijgt van 1.750 euro naar 3.000 euro;
  • de leeftijdsvoorwaarde wordt geschrapt.

“Ik ben ervan overtuigd dat het alternerend onderwijs kan bijdragen aan de versnelling van de socio-economisch relance van het Brussels Gewest, omdat het mensen in staat stelt zich de vaardigheden eigen te maken die de werkgevers verwachten. Er zijn immers nog te weinig werkgevers die stagiairs binnen hun onderneming opleiden. Dankzij deze premie van 3.000 euro en de versoepeling van de toekenningsvoorwaarden hoop ik dat we, naast de mooie verklaringen, een massale inzet van de economische wereld voor het alternerend onderwijs zullen vaststellen”, verklaart Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Er werd een budget van 6.450.000 euro vrijgemaakt voor deze maatregel waarvan meer dan 2.000 opleidingsondernemingen kunnen gebruikmaken.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45