Wetgeving Dierenwelzijn en controles

Regels opstellen en controleren om te beschermen.

Brussels Wetboek voor Dierenwelzijn

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet een evolutief en aangepast wettelijk kader voorzien om de vooropgestelde bescherming en bewustmaking van het dierenwelzijn te verwezenlijken. Des te meer omdat het ook gaat om de implementatie van de regelgevingen en richtlijnen van de Europese Unie waarvan de integratie onontbeerlijk is voor de uitwerking van een wetgeving inzake dierenwelzijn. Het is in deze context dat het Brussels Wetboek voor Dierenwelzijn tijdens deze legislatuur zal worden geïmplementeerd. Een hervorming van deze wetgeving is immers fundamenteel. 

Overleg met de sector, de bevolking en de Brusselse Raad voor Dierenwelzijn is nodig om te zorgen voor een volledig en aangepast wetboek dat beantwoordt aan de verwachtingen van de burger en aan de plaats die dieren binnen onze samenleving toekomt.

Noodzakelijke controles

Ook al zijn in de wetgeving op het gebied van dierenwelzijn de doelstellingen vooral gericht op de bewustmaking en de voorlichting van het publiek, toch zijn controles en mogelijke dwangmaatregelen noodzakelijk om de bescherming en het welzijn van dieren op het Brusselse grondgebied te waarborgen.

Rekening houdend met de specifieke kenmerken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zal tijdens deze regeerperiode een vijfjarig inspectieplan worden opgesteld, opgevolgd en regelmatig bijgewerkt in functie van de wijzigingen in de wetgeving en van de milieucontext. Dit plan zal de verschillende inspectiedomeinen van de dienst Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel bestrijken, namelijk:

  • de Brusselse gezinnen,
  • erkende inrichtingen, zoals honden- en kattenfokkerijen, dierenpensions, dierenspeciaalzaken, maar ook asielen,
  • laboratoria die proefdieren gebruiken,
  • het slachthuis van Anderlecht,
  • de vervoersmiddelen,
  • de boerderijen.

Hoewel controles aanleiding kunnen geven tot waarschuwingen en aanbevelingen, kunnen ze ook een melding en een mogelijke strafrechtelijke sanctie of een alternatieve bestuurlijke boete inhouden. Elk misbruik of elke verwaarlozing van dieren moet geregulariseerd en bestraft worden. Er zal dus worden nagegaan of een herziening of aanpassing van de bestaande sanctieregeling wenselijk is.

De volgende artikels over dierenwelzijn vindt u misschien ook interessant:

Conferentie over dierenrechten

Conferentie over het dierenrecht

Welk juridisch statuut heeft een dier? Wat met het recht om zich een dier toe te eigenen? Welke rol en welke verantwoordelijkheden hebben het bestuur en de instellingen? En de bestraffing van dierenmishandeling? De diergeneeskundige inspectie?

Tijdens de conferentie over het dierenrecht “Van domesticatie tot bescherming”, die op 28 september 2021 georganiseerd werd door het Brussels Gewest, werd een stand van zaken opgemaakt over deze en andere kwesties. Download hier het verslag van het colloquium over het dierenrecht.

Brussel zorgt voor betere bescherming van paardachtigen ingezet voor publieksvermaak

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, verstrengt het Brussels Gewest de verboden die gelden voor ponycarrousels. De huidige wetgeving, die op sommige punten te soepel is, wordt strenger om het welzijn van deze dieren te garanderen.

Sinds 1 januari 2019 mogen pony’s op het grondgebied van het Brussels Gewest niet langer ingezet worden op kermissen. Hoewel deze beslissing zorgt voor bescherming en een beter welzijn van deze dieren, vertoont zij meerdere zwakke punten.

Ten eerste geldt deze beslissing voor kermissen. Het is immers nog steeds mogelijk om een ponycarrousel te vinden op markten, rommelmarkten of welke andere plaats dan ook, terwijl het welzijn van deze dieren op dezelfde manier in gevaar wordt gebracht. Ten tweede heeft deze beslissing enkel betrekking op pony's en paarden. Het verbod kan bijgevolg gemakkelijk omzeild worden door ezels, muildieren, muilezels, enz. in te zetten.

Ten slotte valt enkel de carrouselactiviteit onder de huidige wetgeving, terwijl ritjes die plaatsvinden op markten, evenementen of kermissen, ook negatieve gevolgen kunnen hebben voor het dierenwelzijn: stress als gevolg van een lawaaierige menigte en van geuren, alsook onvoldoende rust voor de paarden.

Om deze moeilijkheden te ondervangen, heeft Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Dierenwelzijn, besloten om de geldende wetgeving te wijzigen.

“De huidige wetgeving bood onvoldoende bescherming voor paardachtigen en is trouwens gemakkelijk te omzeilen door de pony's te vervangen door ezels of door naar een andere plaats dan een kermis te trekken. We moeten ons ervan bewust zijn dat deze dieren, voor publieksvermaak, in cirkels rondwandelen totdat ze uitgeput en verveeld zijn”, betreurt minister Clerfayt.

Het nieuwe ontwerp van ordonnantie, dat nog door de Raad van State en het Parlement moet worden goedgekeurd, verbiedt carrousels op welke plaats dan ook en de ritten van alle paardachtigen tijdens verschillende soorten evenementen: kermissen, rommelmarkten, braderijen, markten en manifestaties.

“Meer dan ooit moeten we onze relatie met de levende materie en de dieren herzien. Willen we voor onze kinderen een beeld scheppen waarbij dieren als slaven worden behandeld? Of net het tegenovergestelde, waarbij we deze paardachtigen die ingezet worden voor carrousels, beschouwen als gevoelige wezens die pijn en emoties voelen?”, vraagt Bernard Clerfayt zich af.

Meer info?
Pauline Lorbat - 0485 89 47 45

Alle paardachtigen voortaan beter beschermd in het Brussels Gewest

Actualiteit
De Brusselse minister van Dierenwelzijn heeft onlangs beslist om alle paardachtigen te beschermen door de wetgeving die ponycarrousels verbiedt  te verstrengen.

Meer dan ooit moeten we onze relatie met de levende materie en de dieren herzien. Willen we voor onze kinderen een beeld scheppen waarbij dieren als slaven worden behandeld? Of net het tegenovergestelde, waarbij we deze paardachtigen die ingezet worden voor carrousels, beschouwen als gevoelige wezens die pijn en emoties voelen?”, vraagt Bernard Clerfayt zich af.

De Brusselse minister van Dierenwelzijn heeft onlangs beslist om alle paardachtigen te beschermen door de wetgeving die ponycarrousels verbiedt  te verstrengen.

 “De huidige wetgeving bood onvoldoende bescherming voor paardachtigen en is trouwens gemakkelijk te omzeilen door de pony's te vervangen door ezels of door naar een andere plaats dan een kermis te trekken. We moeten ons ervan bewust zijn dat deze dieren, voor publieksvermaak, in cirkels rondwandelen totdat ze uitgeput en verveeld zijn”, stelt minister Clerfayt vast.

Sinds 1 januari 2019 mogen pony’s op het grondgebied van het Brussels Gewest niet langer ingezet worden op kermissen. Dit verbod beperkte zich echter tot pony’s en de bijzondere context van kermissen. Andere paardachtigen kunnen echter ook uitgebuit worden, zoals ezels, muildieren en muilezels. En carrousels kunnen georganiseerd worden buiten de context van de kermissen: beurzen, festivals, rommelmarkten en braderijen.

Of het nu gaat om pony’s of ezels, jaarmarkten of rommelmarkten: deze paardachtigen lijden allemaal op dezelfde manier. Het verbod moest dus veralgemeend worden en daar heeft het Brussels Gewest nu net voor gezorgd op initiatief van de minister van Dierenwelzijn, Bernard Clerfayt.

Het voorontwerp van ordonnantie breidt het verbod uit tot alle paardachtigen en viseert elke activiteit tijdens dewelke paardachtigen die door het publiek of genodigden kunnen worden bereden een cirkelvormig parcours volgen. Het verbod geldt nu voor alle evenementen: kermissen, rommelmarkten, braderijen, dorpsfeesten, festivals en beurzen.

Voor alle duidelijkheid: maneges vallen niet onder het toepassingsgebied van deze ordonnantie die nog door de Raad van State en het Parlement moet worden goedgekeurd.

Bernard Clerfayt op Facebook Live: “Veel werknemers die over het algemeen minder gewaardeerd worden, hebben getoond dat zij een belangrijke rol in onze samenleving spelen.”

Actualiteit
Bernard Clerfayt kreeg enorm veel vragen op maandag 18 mei op zijn Facebook Live

 

Dinsdag 19 mei 2020 – 12:00

Bernard Clerfayt kreeg enorm veel vragen op maandag 18 mei op zijn Facebook Live. Hieronder volgt een verslag van de belangrijkste onderwerpen. Andere thema’s werden door de minister van Werk en Beroepsopleiding behandeld tijdens zijn interview van vrijdag op BX1.

(Bekijk of herbekijk deze Facebook Live hier)

Huishoudhulpen: het had een drama kunnen worden!

De minister van Werk, die vragen kreeg over zijn beleid in de sector van de dienstencheques, herinnert er in de eerste plaats aan dat waakzaamheid geboden was tegenover de sector die de huishoudhulpen, van wie het inkomen aan de onderkant van de loonschaal ligt, tewerkstelt. Voor hen konden de gevolgen dramatisch zijn bij een aanzienlijk inkomensverlies. Dankzij de premie die de Brusselse Regering goedkeurde, kon hun inkomen gehandhaafd worden op 95% van het volledige loon. Deze premie vult de tijdelijke werkloosheid aan.

Helder blijven en de overheden bij de heropstart betrekken

Zoals gewoonlijk geeft Bernard Clerfayt blijk van scherpzinnigheid, wanneer hij de crisissituatie die wij doormaken en die reeds een economische en sociale crisis geworden is, analyseert. Hij herhaalt dat sommige sectoren nog steeds stilliggen en dat Brussel 170.000 tijdelijke werklozen telt. De periode van de daling van de werkloosheid is momenteel dus afgelopen. De minister van Werk pleit er krachtig voor om de maatregelen van tijdelijke werkloosheid te verlengen.

Naar aanleiding van een vraag over de tussenkomsten van het Brussels Gewest in het kader van de crisis, heeft de minister in herinnering gebracht dat het overbruggingsrecht gedekt wordt door de federale overheid. Het Gewest hoeft niets bij te passen. “We hebben al meer dan 350 miljoen euro steun verleend aan diegenen die geen recht hebben op de tussenkomsten van de federale regering, en we hebben alle lopende subsidies behouden om de sectoren die gewoonlijk door het Brussels Gewest ondersteund worden, in staat te stellen te overleven.”

“Overal zullen de staten de staatskas moeten aanspreken om de sociale uitgaven te ondersteunen en om de economische sectoren te ondersteunen”, aldus de minister. Daarbovenop wordt nu al een bijkomend tekort van 20 à 25 miljard euro aangekondigd op federaal niveau; in Brussel zullen we een bijkomend tekort van 500 miljoen euro hebben. Deze rol van ondersteuning en van steun bij de heropstart is normaal in geval van een crisis.

We zullen onze crisisplannen moeten voltooien

Vervolgens werd een vraag gesteld over het gezondheidsbeleid in het licht van deze gezondheidscrisis waarop Bernard Clerfayt enorm de nadruk legde op de vaststelling die gemaakt dient te worden: “Ons gezondheidssysteem heeft globaal gezien goed standgehouden, wat in andere landen niet het geval is geweest.” Na de buitengewone professionele en menselijke inzet van alle dienstverleners in de sector van de gezondheidszorg te hebben benadrukt, wijst de minister op een eerste lacune die de komende maanden opgevuld zal moeten worden. “We hebben crisisplannen voor tal van situaties, maar voor dit soort crisis hadden we geen specifiek interventieplan en waren we onvoldoende voorbereid. Duitsland bijvoorbeeld heeft veel sneller kunnen reageren.” Een ander belangrijk punt dat Bernard Clerfayt aanhaalde, betreft de noodzaak om het statuut van het gezondheidspersoneel op te waarderen: “De instellingen en de ziekenhuizen zijn reeds lang vragende partij.” De minister van Werk benadrukt overigens dat deze instellingen in staat zijn om aan te werven.

“De maatregelen voor de asielen moesten versoepeld worden”

Tijdens de strikte lockdown was er ook sprake van dierenwelzijn en van de gezondheid van de dieren in de asielen. De minister van Dierenwelzijn herhaalde dat zijn grootste bezorgdheid betrekking had op de zorg voor de dieren door de vrijwilligers van de asielen en het risico op een teveel aan op te vangen dieren. Zijn eerste stap bestond erin de federale overheid aan te spreken in verband met het versoepelen van de maatregelen. De minister heeft overigens verschillende vragen in verband met dierenwelzijn gekregen. Het voornaamste is dat de dieren verzorgd konden worden en dat tal van opvangbaasjes tijdens deze periode een dier hebben opgevangen.

Brussel en de Nationale Veiligheidsraad

Over de deelname van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de Nationale Veiligheidsraad zegt minister Clerfayt dat “de gewesten formeel gezien geen lid zijn. De ministers-presidenten worden er uitgenodigd in de hoedanigheid van adviseur, wat een goede zaak is”. Toch betreurt de minister het dat beslist werd om het Brussels Gewest niet méér te helpen, “terwijl Brussel 20% van de economische activiteit van het land ondersteunt”, stelde hij.

Verplichte mondmaskers?

Op de vraag of het dragen van een mondmasker een verplichting is, antwoordt de minister dat de beslissing daaromtrent een bevoegdheid van de federale regering is. Wat de meer praktische aspecten betreft, preciseert hij dat “de belangrijkste handeling om het virus tegen te houden, het wassen van de handen is, en vervolgens het afstand houden. En dan volgt het mondmasker. Het masker biedt onvoldoende bescherming; de andere beschermende handelingen zijn onontbeerlijk”. Het spreekt voor zich dat een mondmasker noodzakelijk is wanneer de veilige afstand niet gewaarborgd kan worden, zoals op het openbaar vervoer of bij de kapper.

De op te waarderen beroepen

“Veel werknemers die over het algemeen minder gewaardeerd worden, hebben getoond dat zij een belangrijke rol in onze samenleving spelen.” “We zullen moeten toezien op het verkleinen van de ongelijkheden, en deze noodzakelijke beroepen, die nuttig zijn voor onze veiligheid en onze gezondheid, opwaarderen.”

De crisis versnelt de veranderingen

De arbeidsmarkt verandert voortdurend. De crisis versnelt de veranderingen. We doen een beroep op technologie voor een hele reeks acties. “De Brusselse besturen zijn vragende partij om het sneller te laten gaan; de vraag om verandering is onwaarschijnlijk.” Vandaag stelt niemand meer in vraag dat “de kennis van digitale tools een noodzakelijke voorwaarde is om een job te vinden. We zullen de online-opleidingen moeten uitbreiden, in de digitale sector.”

De minister van Werk maakt van de gelegenheid gebruik om een oproep te lanceren: “Aan zij die tijdelijk werkloos zijn, profiteer ervan om uw competenties aan te vullen.” Ook brengt hij de knelpuntsectoren in herinnering: gezondheid, bouw en transport. We zullen een antwoord moeten formuleren op dit tekort aan arbeidskrachten. Wat de bouwsector betreft, gaat het om een grote uitdaging met de klimaatwijziging waarmee we te maken krijgen (nieuwe technieken van passiefbouw).

De gemeenten in de frontlinie van de crisis

Om af te ronden, als minister van Plaatselijke Besturen en verhinderd burgemeester, “ben ik ervan overtuigd dat de gemeenten een zekere macht hebben om de crisis aan te pakken”. De financiën van de meeste gemeenten zijn sinds twee jaar gezond. “Dat is een beslissing die ik genomen heb: de gemeenten mogen hun gecumuleerde bonussen gebruiken om de crisis het hoofd te bieden. Vervolgens zullen we zien welke gemeenten op het einde van het jaar het meest geholpen zullen moeten worden.” Laat ons niet vergeten dat de steun van het Gewest aan de OCMW’s net met 30 miljoen euro verhoogd werd.

Onze samenleving is veerkrachtig

Bij wijze van conclusie stelt de minister vast dat “deze crisis ons erg onrustig maakt, maar ons ook toont hoe veerkrachtig onze samenleving is, en hoe we in staat zijn om het hoofd te bieden aan een pandemie zoals we ons nooit hadden kunnen voorstellen”.

Subsidie om dieren te kunnen voeden

Actualiteit
Subsidie om dieren te kunnen voeden

Er is net beslist om de dieren die ondergebracht zijn in asielen en maneges, te helpen. De financiële ontvangsten van deze structuren volstaan niet meer om te voorzien in de levensbehoeften van de dieren, omdat er geen activiteiten en bezoeken meer zijn tijdens deze gezondheidscrisis.

“Wij moeten er zo veel mogelijk op toezien dat de situatie niet steeds slechter wordt. Een uitzonderlijke subsidie zal helpen om voedsel aan te kopen”, stelt Bernard Clerfayt.

Op zijn voorstel als minister van Dierenwelzijn zal het Brussels Gewest subsidies volgens de volgende criteria toekennen:

De dierenasielen moeten erkend zijn om de volgende subsidies te kunnen ontvangen:

  • 3.000 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit meer dan 30 dieren bedraagt.
  • 1.500 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit gelijk is aan of kleiner is dan 30 dieren.
  • 2.000 euro voor de structuren waarvan de maximale opvangcapaciteit gelijk is aan of kleiner is dan 30 dieren en met opvanggezinnen werken.

De maneges moeten opgericht zijn onder de vorm van een vzw en eigenaar zijn van de gestalde paardachtigen. Zij zullen 100 euro per paardachtige ontvangen om hen gedurende 1 maand te kunnen voeden.

Covid-19 : financiële steun voor asielen en maneges

Persbericht

Op voorstel van Bernard Clerfayt, de Brusselse minister voor Dierenwelzijn, krijgen asielen en maneges in het Brussels Gewest een uitzonderlijke subsidie ​​zodat ze hun dieren kunnen blijven verzorgen.

De huidige gezondheidscrisis heeft veel gevolgen voor het dierenwelzijn. Verschillende structuren hebben geen inkomsten meer en krijgen bijgevolg te maken met financiële problemen waardoor gevreesd wordt voor inbreuken op het welzijn van deze dieren. Om deze structuren te helpen, zal het Brussels Gewest hen financiële steun verlenen.

De dierenasielen die hiervoor in aanmerking komen, moeten erkend zijn en hebben recht op een bedrag van:

  • € 3.000 voor structuren met een maximale opvangcapaciteit van meer dan 30 dieren;
  • € 1.500 voor structuren met een maximale opvangcapaciteit van 30 dieren of minder;
  • € 2.000 voor structuren met een maximale opvangcapaciteit van 30 dieren of minder die werken met pleeggezinnen.

De maneges die hiervoor in aanmerking komen moeten opgericht zijn onder de vorm van een vzw en eigenaar zijn van paardachtigen die er gestald worden. Ze krijgen € 100 per paardachtige om ze één maand lang te voeren. Afhankelijk van de verlenging van de quarantaineperiode kan aan deze maneges een tweede steun worden verleend.

“Dieren mogen geen indirect slachtoffer worden van de coronacrisis. Het is onze plicht om voor hen te zorgen en alles in het werk te stellen om hun welzijn te waarborgen.  Dit omvat verzorging, ritjes maar ook de aankoop van voedsel”, besluit Bernard Clerfayt.

Meer info?
Pauline Lorbat – 0485 89 47 45