Nieuw groen nummer om discriminatie bij aanwerving te melden

Nieuw groen nummer om discriminatie bij aanwerving te melden

Actiris lanceert een nieuwe antidiscriminatiedienst. Het gratis nummer 0800 35 089 is voortaan beschikbaar voor meldingen van discriminatie bij aanwerving. Bovendien werd een nieuw formulier voor de melding van discriminatie online geplaatst.

De minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, heeft Actiris Inclusive ingehuldigd. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om het aanzienlijke verschil te benadrukken tussen de tewerkstellingsgraad van Brusselaars van Belgische afkomst (71%) en die van Brusselaars van buitenlandse origine (40%).

Dergelijke verschillen worden ook vastgesteld voor “te jonge” of “te oude” werkzoekenden, voor personen met een handicap en afhankelijk van het geslacht. Deze factoren van discriminatie worden jammer genoeg soms gecumuleerd. We krijgen dan te maken met dramatische toestanden die het loopbaantraject verhinderen.

Door de zichtbaarheid van de antidiscriminatiedienst te vergroten, wil de Brusselse minister het de slachtoffers gemakkelijker maken en hen extra begeleiding aanbieden: luisteren, hen informeren over hun rechten en hen doorverwijzen naar organisaties voor gelijke kansen.

Ook de rol van UNIA en van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal versterkt worden. Actiris zal de gevallen identificeren waarin zij moeten tussenkomen. Zij kunnen dan proberen te bemiddelen tussen de belanghebbenden, of zelfs een klacht indienen bij de gewestelijke arbeidsinspectie, die vervolgens praktijktests of mystery calls zal uitvoeren.

Alternerend leren: 14% meer eerste inschrijvingen

Alternerend leren

Het alternerend leren heeft in het Brussels Gewest intussen zijn eigen plaats tussen de school en de onderneming verworven. Het aantal mensen dat zich voor het eerst heeft ingeschreven, is gestegen in 2019, en jaarlijks komen er nieuwe opleidingen bij om tegemoet te komen aan de noden van de werkgevers. Voor sommigen blijft het echter lastig om een werkgever te vinden bij wie ze terechtkunnen om de praktijk te leren.

“Alternerend leren wordt erkend als de meest efficiënte leermethode. Maar liefst 85% van de mensen die een opleiding via het alternerend leren voltooien, vindt een job, ondanks het feit dat voor sommige opleidingen geen werkgevers te vinden zijn die opleiding willen geven. In Duitsland is het alternerend leren een onderdeel van de bedrijfscultuur! Dat moet in Brussel ook zo worden. De ondernemingen moeten begeleid worden, zodat ze zich inzetten voor de opleiding van jongeren”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Het alternerend leren gaat er concreet aan toe: het is een manier van leren waarbij de theorie op de praktijk afgestemd wordt. Ook is het een soort opleiding die ervoor zorgt dat de noden van de ondernemingen worden vervuld op het vlak van geschoolde arbeidskrachten.

De vorige Brusselse Regering heeft een heel arsenaal ingezet om het alternerend leren te stimuleren: zo konden werkzoekenden gratis deelnemen aan een opleiding, was er een premie voor de ondernemingen en werd begeleiding voorzien voor de stagiairs. De cijfers voor 2019 tonen overigens een stijging van het aantal inschrijvingen.

Bij het EFP, de instelling belast met het alternerend leren in het Brussels Gewest, bedroeg het aantal inschrijvingen op 31 oktober jl. 4.787, waarvan 4.120 van mensen ouder dan 18 jaar. Van deze laatste groep schreven 2.851 mensen zich voor het eerst in, wat een stijging met 14% betekent. Dat toont de aantrekkelijkheid van het alternerend leren aan. Bij de beroepen die verband houden met de bouwsector, bedraagt deze toename zelfs 37%.

Hoewel sommige werkgevers nog stageplaatsen aanbieden en stagiairs zoeken die aan een opleiding via het alternerend leren willen beginnen – wat het geval is voor restaurants, kapsalons en tuinaannemingen – hebben anderen moeite om werkgevers te vinden die hen willen opleiden. Dat is vooral het geval bij opleidingen in de digitale sector: assistent-ontwikkelaar, community manager, UX/UI-designer of computergraficus.

60% van Brusselse kandidaat-expats verkiest Quebec

60% van Brusselse kandidaat-expats verkiest Quebec

“Sinds het begin van het jaar 2019 bedraagt het werkloosheidspercentage in Quebec gemiddeld 5%. Het aantal jobs is ook gestegen met meer dan 70.000 banen”, stelt Bernard Clerfayt, de Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding.

Het is in deze gunstige context dat het Brussels Gewest en Quebec via een intentieverklaring hun samenwerkingen voor de rekrutering van Brusselse werkzoekenden door Quebecse werkgevers officieel maken. De bedoeling is om steeds meer jobaanbiedingen voor de Brusselse werkzoekenden te verzamelen.

Bovendien willen steeds meer Brusselse werkzoekenden naar Quebec vertrekken. Van diegenen die in het buitenland zouden willen werken, noemt 60% Quebec als bestemming, wat overeenkomt met 11.550 personen. Dat is een verstandige keuze, aangezien de arbeidsmarkt in Quebec kansen biedt en nog talent kan gebruiken.

Concreet zal deze intentieverklaring ervoor zorgen dat Actiris zijn partnernetwerk in Quebec zal kunnen blijven ontwikkelen en steeds meer jobaanbiedingen zal kunnen verzamelen die overeenkomen met de profielen van de Brusselse werkzoekenden, en aldus de internationale mobiliteit zal kunnen stimuleren.

“Onlangs heeft een werkgever in Quebec een beroep gedaan op Actiris International om verpleegkundigen te rekruteren. Op slechts vier dagen tijd zijn we erin geslaagd om een preselectie van kandidaten te organiseren. Zij werden meteen aangeworven, met langetermijncontracten in het vooruitzicht”, aldus Grégor Chapelle, de directeur-generaal van Actiris.

Meer dan 500 opleidingen voorgesteld op de SIEP-beurs

SIEP-beurs 2019

In welke sector wil je werken? Welke vakken vind je interessant ? Wat doe je graag? Eerder iets met je handen?

Je beroepskeuze maken zorgt voor een hoop denkwerk en gepieker. Om te zorgen voor begeleiding bij deze eerste beslissing van een toekomstig beroepsleven, wordt elk jaar de SIEP-beurs georganiseerd. Dit jaar verwelkomden 95 stands toekomstige studenten en meer dan 500 opleidingen werden er voorgesteld.

Het is duidelijk dat geluisterd moet worden naar  de economische wereld om opleidingen op maat te kunnen ontwikkelen. Net daarom benadrukt de Minister van Werk en Beroepsopleiding Bernard Clerfayt dat "werkzoekenden opgeleid moeten worden in de nieuwste technologieën", "door nieuwe opleidingen te voorzien ".

Tijdens zijn toespraak benadrukte de minister ook hoe belangrijk het is dat  genderstereotypen weerlegd worden, net als vooroordelen die sommige ambachtelijke beroepen devalueren.

“Ik maak van deze SIEP-beurs vandaag gebruik om de vele actoren die onze jongeren bij hun loopbaankeuze  begeleiden te bedanken voor hun werk en beschikbaarheid. De personeelsleden van de PMS-centra, de adviseurs in beroepsopleiding of tewerkstelling alsook alle leraren." Met deze woorden heeft de minister nogmaals de nadruk willen leggen op de onontbeerlijke begeleiding voor de oriëntering van jongeren. Een oriëntering die nodig kan zijn in verschillende fasen van het beroepsleven, "want professionele mobiliteit is ondertussen realiteit geworden.”

 

Alternatieve methoden voor dierproeven promoten

Subsidiation de la recherche pour lutter contre l'expérimentation animale

"Ik wens het lijden van proefdieren zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door het ontwikkelen, stimuleren en ondersteunen van alternatieve methoden. Als we vandaag precies weten hoeveel dieren voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, lijkt het mij van essentieel belang dit aantal te doen verminderen.” Met deze woorden gaf Bernard Clerfayt aan het leed bij proefdieren te willen bestrijden.

Eerste concretisering : een bedrag van 50.000 euro dat werd toegekend aan de Vrije Universiteit Brussel om verder werk te maken van een kadaster van alternatieve methoden voor dierproeven en de publicatie ervan op de website www.re-place.be

Te veel proeven op dieren

In België worden elk jaar meer dan 538.000 dieren in laboratoria gebruikt. Ze worden onderworpen aan allerlei giftigheidstesten, fundamenteel onderzoek, enz. In Brussel zijn er 90 laboratoria en elk jaar worden ongeveer 100 projecten toegelaten. Deze zijn strikt gereguleerd. De dieren die voor de experimenten worden gebruikt, zijn wettelijk beschermd en alle vooraf erkende inrichtingen zijn onderworpen aan controles.

Het aantal dierproeven verminderen...

Overeenkomstig de gewestelijke beleidsverklaring wil Brussel de dierproeven drastisch verminderen. Hiervoor is met name een kadaster van alternatieve methoden nodig. Daarom werd een subsidie van 50.000 € toegekend aan de VUB. Met dit project, tevens ondersteund door Vlaanderen, is het niet alleen mogelijk om een grondige kennis te hebben van wat er bestaat, maar wordt ook de ontwikkeling van nieuwe alternatieve methoden gestimuleerd. Uiteindelijk zal dit bijdragen tot een vermindering van het aantal labodieren.

En alternatieve methoden implementeren

Met alternatieve methode bedoelt men het gebruik van in vitro methoden zoals menselijke cel- en weefselculturen en in silico modellen via computersimulaties.

Een zeer recent voorbeeld van een alternatieve methode in ontwikkeling betreft de studie van de giftigheid van de dampen die door de e-sigaret worden geproduceerd. Onderzoekers proberen het gebruik van in laboratorium gekweekte longcellen en zenuwcellen te combineren om de proeven met inademing van giftige dampen op levende dieren te vervangen.

Partnerschap Proximus-MolenGeek: opleiding en tewerkstelling gaan hand in hand in het Brussels Gewest

Partnerschap Proximus-MolenGeek: opleiding en tewerkstelling gaan hand in hand

Vandaag hebben MolenGeek en Proximus een nieuw partnerschap aangekondigd om nieuwe kansen op tewerkstelling te creëren in de digitale sector. MolenGeek is een opleidingscentrum voor digitale vaardigheden en een incubator voor start-ups.

De Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, wil dit soort partnerschappen in het Brussels Gewest aanmoedigen. De ondernemingen moeten de bevoorrechte partners zijn van de opleidings- en tewerkstellingsactoren. En, zoals we allemaal weten, zal de digitale sector voor veel bijkomende jobs zorgen met het ontstaan van nieuwe competenties. De werkzoekenden moeten worden voorbereid om deze nieuwe betrekkingen in te vullen.

Dit soort partnerschap gaat de goede richting uit om ondernemingen en opleidingen dichter bij elkaar te brengen. Door opleidingen op maat aan te bieden en tegemoet te komen aan de noden van de ondernemingen in het kader van de digitalisering van onze economie, leiden wij Brusselse werkzoekenden op voor de beroepen van de toekomst, duurzame kwaliteitsberoepen.

“Het is een teken van erkenning door de privésector van de troeven van het Brussels Gewest. Om deze positieve tendens aan te houden en start-ups aan te trekken of te doen ontstaan in ons Gewest, moeten we tegemoetkomen aan hun behoefte aan geschoolde arbeidskrachten”, aldus Bernard Clerfayt.

Lokaal verbouwen en consumeren in het Brussels Gewest is ook goed voor de werkgelegenheid

Lokaal verbouwen en consumeren in het Brussels Gewest is ook goed voor de werkgelegenheid

Volgens schattingen zou de werkgelegenheid in de sector van het duurzame voedsel de komende 10 à 15 jaar kunnen verdubbelen, wat bijna 3.000 extra jobs zou opleveren. De groei van deze markt is het grootst in Brussel. Momenteel wordt het aantal banen in deze sector tussen 2.500 en 3.500 geraamd.

Op woensdag 6 november heeft de minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, deelgenomen aan Duurzame ontmoetingen, een namiddag vol ontmoetingen tussen werkgevers en toekomstige werknemers uit de sector van het duurzame voedsel.

Steeds meer Brusselaars kiezen al voor meer duurzaam voedsel om toegang te hebben tot kwaliteitsvolle voeding, met respect voor de gezondheid, het milieu en de mens. Een derde van onze impact op het milieu is immers gelinkt aan wat in ons bord ligt!

Deze voeding verzekert lokale jobs die niet gedelokaliseerd kunnen worden en onontbeerlijk zijn in de strijd tegen de werkloosheid in Brussel. Groenteteelt, afvalbeheer, transformatie, distributie, horeca, etc.: duurzaam voedsel is een toekomstgerichte sector.

Bernard Clerfayt heeft bij deze gelegenheid nogmaals gewezen op de honderden hectares die beschikbaar zijn in het Brussels Gewest en in herinnering gebracht dat aquaponics in ontwikkeling is en nieuwe teeltmogelijkheden biedt. Op die manier winnen we zowel op het vlak van milieu, als op het vlak van gezondheid en lokale jobs.

Cultiver et consommer local en Région bruxelloise

Rencontres durables, pour promouvoir l'emploi local dans le secteur de l'alimentation en Région bruxelloise

BeCentral: digitale campus in centrum Brussel

BeCentral, digitale campus in centrum Brussel

De digitale campus BeCentral is een van plaatsen waar alle professionals en liefhebbers van de digitale ontwikkeling in het Brussels Gewest elkaar vinden. Boven het Centraal Station bevinden zich al meer dan 60 initiatieven: opleidingen, start-ups, verenigingen en ngo’s.

BeCentral heeft net twee kaarsjes uitgeblazen: de ideale gelegenheid voor de minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, om enkele actoren uit deze bijzonder productieve community te ontmoeten. Dagelijks werken er 250 professionals voor 50 verschillende organisaties.

Tijdens de eerste 24 maanden van diverse activiteiten heeft de community BeCentral niet minder dan 48 .555 personen opgeleid, geïnspireerd of gesensibiliseerd.

De trein BeCentral rijdt voortaan op volle snelheid: de community zou op 2 jaar tijd haar oppervlakte verdrievoudigd willen zien en begin 2020 over een ruimte willen beschikken die gewijd is aan opleiding en digitale certificering beheerd door Bruxelles Formation.

Al spelend coderen voor kinderen tussen 8 en 12 jaar? Programmeringsinterfaces gebruiken om uw content aan te vullen? De technieken voor de ontwikkeling van artificiële intelligentie leren? Mogelijkheden te over bij BeCentral

Kinderbijslag voor de Brusselse kinderen: eerlijkere verdeling en zonder gedoe

de Brusselse gezinnen

Het Brussels Gewest heeft voortaan zijn eigen kinderbijslagfonds: Famiris.

De ministers Sven Gatz en Bernard Clerfayt wilden het belang van de Brusselse gezinnen vooropstellen en van deze verandering die door het federale niveau opgelegd werd, gebruikmaken om de middenklasse en de meest kwetsbaren in het Brussels Gewest nog meer te ondersteunen. De doelstelling: vermijden dat de gezinnen er nadeel van ondervinden.

“De nieuwe regeling is evenwichtig: er is een betere verdeling van de middelen over de gezinnen die ze het meest nodig hebben, met inbegrip van de gezinnen uit de middenklasse”, benadrukte minister Bernard Clerfayt.

Een nieuw model voor de kinderbijslag

Voor de uitwerking van ons Brusselse model zijn we gestart vanuit de overtuiging dat de kinderbijslag in de eerste plaats een kinderrecht is.

Progressieve toepassing: Iedereen zal de nieuwe bedragen ontvangen (op termijn een basis van 150 euro per kind) en niemand zal erop achteruitgaan. Meer dan 70% van de gezinnen zal meer krijgen en de overige 30% behoudt zijn verworven rechten, tot op het ogenblik dat het nieuwe model voordeliger zal zijn voor hen.

(>>>Bekijk hieronder onze didactische video met 3 typevoorbeelden)

Een model dat aangepast is aan de socio-economische werkelijkheid in Brussel: Meer dan een kwart van het budget voor de kinderbijslag wordt verdeeld in functie van het socio-economische niveau. Dat is in het voordeel van de meest kwetsbare gezinnen. De kinderbijslag vormt immers een belangrijke bron van inkomsten voor de gezinnen, in een gewest waar 4 op de 10 kinderen onder de armoedegrens leven.

Een fair model: Elk kind heeft, ongeacht de geboorterang, dezelfde rechten door de afschaffing van de rangen.

De gezinnen zullen hun eigen dossierbeheerder behouden en zullen hun eerste betaling door Famiris in februari 2020 ontvangen.

Meer info vindt u op de website van Famiris

“Duidelijke, objectieve en voorspelbare” regels voor de gemeenten en de OCMW’s

Als minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, samen met BPB duidelijke doelstellingen vastleggen.

In het Brussels Gewest hebben we samenhang tussen de gemeenten nodig, omdat alle Brusselaars, ongeacht waar ze wonen, moeten kunnen gebruikmaken van efficiënte diensten voor de burgers. Om die reden begeleidt en controleert Brussel Plaatselijke Besturen (BPB) de gemeenten en de OCMW’s.

Bernard Clerfayt heeft van zijn gemeente Schaarbeek een van de voorbeelden van goed beheer in het Brussels Gewest gemaakt, en vandaag wil hij, als minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, samen met BPB duidelijke doelstellingen vastleggen.

De procedures vereenvoudigen en optimaliseren, alsook de wettelijke bepalingen die de conformiteit van de handelingen van de plaatselijke besturen waarborgen, behoren tot de prioriteiten. “Als voogdijminister ben ik een fervent voorstander van duidelijke, objectieve en voorspelbare regels om zo transparant en rechtvaardig mogelijk te kunnen zijn bij de behandeling van dossiers. Een duidelijk en vastgesteld kader is de beste garantie voor een eerlijk beleid”, verklaarde Bernard Clerfayt tijdens zijn eerste ontmoeting met de medewerkers van BPB op 24 september.

Brussel Plaatselijke Besturen is een van de 6 besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel en heeft 100 mensen in dienst. Dit zijn de belangrijkste opdrachten van BPB:

  1. De plaatselijke besturen en de interne aangelegenheden juridisch organiseren;
  2. Nagaan of de beslissingen van de plaatselijke besturen wettelijk zijn en beantwoorden aan het algemeen belang;
  3. De plaatselijke besturen financieren;
  4. De plaatselijke besturen, de Regering of andere gesprekspartners adviseren via de verwerking en de verspreiding van gegevens;
  5. De uitvoering in de gemeenten van bepaalde gewestelijke beleidslijnen stimuleren;
  6. Uitvoeringsmaatregelen voor interne aangelegenheden nemen;
  7. De gemeenteraadsverkiezingen organiseren en
  8. Vergoeding van rampenschade.