Kinderbijslag voor de Brusselse kinderen: eerlijkere verdeling en zonder gedoe

de Brusselse gezinnen

Het Brussels Gewest heeft voortaan zijn eigen kinderbijslagfonds: Famiris.

De ministers Sven Gatz en Bernard Clerfayt wilden het belang van de Brusselse gezinnen vooropstellen en van deze verandering die door het federale niveau opgelegd werd, gebruikmaken om de middenklasse en de meest kwetsbaren in het Brussels Gewest nog meer te ondersteunen. De doelstelling: vermijden dat de gezinnen er nadeel van ondervinden.

“De nieuwe regeling is evenwichtig: er is een betere verdeling van de middelen over de gezinnen die ze het meest nodig hebben, met inbegrip van de gezinnen uit de middenklasse”, benadrukte minister Bernard Clerfayt.

Een nieuw model voor de kinderbijslag

Voor de uitwerking van ons Brusselse model zijn we gestart vanuit de overtuiging dat de kinderbijslag in de eerste plaats een kinderrecht is.

Progressieve toepassing: Iedereen zal de nieuwe bedragen ontvangen (op termijn een basis van 150 euro per kind) en niemand zal erop achteruitgaan. Meer dan 70% van de gezinnen zal meer krijgen en de overige 30% behoudt zijn verworven rechten, tot op het ogenblik dat het nieuwe model voordeliger zal zijn voor hen.

(>>>Bekijk hieronder onze didactische video met 3 typevoorbeelden)

Een model dat aangepast is aan de socio-economische werkelijkheid in Brussel: Meer dan een kwart van het budget voor de kinderbijslag wordt verdeeld in functie van het socio-economische niveau. Dat is in het voordeel van de meest kwetsbare gezinnen. De kinderbijslag vormt immers een belangrijke bron van inkomsten voor de gezinnen, in een gewest waar 4 op de 10 kinderen onder de armoedegrens leven.

Een fair model: Elk kind heeft, ongeacht de geboorterang, dezelfde rechten door de afschaffing van de rangen.

De gezinnen zullen hun eigen dossierbeheerder behouden en zullen hun eerste betaling door Famiris in februari 2020 ontvangen.

Meer info vindt u op de website van Famiris

“Duidelijke, objectieve en voorspelbare” regels voor de gemeenten en de OCMW’s

Als minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, Bernard Clerfayt, samen met BPB duidelijke doelstellingen vastleggen.

In het Brussels Gewest hebben we samenhang tussen de gemeenten nodig, omdat alle Brusselaars, ongeacht waar ze wonen, moeten kunnen gebruikmaken van efficiënte diensten voor de burgers. Om die reden begeleidt en controleert Brussel Plaatselijke Besturen (BPB) de gemeenten en de OCMW’s.

Bernard Clerfayt heeft van zijn gemeente Schaarbeek een van de voorbeelden van goed beheer in het Brussels Gewest gemaakt, en vandaag wil hij, als minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, samen met BPB duidelijke doelstellingen vastleggen.

De procedures vereenvoudigen en optimaliseren, alsook de wettelijke bepalingen die de conformiteit van de handelingen van de plaatselijke besturen waarborgen, behoren tot de prioriteiten. “Als voogdijminister ben ik een fervent voorstander van duidelijke, objectieve en voorspelbare regels om zo transparant en rechtvaardig mogelijk te kunnen zijn bij de behandeling van dossiers. Een duidelijk en vastgesteld kader is de beste garantie voor een eerlijk beleid”, verklaarde Bernard Clerfayt tijdens zijn eerste ontmoeting met de medewerkers van BPB op 24 september.

Brussel Plaatselijke Besturen is een van de 6 besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel en heeft 100 mensen in dienst. Dit zijn de belangrijkste opdrachten van BPB:

  1. De plaatselijke besturen en de interne aangelegenheden juridisch organiseren;
  2. Nagaan of de beslissingen van de plaatselijke besturen wettelijk zijn en beantwoorden aan het algemeen belang;
  3. De plaatselijke besturen financieren;
  4. De plaatselijke besturen, de Regering of andere gesprekspartners adviseren via de verwerking en de verspreiding van gegevens;
  5. De uitvoering in de gemeenten van bepaalde gewestelijke beleidslijnen stimuleren;
  6. Uitvoeringsmaatregelen voor interne aangelegenheden nemen;
  7. De gemeenteraadsverkiezingen organiseren en
  8. Vergoeding van rampenschade.

De erkenning van competenties boomt

De nieuwe minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, ging ter plaatse om zijn enthousiasme te tonen over de behaalde resultaten: het aantal uitgereikte certificaten is namelijk verdrievoudigd.

Op donderdagvoormiddag 24 oktober hebben de Brusselse centra voor de erkenning van competenties de tijd genomen om elkaar te ontmoeten, goede praktijken te delen en de teams te bedanken.

De nieuwe minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt, ging ter plaatse om zijn enthousiasme te tonen over de behaalde resultaten: het aantal uitgereikte certificaten is namelijk verdrievoudigd.

“Vandaag de dag komen er te veel jongeren zonder kwalificaties bij Actiris terecht, en te veel werknemers die competenties hebben verworven, soms over een lange loopbaan, worden vervolgens op straat gezet zonder officieel certificaat van hun verworven competenties.” De minister bracht deze fundamentele vaststelling, die aan de basis lag van de oprichting van de centra voor de erkenning van competenties, in herinnering.

De erkenning van competenties is een aangepaste oplossing om tegemoet te komen aan de nood aan kwalificering, inzetbaarheid en professionele mobiliteit, met name van doelgroepen die zonder diploma de schoolbanken verlaten of waarvan de diploma’s in België niet erkend zijn.

Werkzoekenden kunnen eveneens een certificaat behalen om efficiënt te solliciteren.

PME Next, de dag van de Franstalige kmo’s

Ce 22 octobre, Bernard Clerfayt a pris la parole devant les entrepreneurs participant à la journé PME-Next

“85% van de mensen die een opleiding alternerend leren en werken voltooit, vindt een job!” De cijfers bewijzen het: dat is dé oplossing. Dat was de boodschap van Bernard Clerfayt aan de deelnemers van de Dag van de Franstalige kmo’s "PME Next".

De Brusselse minister van Werk en Beroepsopleiding werd uitgenodigd het woord te nemen over het thema “Hoe kunnen we de ontwikkeling van de kmo’s ondersteunen?”. In zijn toespraak focuste Clerfayt op de pijler die werk en de economische ontwikkeling van de ondernemingen verbindt, en herinnerde hij eraan dat kwalificaties behaald worden dankzij de toenadering tussen de wereld van het ondernemerschap en die van de beroepsopleiding, alsook die van het traditionele onderwijs.

“Op die manier zullen we kunnen tegemoetkomen aan de noden van de ondernemingen in de innoverende sectoren waar er te weinig geschoolde arbeidskrachten zijn.” Het alternerend leren is een systeem dat reeds versterkt werd, en daaromtrent herhaalde de minister van Werk en Beroepsopleiding aan de ondernemers hoe nuttig het is stagairs in opleiding in de onderneming te verwelkomen.

Minister Clerfayt, die ook bevoegd is voor digitalisering, benadrukte uiteraard ook het essentiële belang van de nieuwe technologieën in de opleidingsprogramma’s. De technologische vooruitgang vandaag is de aanloop naar de beroepen van morgen, waarvan we de meeste vandaag de dag nog niet kunnen bevatten.

Jobyourself

Bernard Clerfayt, Ministre de l'Emploi et de la Formation en visite chez jobyourself

Meer dan 500 kandidaat-ondernemers of -zelfstandigen hebben vorig jaar een beroep gedaan op JobYourself. Deze structuur richt zich hoofdzakelijk tot uitkeringsgerechtigden en begeleidt hen bij de bepaling en de uitvoering van hun project.

Als minister van Werk en Beroepsopleiding heeft Bernard Clerfayt een bezoek gebracht aan dit Brusselse initiatief dat in het bijzonder aangepast is aan de noden van een niet te verwaarlozen deel van de meest kwetsbare werkzoekenden in het Brussels Gewest.

De diensten aan personen en de initiatieven waarvoor weinig middelen of stock nodig zijn, komen het meeste voor. Beroepen in de bouw of de handel, consultancy, gezondheid en welzijn, administratieve dienstverlening aan ondernemingen, IT, logistiek, ambachten, tuinonderhoud, voeding,… zijn een aantal voorbeelden van de desbetreffende sectoren.

De minister kon ondernemers ontmoeten die getuigden over hun ervaringen, zoals Véronique Burgraeve van de Chocolaterie “La minuscule”. Ze had eerder al in de sector van de chocolade gewerkt. Vandaag bedenkt ze alle recepten zelf en leidt ze het proces van A tot Z, van productie tot marketing en verkoop.

Gaëtan André de Baticrea (zie presentatievideo hieronder) is elektromecanicien, en na jaren ervaring in het vak wil hij zijn knowhow ter beschikking stellen van andere professionals.

Madeline Escafit biedt culinair advies en videorecepten aan voor grote klanten als Delhaize. Haar interactieve kookboek “Zero waste” is net uit.

In het kader van de Digital First-dagen: eerste bakens voor de digitale strategie

Voor de minister bevoegd voor Digitalisering en Werk, Bernard Clerfayt, was het de gelegenheid om een eerste stand van zaken over de uitdagingen van de digitalisering

Digital First: twee dagen in het teken van de nieuwe digitale technologieën. De ontwikkelaars, de digitale industrie en de diensten waren op 16 en 17 oktober aanwezig op de site van Tour & Taxis om hun kansen op het uitwisselen van kennis te vergroten en hun netwerken uit te breiden.

Voor de minister bevoegd voor Digitalisering en Werk, Bernard Clerfayt, was het de gelegenheid om een eerste stand van zaken over de uitdagingen van de digitalisering voor de diensten aan de burgers en de ondernemingen uiteen te zetten.

Bernard Clerfayt herhaalde dat digitale tools alle aspecten van ons dagelijks leven betreffen en wil een open geest aanmoedigen: het openstaan van de burgers voor het gebruik van nieuwe tools, en de bereidheid binnen de beroepen die deze nieuwe knowhow moeten integreren, met name door de opleidingsprogramma’s aan te passen. En ten slotte de bereidheid van het Brussels Gewest zelf tegenover de andere gewesten via de oprichting van een gemeenschappelijke pool voor het concurrentievermogen.

Ook wil de minister de onlinediensten verbeteren, door ze te vereenvoudigen en door het aantal documenten dat hetzelfde soort informatie verzamelt, te beperken. “Als we dat verwezenlijken, betekent dat een tijdswinst voor de ondernemingen en de burgers, en wordt de werklast voor onze besturen verminderd!”, preciseerde de minister.

Leefmilieu Brussel staat ook voor dierenwelzijn

Leefmilieu Brussel staat ook voor dierenwelzijn

Leefmilieu Brussel heeft zijn 30-jarige bestaan gevierd. Bij deze gelegenheid heeft minister Bernard Clerfayt de historiek in herinnering gebracht van deze instelling die centraal staat voor de milieugebonden uitdagingen waarvoor ons Gewest staat.
Hij legde ook de nadruk op een bijzondere opdracht van Leefmilieu Brussel, die erg bijzonder en belangrijk is voor de talrijke dierenvrienden in Brussel.

“Vandaag nemen dieren een steeds grotere plaats in ons leven in”, merkt de minister op. Een team van Leefmilieu Brussel werkt eraan om de factoren te doen evolueren die het dierenwelzijn kunnen verbeteren. En in de relatie die gevormd wordt tussen de mens en de gezelschapsdieren, is het belangrijk dat we herinnerd worden aan onze plichten als respect en vriendelijkheid.

Bernard Clerfayt heeft deze kwestie aangekaart voor de medewerkers van Leefmilieu Brussel en liet zijn wil zien om de dieren beter te beschermen via de invoering van een vergunning voor het houden van dieren. Dankzij deze vergunning zullen wij beter dieren kunnen beschermen tegen geweld en respectloze behandeling van recidivisten in dierenmishandeling.

De toegang tot werk voor iedereen bevorderen

De studie van het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleiding

Het werkloosheidspercentage bedraagt 12% voor de Brusselse bevolking van Belgische origine en schommelt tussen 24 en 41% voor mensen die van buiten de Europese Unie afkomstig zijn. Dat is een van de vaststellingen uit een recente studie van het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleiding.

Er werden verschillende oplossingen uitgewerkt om de toegang tot werk voor iedereen te bevorderen, of om ten minste een voet op de arbeidsmarkt te krijgen. Dat is het geval met de First stage of het inschakelingscontract. Tegelijkertijd werden instrumenten ingevoerd om de discriminatiemechanismen te verkleinen.

De First stage geeft jonge laaggeschoolde werkzoekenden die net afgestudeerd zijn, de kans om een eerste betaalde werkervaring op te doen. Nieuwe mogelijkheden voor de erkenning van competenties laten mensen zonder diploma toe om verworven vaardigheden te certificeren.

Om eenieder meer kansen te geven om een job te vinden en discriminatie te verminderen, werd een plan bestaande uit 10 maatregelen opgesteld:

  1. Versnelling en vereenvoudiging van de erkenning van in het buitenland behaalde diploma’s,
  2. Aanpassing van de huidige diversiteitsinstrumenten aan de realiteit,
  3. Toekenning van extra hulp voor ondernemingen die een diversiteitsplan onderschrijven,
  4. Versterking van de acties van het Antidiscriminatieloket van Actiris,
  5. Versterking van de controle in verband met het naleven van de antidiscriminatieregelgeving op het vlak van tewerkstelling,
  6. Rationalisering van de institutionele organen voor diversiteit,
  7. Uitvoering van een diversiteitsmonitoring,
  8. Versterking van de sectoraanpak,
  9. Heroriëntering van het “Fonds voor beroepservaring” en
  10. Oriëntering van de dienstenchequesector ten gunste van de diversiteit.

Download hier de studie van het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleiding: "Profiel en traject van de werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

EasyBrussels: eenvoudiger, gemakkelijker en inclusief

Wij zijn de overheidsdienst en onze gebruikers, digitaal inclusief of niet, moeten worden bediend”, zo stelde de minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, in zijn toespraak voor het sturingscomité van EasyBrussels.

Tachtig procent van de Brusselaars gebruikt digitale tools, denk maar aan onze smartphone. De toegang tot de openbare diensten via de digitale loketten vermindert de schermtijd voor de burger online, als de gegevens centraal opgeslagen zijn en de ergonomie goed bestudeerd werd.

Voor burgers die meer moeilijkheden ondervinden, moeten er oplossingen worden gevonden zodat ze de kans krijgen om opleiding te volgen, voor een inclusieve digitalisering.

“Onze besturen moeten zich dus heel snel aanpassen aan de verandering en aangepaste dienstverlening aanbieden om ervoor te zorgen dat mensen die digitaal minder actief zijn, hetzelfde niveau van dienstverlening genieten. Dat maakt de dynamiek van de verandering uiteraard ingewikkelder. […] Wij zijn de overheidsdienst en onze gebruikers, digitaal inclusief of niet, moeten worden bediend”, zo stelde de minister van Digitalisering, Bernard Clerfayt, in zijn toespraak voor het sturingscomité van EasyBrussels.

Deze moeilijkheid vormt geen obstakel en de Regering wil vooruitgang boeken, omdat de digitale tools eveneens een prachtige kans zijn om de taak van de burgers en van de ondernemingen, die diensten en officiële documenten moeten verkrijgen, te vergemakkelijken. Een verbeterde toegang en de automatisering van een deel van de interacties zullen leiden tot een daling van de kosten.

De gewestelijke dienst EasyBrussels heeft 7 opdrachten: digitale inclusie, online-overheidsopdrachten, elektronische facturatie, centralisering en controle van de gegevens om het herhaaldelijk ingeven van gegevens te vermijden (Once only), centralisering van de stappen, virtueel loket en open data (anonieme publieke gegevens).

Dag van de stagiairs 2019

Het was de ideale gelegenheid voor de nieuwe minister van Werk, Bernard Clerfayt, om Brusselaars te ontmoeten die opleidingstrajecten volgen die door het Gewest worden aangeboden.

Een dag om het leren van talen, taal- en cultuurdiversiteit, te bevorderen: dat is een betekenisvol initiatief van het Brussels Gewest! Bruxelles Formation heeft zijn stagiairs in opleiding ingezet; ze waren met een duizendtal om in groepjes deel te nemen aan taalproeven, pedagogische spelletjes, een quiz en sportieve opdrachten.

Het was de ideale gelegenheid voor de nieuwe minister van Werk, Bernard Clerfayt, om Brusselaars te ontmoeten die opleidingstrajecten volgen die door het Gewest worden aangeboden. Deze Dag van de stagiairs 2019 was echt een succes. Het evenement toont aan hoe een opleiding volgen gelijkstaat aan het versterken van zijn/haar capaciteiten om een netwerk te onderhouden en banden op te bouwen.

Elk jaar wordt een project uitgekozen dat een werkpijler vormt om zijn/haar technische vaardigheden, met name in bureautica, te tonen. Dit jaar was het thema discriminatie bij de aanwerving.